"Te veel passie kan ik niet aan"

Vermeersch De Standaard

77 wordt hij en het beste moet nog komen, dat weet hij zeker. Maar een goed moment voor een tussenbalans is dit wel. Dus bundelde (moraal)filosoof en opiniemaker Etienne Vermeersch zijn belangrijkste ideeën in een boek. 'Ik zoek de waarheid, niet de controverse.'

 

Hij had me gewaarschuwd: zijn bureau ligt er rommelig bij. Maar de chaos die zich openbaart als de deur opengaat, doet zelfs voor een sloddervos als ik onwerelds aan. Overvolle boekenrekken, torens van naslagwerken op de grond en een labyrint van kartonnen dozen, gevuld met publicaties allerlei. Behoedzaam wil ik me aan de andere kant van zijn bureau installeren, maar hij doet snel teken: geen plaats daar. Dus wordt het een krukje vlak naast hem - gezellig, en met zicht op zijn wondere wereld. Postvakjes proberen orde in de chaos te scheppen: 'mensenrechten', 'euthanasie', 'multicult'- al die brandende onderwerpen waarover hij zo vaak om een mening wordt gevraagd.

Griet Plets
De Standaard - 12 maart 2011

Dit is het universum van een man die van het verzamelen van kennis zijn levensdoel heeft gemaakt. En die kennis maar al te graag met de buitenwereld deelt.

'Nochtans ben ik altijd wat verontwaardigd als ze zeggen: Etienne Vermeersch, moraalfilosoof. Ik ben een filosoof, punt. Moraal neemt in mijn werk een plaats in, maar ik heb evengoed theorieën ontwikkeld over de ziel, onsterfelijkheid en cybernetica.'

Vandaar dat hij zijn nieuwe boek, een reeks gesprekken met Dirk Verhofstadt, zo belangrijk vindt. Omdat het over abortus, het milieu en pseudowetenschap gaat, maar evengoed over kunst, de (on)zin van religies en het zoeken van de waarheid. En zo zelfverzekerd als hij in de media overkomt, zo'n twijfelaar blijkt hij in het diepst van zijn gedachten.



Spermadonor


'Ik ben een zoeker, altijd geweest. Sommige dingen weet ik zeker, omdat ik er bewijzen voor heb. Maar over draagmoederschap, bijvoorbeeld, heb ik nog altijd een aarzelend standpunt. Ik heb respect voor mensen met een sterke kinderwens. Maar dat een moeder een kind negen maanden draagt en het daarna op de wereld zet, schept zowel cultureel als biologisch een band, en een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Als het draagmoederschap normaal wordt, kan die verantwoordelijkheid verminderen, vrees ik.'

'Daarom ook heb ik zelf nooit sperma gegeven. Een klasgenoot die assistent-uroloog was, heeft het me indertijd nochtans gevraagd. Maar ik heb altijd geweigerd, omdat ik niet wou dat ergens een kind van mij rondliep - zij het dan een 'half' kind - voor wie ik geen verantwoordelijkheid zou kunnen nemen.'

Toch wat vreemd, werp ik op, voor een filosoof die de abortus- en de euthanasiewet vorm gaf en als links en progressief bekendstaat. Maar het is niet het enige thema waarover Vermeersch een standpunt inneemt dat niet bij zijn 'imago' past. In 2008 richtte hij, samen met andere Vlaamse intellectuelen en kunstenaars, de Gravensteengroep op, die voor een doorgedreven staatshervorming pleit. Onder het motto: 'Met de Franstaligen als het kan, zonder als het moet'. Het werd Vermeersch helemaal niet in dank afgenomen.

'Ik vind het nog altijd eigenaardig. Ik ben wereldburger, Europeaan, Belg en Vlaming. Maar ik heb meer met de Vlamingen gemeen dan met de Walen. Herinner je je nog dat madammeke dat op het Belgische feest in Brussel "mijnheer Clouseau" aankondigde? Ze wist niet eens dat Clouseau een groep was. En dat moest dan het bewijs zijn van de eenheid van alle Belgen.'

'Maar voor mij is het vooral een kwestie van rechtvaardigheid. De Vlamingen storten al meer dan twintig jaar zo'n vijf tot zes miljard aan de Walen. Maar omgekeerd zijn de Walen niet solidair. Zeker dertig Nederlandstalige gemeenten zijn de voorbije honderd jaar Franstalig geworden. Dat is geen demografische evolutie, dat is een invasie: een voortzetting van de expansieoorlog met andere middelen.'

Gelooft u echt dat er zo'n strategie achter zit?

'Het is geen strategie, voor de Franstaligen is het een evidentie. Ze vinden dat normaal. Met het argument dat België tweetalig is. Ze hebben nog altijd niet begrepen dat dat alleen voor Brussel geldt.'

De situatie is toch verbeterd? De Franstaligen beseffen ook dat een staatshervorming nodig is.

'De situatie is niet verbeterd, ze is alleen minder erg geworden. Enkele maanden geleden ging ik voor een lezing naar het Flagey-gebouw, toch een instelling die mede met Vlaams geld wordt gefinancierd. Maar niemand aan de balie kon me in het Nederlands vertellen in welke zaal ik moest zijn. Laat mij een maand in Moskou in een openbare instelling werken en ik zal al het nodige in het Russisch kunnen zeggen. Zelfs in het Oekraïens als het moet.'

Wat vond u van het kunstenaars-protest in de KVS tegen 'het bekrompen nationalisme' en 'de splitsingsrage'?

'Ach, wat moet ik daarover zeggen? Die kunstenaars weten wellicht niet waarover ze spreken, het lijkt allemaal zo petit bourgeois. Is hun moeder meid geweest bij Franstalige baronnen in Vlaanderen? Heeft hun oom in '14-'18 in de loopgrachten gevochten? Mijn nonkel Odile ging zich als vrijwilliger aanmelden voor een verkenningsopdracht en ze zeiden hem: parlez au moins une langue un peu plus propre que ce sale flamand.'

U bent sterk beïnvloed door de Vlaamsgezinde achtergrond van uw familie?

'Natuurlijk! Mijn vader was maar tot zijn elfde naar school gegaan, gaf zich in 1918 als oorlogsvrijwilliger op en verstond geen woord van wat er gezegd werd. Vernederd voelde hij zich - je kunt toch niet verwachten dat iemand dat normaal vindt. Familieleden hebben hun hele leven in Brussel gewerkt en waren "bons Flamands" omdat ze Frans spraken. Ze moesten wel, want hun collega's spraken geen woord Nederlands.'

'Mijn vader is in 1940 uit het VNV gestapt, maar hij is de Vlaamse Beweging wel altijd blijven steunen. Als monseigneur De Smedt van op de preekstoel zei dat stemmen op de Volksunie doodzonde was, dan trok mijn vader zich daar niets van aan. Rechtvaardigheid: daar draaide en daar draait het nog altijd om. Elke verfransingdruk gaat van boven naar beneden, het zijn niet de armen die de rijken verfransen. De Vlaamse zaak is een sociale strijd.'

Uw familie was niet alleen Vlaamsgezind, ze was ook erg katholiek. En toch bent u een overtuigde atheïst geworden?

'Vooral mijn moeder was erg gelovig, en haar vader zo mogelijk nog vromer. Mijn moeder en haar zus zijn tijdens de Eerste Wereldoorlog van hun familie afgesneden nadat ze toevallig over de IJzer waren gevlucht. De IJzer werd onder water gezet, ze konden niet terug en dus zaten ze - veertien en zestien jaar - vier jaar lang in Frankrijk vast, zonder hun ouders. Mijn grootvader heeft toen beloofd dat hij een kapel voor Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand zou bouwen als hij zijn dochters terugkreeg, en dat is ook gebeurd. Ik heb er als atheïst nog voor betaald, uit piëteit voor mijn moeder.'

'Ook ik ben als kind altijd erg gelovig geweest, werkelijk vroom. Als misdienaar had ik vaak tranen in de ogen. De eerste twijfel is pas gekomen toen ik Zuster Virgilia van Gerard Walschap las. Omdat ik besefte dat alles wat met die zuster gebeurde zowel een natuurlijke als een bovennatuurlijke verklaring kon hebben. En dat er geen enkel argument was om de bovennatuurlijke boven de natuurlijke te verkiezen. Ik ben toen ongeveer een jaar ongelovig geweest, maar ik kon het niet aan: ik was het fundament van mijn waarden kwijt en dat wou ik niet.' 'Ik ben me in existentialisten als Sören Kierkegaard gaan verdiepen en ben, net als zij, opnieuw naar God "gesprongen": je kunt niet bewijzen dat Hij bestaat, maar je kunt wel geloven net omdat het absurd is. Ik wou trappist worden, de strengste orde die er is, maar een biechtvader vond die niet passen bij mijn temperament. Dus zijn het de jezuïeten geworden.'

U was bijzonder overtuigd van uw roeping. U deed zelfs aan zelfkastijding.

'Ik heb het kloosterleven als heel dubbel ervaren. Tijdens het noviciaat was ik volledig mee, ik heb na twee jaar zelfs de eeuwige geloften afgelegd. Vooral de grote retraite, met de geestelijke oefeningen van Ignatius van Loyola, was een relevatie.'

'Vier weken volledige stilte, vier meditaties per dag. De derde week ging uitsluitend over het lijden van de dood van Jezus en ja, ineens lag op je bidstoel een ketting met pinnen en zweepjes. Die je enkel met toelating mocht gebruiken, zei de novicemeester erbij - de eerste week bijvoorbeeld twee keer tien zweepslagen op je dijen. We sliepen in chambrettes die open waren van boven en je kon elkaar zó horen slaan (doet het geluid van zweepslagen na). Ook ik deed het, natuurlijk - haast iedereen. Als we in de zomer gingen zwemmen, kon je op de dijen de rode plekjes van de pinnen zien.'

'Maar hoe langer ik in het klooster was, hoe meer problemen ik kreeg met het systeem. Ik ben van nature - dat zie je hier ook - een weinig geordende persoonlijkheid en in het noviciaat stond elk half uur vast. We hadden geen horloge, maar na enkele maanden wist ik haast tot op de minuut: nu gaat de bel en doen we dat. Zo veel discipline, daar kon mijn lichaam niet tegen. Bovendien vond ik de regels steeds absurder. Ik ben ooit een zieke medebroeder gaan bezoeken, waardoor ik een kwartier te laat was. Zonde, vond de novicemeester, en hij heeft me toen zo ver gekregen dat ik het ook zo heb gebiecht. Wat ik mezelf later heel sterk verweten heb. Omdat het ontrouw was aan mijn eigen ethische inzicht: die broeder had net deugd gehad van mijn bezoek. Na vijf jaar klooster ben ik uitgetreden.'

U trok naar Gent, om uw studies klassieke filologie voort te zetten en er filosofie bij te doen. Plots het studentenleven: dat moet wat zijn geweest.

'Het meest komische was dat ik nog nooit met vrouwen contact had gehad. Ik had wel een zus, maar die was stukken jonger. Dus trok ik erop uit, naar studentenbals en thé dansants, maar ik had één probleem: zodra ik maar een beetje met een vrouw begon te dansen, kreeg ik een erectie. Wat lang niet altijd grappig was. Vandaar dat ik dansles heb genomen: de quickstep, de chachacha, de rumba, de mambo - ik ben tot aan de passo doble geraakt. Al na enkele lessen was ik van die vervelende erectie verlost.'

'Ik heb in Gent van alles moeten leren. Vooral het boek Sexual behaviour in the human male, van Alfred Kinsey, is een openbaring geweest. Plots las ik dat 92 procent van de jongens masturbeerde! Terwijl ik me altijd aan de kuisheidsregels van de kerk had gehouden. Toen zijn de schellen van mijn ogen gevallen. Maar ik ben altijd zo rationeel geweest om snel mijn gedrag aan te passen. Ik heb gezegd: goed, ik ben preuts, ik leer dat af. Ik heb nooit gemasturbeerd, ik moet het leren.'

Hebt u ook de liefde moeten leren? Het is een van de weinige onderwerpen waarover u nooit meningen verkondigt, ook niet in uw boek met Dirk Verhofstadt.

'Ik was 25 toen ik voor het eerst een meisje heb gekust, dus ja: ook dat heb ik moeten leren. Ik heb haar toen trouwens gezegd dat zij de eerste was, maar ze wou me niet geloven. Wat ik zo ontgoochelend vond dat ik haar later nooit meer heb teruggezien. Je kunt een meisje maar één keer zeggen dat zij de eerste is - enfin: je kunt het honderd keer zeggen, maar het is maar één keer de waarheid - en dan gelooft ze je niet.'

'Ik doe geen uitspraken over de liefde omdat ik dat haast onmogelijk vind: iedereen beleeft haar anders. Zelf ben ik nogal gematigd in de liefde. Ik herinner me het boek La chartreuse de Parme van Stendhal, over een type dat smoorverliefd is. Onbegrijpelijk vind ik dat. Ik ben zelf maar één keer smoorverliefd geweest, veertien dagen. En dat vond ik meer dan genoeg. Zo veel passie kan ik niet aan, het maakt me onrustig.'

'Mijn vrouw en ik hebben negen jaar verkering gehad voor we getrouwd zijn. En we laten elkaar voldoende vrij. In het begin van ons huwelijk was ze jaloers op mijn boeken. Maar ze heeft ermee leren leven. Zelf ben ik totaal niet jaloers. Ik zou er geen probleem mee hebben als mijn vrouw seks had met een andere man. Zolang het maar Filip Dewinter niet is (lacht).'

U hebt geen kinderen, een bewuste keuze. In 'Terzake' pleitte u maandag voor meer geboortebeperking, ook bij ons. Zoekt u de controverse?

'Neen, ik heb een hekel aan controverse. Ik zal in gezelschap nooit over controversiële onderwerpen beginnen. Ik zoek de waarheid, alleen is die in ethische kwesties niet altijd vastomlijnd. Dat de God van de Bijbel en de Koran niet bestaat, dat kan ik bewijzen. Om maar één voorbeeld te geven: de Koran promoot slavernij, welke goede god zou dat doen? En als God niet goed is, dan is hij geen God. Maar mijn afwijzing van de hoofddoek is al van een andere orde. Ik kan wel argumenten aandragen - bijvoorbeeld dat de interpretaties van de hoofddoek in de Koran ettelijke keren zijn veranderd, maar het blijft een mening.'

'Hetzelfde geldt voor de overbevolking. Iedereen weet dat de aarde kapot gaat als we zo voort doen. Maar over de oplossingen is er controverse. Ik denk dat het eenkindbeleid van China op dat moment de beste oplossing was. En ik geloof dat we ook hier minder kinderen moeten krijgen. De meeste mensen beseffen dat - zeker de vrouwen. Alleen krijgen we van demografen constant te horen dat er te weinig kinderen zijn. Ik wou consequent zijn.'

Dan moet u ook vegetariër worden, want de vleesproductie is net zo goed schadelijk voor het milieu.

'Klopt. Ik moet het anders zeggen: ik probéér consequent te zijn, maar ik ben geen monnik. Als ik nog jong was, zou ik er alles aan doen om vegetarisch te leven. Maar ik vind mezelf te oud om mijn levensstijl nu nog te veranderen. Ik heb niet genoeg motivatie meer.'

U wordt 77. Denkt u al eens na over de dood?

'Tuurlijk. Mijn wilsbeschikking ligt klaar. Kijk: dit is een voorbeeld dat ik op vraag ook naar andere mensen stuur. Er ligt een getekend exemplaar hier in huis, en één bij mijn dokter. (richt zich nadrukkelijk tot mij) Je moet dat niet morgen doen, je moet er vandaag nog werk van maken. Morgen ben je misschien dood, of lig je in een coma.'

'Ik ben bang om dement te worden, vandaar mijn euthanasieaanvraag. Maar ik ben niet bang om dood te gaan. Ik ga ervan uit dat ik nog drie jaar te leven heb, en het beste moet nog komen. Ik moet mijn magnum opus nog schrijven: een boek over mijn fundamentele filosofie. Wat is bewustzijn, wat is informatie, hoe zit de wereld in elkaar? Ik heb me onlangs nog opgewonden over Kristien Hemmerechts. Toen ze vijftig werd, had ze het allemaal gehad, vond ze. Waarop ik zei: meisje, ik ben er 76 en het moet nog beginnen!'

Als u toch even terugblikt, waar bent u dan het meest trots op?

'Op de rol die ik heb gespeeld in de totstandkoming van de euthanasiewet. In 1971 heb ik, samen met professor Clara, voor het eerst euthanasie verdedigd in een debat op de BRT. En toen in 1993 het Raadgevend Comité voor Bio-Ethiek werd opgericht, kreeg ik een zitje in het bureau en werd ik voorzitter van de subcommissie die het advies voor de wet moest voorbereiden. Ik ben nog altijd bijzonder blij dat we de euthanasiewet er uiteindelijk hebben doorgekregen. Omdat het lijden van zoveel mensen niet langer nodeloos werd gerekt.'

'Het moeilijkst vond ik mijn taak in de commissie-Vermeersch, die na de dood van Semira Adamu het uitwijzingsbeleid moest evalueren. Natuurlijk kunnen we niet iedereen binnenlaten, maar geconfronteerd worden met al die individuele gevallen: dat was verschrikkelijk. Ik heb ouders gezien die zo wanhopig waren dat ze hun twee kinderen dreigden te vermoorden - we hebben hen apart moeten terugsturen. Uitgewezen asielzoekers die we een bokshelm moesten opzetten omdat ze anders op het vliegtuig hun hoofd kapot sloegen. Mannen die met scheermesjes hun mond opensneden. Hoe rationeel je ook bent, zulke beelden vergeet je nooit.'

Het boek 'Dirk Verhofstadt in gesprek met Etienne Vermeersch. Een zoektocht naar waarheid' is uitgegeven bij Houtekiet.

Bron: De Standaard
Datum publicatie: 12 maart 2011

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

DISCLAIMER

Standpunt Etienne Vermeersch inzake geboortebeperking

De standpunten die ik in diverse contexten heb geformuleerd, gaan uit van de volgende grondgedachte:
"Ik ben voorstander van een door de overheid en/of andere instanties gestimuleerde bevolkingspolitiek, via actieve aansporing, door intensieve informatiecampagnes, door het verschaffen van vlotte toegang tot contraceptie, en door het verhogen van het opleidingsniveau, in het bijzonder bij de vrouwen. Modellen daarin zijn Taiwan en de Indische staat Kerala (cfr opiniestuk in De Morgen:  'Wanhopig op weg naar 10 miljard').


De bedoeling moet zijn een maximum van twee kinderen per vrouw te krijgen en liefst minder.
In uitzonderlijke omstandigheden - en die deden zich in China voor na de waanzinnige geboortepolitiek van Mao - kon de één-kindpolitiek van China (sinds Deng) gerechtvaardigd zijn, hoezeer ik die ook intrinsiek inhumaan vind, omdat het alternatief een nog veel grotere humanitaire ramp tot gevolg zou gehad hebben."
Al mijn formuleringen moeten vanuit deze basisvisie geïnterpreteerd worden.

Etienne Vermeersch

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------