door Tom Ysebaert
BRUSSEL De uithaal van SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte naar de zogenaamde commissie 2030 die zich boog over de toekomst van (kern)energie in ons land, veroorzaakt deining in de wetenschappelijke wereld. Op de opiniepagina van deze krant betogen de Leuvense professoren Johan Driesen en Geert Deconinck dat ,,het gevaarlijk is wetenschappers oplichters te noemen.''
Kritiek mag de man niet spelen en niet geuit worden voor de conclusies bekend zijn. ,,Wetenschappers in de media als oplichters bestempelen, zet het hoger-onderwijssysteem op de helling'', aldus Driesen en Deconinck.
Beiden zeggen dat er te weinig onderzoek is naar energie en klimaat in ons land en dat het debat daardoor emotioneel en niet op een wetenschappelijk onderbouwde manier gevoerd wordt. ,,De onderzoekers die hun nek uitsteken, worden dan nog uitgemaakt voor oplichters omdat ze onderzoek uitvoeren dat financieel ondersteund is door bedrijven'', schrijven ze.
Dat de bedrijven het onderzoek ondersteunen, is volgens de auteurs niet verwonderlijk. De industrie is begaan met innovatie en doet daarvoor een beroep op de universiteit en andere kenniscentra. Daartegenover staat een overheid die te weinig investeert in energieonderzoek.
Ben Van Camp, rector van de Vrije Universiteit Brussel (VUB), deelt die mening. ,,Behalve vrij onderzoek bestaat wat wij dienstbetoon noemen: onderzoek dat contractueel voor een opdrachtgever, vaak de overheid nota bene, gebeurt. Beschouw het als een teruggave van kennis aan de samenleving. Het is de wetenschap die uit zijn ivoren toren komt.''
Van Camp geeft toe dat er hier een spanningsveld bestaat. Sommige profs doen bijna niets anders dan dienstbetoon. Maar a priori beweren dat de onderzoekers in dat geval vooringenomen zijn ten gunste van de opdrachtgevers, gaat volgens de VUB-rector niet op.
,,De opdrachtgever kan vragen om al dan niet te publiceren, maar voor de geloofwaardigheid van de studie moet de onderzoeker zelf garant staan'', zegt Van Camp. ,,Worden de resultaten gemanipuleerd of is de vraagstelling verkeerd, dan is het aan de peers, de collega-wetenschappers, om dat aan te tonen. Niet aan politici. Trouwens, vragen niet precies de politici dat de academici meer met de industrie samen gaan werken?''
Filosoof Etienne Vermeersch (emeritus prof Universiteit Gent) is een andere mening toegedaan. ,,Wanneer voorstanders van kernenergie een studie maken, mag je toch enige achterdocht koesteren. Die achterdocht mag door iedereen uitgesproken worden, ook door een politicus. Over de objectiviteit van zijn oordeel mogen dan opnieuw vragen gesteld worden.''
,,Overigens zou de achterdocht ook gewettigd zijn als tegenstanders van kernenergie tot conclusies komen'', gaat Vermeersch voort. ,,Het beste is dus om zo'n commissie met vertegenwoordigers van de twee kampen samen te stellen.''
Daarmee wil de filosoof de geloofwaardigheid van de betrokken wetenschapper of zijn werk niet ter discussie stellen. ,,Ik wil alleen aangeven dat wanneer er sprake is van commitment bij de onderzoekers, zij niet volledig objectief kunnen oordelen. Dat is aangetoond.''
Dat heeft niet altijd met belangen of met ideologie te maken. ,,De scheikundigen hebben lang de theorie van Lavoisier afgestreden, louter omdat ze hun hele leven een andere theorie hadden aangehangen en die niet los konden laten. Dat is eigen aan de menselijke psyche'', besluit Vermeersch.