Official website

Pleidooi voor vrije keuze.

Etienne Vermeersch

De column ‘Hopen op uitsterven?’ (DS, 6 juni) van Ignaas Devisch (ID) , die schijnbaar over mijn visie op NIPT en op Downsyndroom gaat, week zover van mijn echte opvattingen af, dat ik het eerst hopeloos vond erop te reageren. In De Afspraak (6 juni) bleek echter dat zijn betoog niet het gevolg was van een onvermogen om correct een tekst te lezen, maar om bewuste kwade trouw. Immers, toen ik tekstueel het foutieve van zijn lectuur aantoonde, bleef hij toch in zijn richting doordrammen.

Ik geef maar een paar voorbeelden. Hij schreef driemaal dat mijn ‘enig uitgangspunt’ is: een ‘plicht tot genetische optimalisatie’ om ‘alle’ imperfecties uit de wereld te helpen. In mijn tekst stond echter tweemaal dat ik het alleen heb over ‘zware handicaps’, die algemeen erkend worden als ‘sterk nadelig voor het individu’. Ik voegde er nadrukkelijk aan toe dat ik niet ‘het nastreven van een volmaakt kind’ bedoelde. Verder vond ik dat inzake de keuze voor abortus na een diagnose van Down “de mentaliteit zal evolueren”; ID schreef me in het debat tweemaal de uitdrukking “moet evalueren” toe, om te bewijzen dat ik de vrijheid wil aantasten. Hoe kan iemand die zonder verpinken tegen de evidente waarheid ingaat, zich nog ethicus noemen?

Ik zou graag eens vernemen waar ik die 'essentie van de islam' kan vinden

Het is mogelijk dat sommige mensen door deze teksten gekrenkt worden; ze zijn echter niet de mijne, ik citeer alleen. Etienne Vermeersch

Othman El Hammouchi brengt opwerpingen naar voren waarmee moslims critici vaak de mond willen snoeren. Zelf citeren ze graag koranteksten; maar als je hen met koranteksten van antwoord dient, verwijzen ze naar een ‘immens corpus’ van commentaren die men zo nodig moet gelezen hebben om de koran te kunnen begrijpen. Die Allah is dus wel een vreemd wezen: hij wou even de waarheid aan zijn volgelingen mededelen in een ‘Openbaring’, maar die gelovigen kunnen dat alleen begrijpen als ze eerst de bespiegelingen van ‘duizenden’ ‘geleerden’ bestudeerd hebben. Die geleerden schreven vooral in het Arabisch, zodat de verpletterende meerderheid van de moslims (Aziaten), die onmogelijk kunnen kennen. Is dat niet te gek voor woorden? Als de koran werkelijk niet eens het citeren waard is, welk belang heeft het dan nog die te lezen, laat staan van buiten te leren?

Pleidooi tegen rootisme

Etienne Vermeersch

Door de recente gebeurtenissen in verband met het Turkse referendum komt een betoog dat ik sinds 2002 houd tegen rootisme opnieuw in de actualiteit.

Ik beschouw het meer en meer als een belangrijke opgave voor de komende jaren dat we mensen van ‘allochtone’ afkomst ervan overtuigen dat het rootisme, zowel om pragmatische als om ethische redenen een verkeerde houding is. Etienne Vermeersch

Godsdienst en onderwijs (opinie) - Etienne Vermeersch

Enerzijds moeten we dringend werk maken van een strikt wetenschappelijke, ook historische studie, van de godsdiensten - inclusief hun ‘Kriminalgeschichte’ - waarbij wezenlijke aspecten tot de ‘eindtermen’ moeten behoren. Anderzijds lijkt het me voor de echt gelovigen nuttig geconfronteerd te worden met een moderne ‘theologische’ visie op hun godsdienst: zo kan men jongeren wapenen tegen fundamentalisme en radicalisme.  Etienne Vermeersch

In zijn ‘Opinie’ over ‘Onderwijs’ (De Standaard 2 maart) schrijft Patrick Loobuyck dat ik in mijn vak, christendom, op ‘aanmatigende’ wijze suggereerde dat ik in Vlaanderen de enige was “die durfde te zeggen dat de Bijbelse wonderverhalen door mensen uitgedacht zijn en dat we nauwelijks iets weten over de historische Jezus enz. enz.” Deze volkomen onterechte bewering heeft me diep, zeer diep, gekrenkt. Sinds ik mij, vanaf de jaren ’60, publiek over allerlei standpunten begon te uiten, heb ik er mij steeds voor behoed mij laatdunkend over andere mensen uit te drukken. Als ik ooit anderen als persoon heb bekritiseerd, dan gebeurde dit nagenoeg alleen nadat ik zelf was aangevallen, en altijd met bewijzen van wat ik betoogde.

De vrijheid van meningsuiting heeft haar rechten

Etienne Vermeersch

We moeten terughoudend zijn als we de vrijheid van meningsuiting willen aanpakken, vindt Etienne Vermeersch. Om meer dan één reden.

De Standaard - Opinie — De inzichten over het belang van vrijheid van meningsuiting zijn in Europa vooral ontstaan ten gevolge van de Dertigjarige Oorlog, in de zeventiende eeuw. Talloze mensen hadden toen het leven verloren in gevechten die in essentie betrekking hadden op de vraag wat de juiste vorm van christendom was: de protestantse of de katholieke. Pierre Bayle stelde vast dat er aan beide zijden intelligente en deugdzame mensen waren, die toch van mening verschilden over die centrale vraag. Blijkbaar was het antwoord daarop niet evident. Het principe dat alleen de waarheid rechten heeft en de leugen niet, was in deze context niet vol te houden. Er was immers geen absolute neutrale instantie die kon beslissen wat de waarheid was. Door vrijheid van meningsuiting kunnen alle opinies aan bod komen en alleen dat maakt het mogelijk dat uiteindelijk de waarheid komt bovendrijven.

Uitgaande van dit basisargument, komt men tot de wezenlijke vraag of die vrijheid ook grenzen kent. Vanuit een moreel uitgangspunt ligt het voor de hand dat we het goede nastreven en het kwade afwijzen. In verband met een maatschappij-ordening gaan we echter niet zover dat alles wat immoreel is, ook wettelijk verboden wordt. Ontrouw in vriendschappen, leugen, vernederende opmerkingen... verdienen onze afkeuring maar worden niet door de strafwet beteugeld.

Volgens de Koran is God barmhartig (dus ook voor dieren)

VERDOOFD SLACHTEN HOEFT HELEMAAL NIET PROBLEMATISCH TE ZIJN

Onlangs besliste de Raad van State dat een verbod op onverdoofd slachten in strijd is met de godsdienstvrijheid. Maar dat zo’n verbod een moslim in gewetensnood brengt, is compleet onwaar, schrijft Etienne Vermeersch. Dat staat zo in de Koran, en wel meermaals.

Door in te stemmen met een humanere wetgeving inzake slachten, zou de Moslimexecutieve aan iedereen kunnen duidelijk maken hoe centraal de barmhartigheid van God in zijn geloof staat.

 

In de Bijbel noch in de Koran is de huidige wijze van slachten voorgeschreven. Verdoofd slachten kón ook niet verboden worden: de huidige techniek bestond niet eens

Etienne Vermeersch

Wie op Google ‘If this is kosher…(long)’ intikt, krijgt een Youtube-filmpje te zien van een goede 11 minuten. Het is gemaakt door de joods-Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer en zijn betoog wordt ondersteund door zowel orthodoxe als conservatieve rabbijnen. Het is moeilijk om tot het einde te blijven kijken, maar wie een stem wil hebben in het debat over onverdoofd slachten, moet dat zeker doen.

Het beeldmateriaal is opgenomen in koosjere slachthuizen, vooral bij Agriprocessors, het grootste koosjere slachthuis van de wereld. Safran Foer zegt dat de afgrijselijke beelden die je te zien krijgt, geen uitzondering vormen. Integendeel, nadat de hals van de koe is opengesneden ‘volgens de regels van de kunst’, blijft het dier in 20 procent van de gevallen bewust, soms meerdere minuten. Het is allicht mogelijk deze vorm van slachten iets efficiënter en minder gruwelijk te maken, maar alleen verdoofd slachten schakelt deze ontsporingen en dus ten minste deze vorm van dierenlijden met zekerheid uit.

Slavernij

Ik weet niet of de leden van de Raad van State die een algemene verplichting van verdoofd slachten strijdig vinden met de mensenrechten (DS 30 juni), deze video gezien hebben. Beseffen zij dat 20 procent van de miljoenen onverdoofde slachtingen wereldwijd zoveel zinloos dierenlijden inhoudt, dat al wie daar enige verantwoordelijkheid voor draagt, onder de grond zou moeten zinken van schaamte?

Tegenover dit lijden leggen zij de godsdienstvrijheid in de balans. Maar in de Bijbel noch in de Koran is de huidige wijze van slachten voorgeschreven. Overigens kon verdoofd slachten daar onmogelijk verboden worden, omdat de huidige techniek niet eens bestond. De actuele details van ritueel slachten zijn in de loop der tijden gepreciseerd in de Talmoed en de Sharia, maar die kunnen aangepast worden aan het algemene ethische aanvoelen van onze tijd. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met de voorschriften inzake slavernij: noch door joden noch door moslims (behalve IS) worden die momenteel nog toegepast. Ook inzake slachting gebeurt dat: vlees van dieren die onder verdoving geslacht zijn, wordt vanuit Nieuw-Zeeland naar moslimlanden uitgevoerd.

In verband met de Koran moeten we op het volgende wijzen. Van de acht passussen waarin de regels voor halal voedsel besproken worden, zijn er vijf waarin uitdrukkelijk staat dat wie ertoe genoopt wordt die te overtreden, zich geen zorgen hoeft te maken. Viermaal wordt er bij vermeld: ‘God is vergevend en barmhartig’. Het is dus volkomen onjuist dat een verbod op onverdoofd slachten een echt gelovige moslim in gewetensnood kan brengen. Het verwondert mij dan ook dat de Moslimexecutieve deze gelegenheid niet aangrijpt om, door hun instemming met een humane wetgeving, aan iedereen duidelijk te maken dat Gods barmhartigheid een centraal geloofspunt van de islam is: iedere soera (behalve de 9de) begint immers met de woorden: ‘In naam van God de barmhartige, de erbarmende’. Waarom zou die barmhartigheid zich niet tot het dierenwelzijn uitstrekken?

 

Als men het immense dierenleed in de balans legt tegenover een praktijk die in geen enkele Openbaring is voorgeschreven, lijkt het me irrationeel te weigeren kennis te nemen van alle relevante gegevens. Het zou het Vlaams Parlement sieren deze uitspraak van de Raad van State met de mantel van Noach te bedekken.

Etienne Vermeersch

 

Besnijdenis

Nu weet ik wel dat het in de Raad van State, en ook bij andere juristen, gangbaar is te stellen dat men zich niet in theologische discussies mag mengen. Dat hoeft ook niet, maar bewuste onwetendheid verheerlijken, is iets helemaal anders. Er zijn voorschriften in de islam die manifest strijdig zijn met onze normen, zoals die over het gezag van de man over zijn echtgenote, en andere waarbij dat minder evident is, zoals die over de hand niet drukken van iemand van het andere geslacht. Als de overheid daarin regelend optreedt, dan is het zinvol dat men het relatief belang van onze norm afweegt tegenover het belang van een regel binnen een bepaalde godsdienst. Hoewel er bijvoorbeeld ernstige bezwaren zijn tegen besnijdenis van minderjarigen, is het beter dat niet onmiddellijk te verbieden, omdat dit – voor jongens – heel centraal is binnen de godsdienst. Voor de besnijdenis van meisjes geldt aan beide zijden het tegenovergestelde. Als men het immense dierenleed in de balans legt tegenover een praktijk die in geen enkele Openbaring is voorgeschreven, lijkt het me irrationeel te weigeren kennis te nemen van alle relevante gegevens. Het zou het Vlaams Parlement sieren deze uitspraak van de Raad van State met de mantel van Noach te bedekken.

"Etienne Vermeersch krijgt LEIFtime Achievement Award voor inzet voor euthanasiewetgeving"

LEIFtime Achievement Award

Filosoof Etienne Vermeersch kreeg maandagavond in Gooik de derde 'LEIFtime Achievement Award' uitgereikt, voor zijn jarenlange inzet voor euthanasiewetgeving. Dat meldt Wim Distelmans, voorzitter van het LevensEinde InformatieForum (LEIF). Distelmans brengt in herinnering dat Vermeersch de eerste was die erop wees dat mensen een zelfgekozen levenseinde moesten kunnen hebben. "Dat was al in 1971, op de toenmalige BRT", aldus Distelmans. Als voorzitter van het raadgevend comité voor bio-ethiek stelde Vermeersch ook als eerste een definitie op van euthanasie.

— De raad van bestuur van LEIF, met daarin onder meer Jef Vermassen, Rik Torfs en Christine Van Broeckhoven, looft Vermeersch voor zijn inzet bij het opstellen van de euthanasiewet. "Als voorzitter van het raadgevend comité voor bio-ethiek definieerde hij euthanasie", legt Distelmans uit. "Vooraleer je een wet kunt hebben, heb je natuurlijk een definitie nodig. Hij zat daarvoor op een serene manier aan tafel met voor- en tegenstanders. Binnen dat raadgevend comité stelde hij ook vier modaliteiten op voor de wetgever: de situatie van toen behouden, euthanasie uit het strafrecht halen, of het in het strafrecht laten met ofwel een controle vooraf of achteraf. De wetgever koos voor die laatste." De award werd uitgereikt tijdens een diner waar gekookt werd door vijf topkoks. De opbrengst van het diner, bijgewoond door meer dan 250 mensen, gaat integraal naar LEIF. "Vorig jaar haalden we 32.000 euro op", zegt Distelmans. "En we hopen dit jaar minstens evenveel op te halen. LEIF moet het immers hebben van giften, en krijgt geen structurele subsidie." Distelmans is ook tevreden vast te stellen dat elke democratische partij iemand naar het diner stuurt. "Dat duidt er toch op dat de politiek dit een belangrijk event vindt." Vorig jaar ging de LEIFtime Achievement Award naar drie oud-politici die zich ingezet hebben voor de ontwikkeling van palliatieve zorg: Frank Vandenbroucke, Magda Aelvoet en Vic Anciaux. (Belga)

Etienne Vermeersch krijgt derde LEIF-prijs: 'Was de eerste die het publiek debat over euthanasie aanging'

Actueel

Filosoof Etienne Vermeersch kreeg in Gooik de derde LEIFtime Achievement Award uitgereikt, voor zijn jarenlange inzet voor euthanasiewetgeving.  (Belga)

Dat meldt Wim Distelmans, voorzitter van het LevensEinde InformatieForum (LEIF). Distelmans brengt in herinnering dat Vermeersch de eerste was die erop wees dat mensen een zelfgekozen levenseinde moesten kunnen hebben. "Dat was al in 1971, op de toenmalige BRT", aldus Distelmans.

De raad van bestuur van LEIF, met daarin onder meer Jef Vermassen, Rik Torfs en Christine Van Broeckhoven, looft Vermeersch voor zijn inzet bij het opstellen van de euthanasiewet. "Als voorzitter van het raadgevend comité voor bio-ethiek definieerde hij euthanasie", legt Distelmans uit. "Vooraleer je een wet kunt hebben, heb je natuurlijk een definitie nodig. Hij zat daarvoor op een serene manier aan tafel met voor- en tegenstanders. Binnen dat raadgevend comité stelde hij ook vier modaliteiten op voor de wetgever: de situatie van toen behouden, euthanasie uit het strafrecht halen, of het in het strafrecht laten met ofwel een controle vooraf of achteraf. De wetgever koos voor die laatste."

Geldinzameling

De award werd uitgereikt tijdens een diner waar gekookt werd door vijf topkoks. De opbrengst van het diner, bijgewoond door meer dan 250 mensen, gaat integraal naar LEIF. "Vorig jaar haalden we 32.000 euro op", zegt Distelmans. "En we hopen dit jaar minstens evenveel op te halen. LEIF moet het immers hebben van giften, en krijgt geen structurele subsidie." Distelmans stelt "tevreden" vast dat elke democratische partij iemand naar het diner stuurt. "Dat duidt er toch op dat de politiek dit een belangrijk event vindt."

Vorig jaar ging de LEIFtime Achievement Award naar drie oud-politici die zich ingezet hebben voor de ontwikkeling van palliatieve zorg: Frank Vandenbroucke, Magda Aelvoet en Vic Anciaux.

Etienne Vermeersch over ethiek en zorg

Auteur: Harold Polis
Etienne Vermeersch door Jan Locus

De manier waarop we over grote ethische vragen spreken en denken is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Een van de wegbereiders van die veranderingen is zonder meer ethicus Etienne Vermeersch. Hoe kijkt hij naar de ontwikkelingen in de zorg? 

Jarenlang woedde er, ook in ons land, een intens debat over ethische hete hangijzers, zoals abortus en euthanasie. De debatten hadden een grote maatschappelijke en juridische dimensie, maar groeiden ook uit tot emotioneel geladen symbooldossiers. Zeker bij de aanvaarding van euthanasie speelde Etienne Vermeersch (1934), emeritus-hoogleraar en ere-vicerector aan de Universiteit Gent, een belangrijke rol, als professioneel ethicus en als publiek intellectueel.

Uiteindelijk stemden onze volksvertegenwoordigers een euthanasiewetgeving die een bredere invulling geeft aan de persoonlijke zelfbeschikking dan in tal van andere Europese lidstaten het geval is. Die maatschappelijke verschuiving is nauw verbonden geweest met de secularisering en de niet-aflatende ontwikkeling van de wetenschap, twee fenomenen die het denken en de loopbaan van Etienne Vermeersch fundamenteel hebben beïnvloed. Na het stopzetten van zijn jezuïetenopleiding werd hij militant atheïst. Vermeersch is een materialist die actief ingaat tegen allerlei vormen van bijgeloof en obscurantisme. Hij specialiseerde zich in wetenschapsfilosofie en de filosofische gevolgen van technologische ontwikkelingen, zoals cybernetica. In de loop der jaren groeide hij ook uit tot een veelgevraagd debater, een hoedanigheid die de boeken die hij heeft geschreven onterecht wat overschaduwt.

In De ogen van Panda. Een milieufilosofisch essay probeerde hij bijvoorbeeld eind jaren tachtig de essentie van de ecologische uitdagingen te vatten. De milieu-ethiek die hij in het boek heeft ontwikkeld, blijft tot vandaag overeind. Vermeersch ziet de oplossing vooral in een drastische beperking van het geboorteoverschot. Even belangrijk is de ecologische basishouding die Vermeersch ontwikkelt. In zijn visie heeft de mens in de loop der eeuwen de morele cirkel steeds vergroot. We vinden het belangrijk om zoveel mogelijk gelijke rechten te laten gelden, ook wat zorg betreft. Vermeersch pleit ervoor om die aandacht uit te breiden naar dieren en toekomende generaties, vooraleer de aarde onleefbaar wordt. Met dezelfde nuchterheid kijkt hij naar de manier waarop we vandaag welzijn en zorg organiseren.

De zorgvraag blijft toenemen. Professionele zorgwerkers staan onder druk. Zijn we het slachtoffer van ons succes?

Etienne Vermeersch: “Zeker in ziekenhuizen is die druk enorm voor verplegenden. Ze kunnen niet meer los en vrij de tijd nemen met een patiënt die het moeilijk heeft. Ze staan werkelijk onder druk. Het moet allemaal snel gaan. Het heeft uiteraard een financiële kant. Als je met directeurs erover praat, zullen die je zeggen dat het water hen aan de lippen staat. De feitelijke mogelijkheden van verzorgenden zijn inderdaad beperkt geworden. Ik heb minder ervaring met die kwestie in andere sectoren van de zorg.”

De technische kant van de behandeling wordt zodanig technisch, dat het menselijke aanvoelen vermindert. We hebben uiteraard een grotere gevoeligheid voor pijn. Persoonlijk vind ik dat men daar rekening mee moet houden.Etienne Vermeersch

Misschien is het ook zo dat men in de zorg de indruk heeft dat men de greep op het geheel verliest, omdat zorg bijvoorbeeld ook een heel technische aangelegenheid is geworden?

“Dat heeft wellicht ook iets te maken met het onderwijs. Mijn schoonmoeder was verpleegster en een aantal andere vrouwelijke familieleden ook. Als ik aan haar terugdenk, weet ik dat er een mentaliteitsverschil was. Of zij nu een uur langer bezig was met een patiënt, als dat nodig bleek, dan was dat voor haar geen probleem. Terwijl verpleegsters vandaag wellicht meer op een correcte navolging van hun uurrooster staan. Ze hebben dan niet de indruk dat ze een bijkomende inspanning moeten leveren in bepaalde zorgsituaties. Voor de introductie van antibiotica waren verpleegsters enorm getraind om volledig steriel te werken. Dat was meer dan een dogma, het was een levenshouding. Omdat we antibiotica hebben, is die mentaliteit verzwakt, wat natuurlijk niet goed is omdat antibiotica in toenemende mate resistent worden. Die ijzeren discipline van vroeger – die niet ideaal was, maar voordelen bood – is verminderd. Het feit dat verplegen vandaag een ‘normale’ job is, doet iets af van de mogelijkheid om zich totaal te engageren. Zoals je naar kantoor gaat, ga je naar het ziekenhuis, om een job uit te oefenen. Ik denk dat we aan die mentaliteit zouden kunnen werken. En dat we verplegen toch meer zouden kunnen beschouwen als een roeping, een opgave die meer voldoening biedt als je beseft dat je werkelijk iets betekent voor de patiënt. Het is niet louter de afhandeling van een routine.”

“Ik heb er persoonlijke ervaringen mee. Ik had ooit prostaatproblemen en onderging een pijnlijke behandeling. Ik zei aan de vrouwelijke arts dat de behandeling pijn deed, een lichte verdoving had geholpen. Haar antwoord was tekenend: ‘We doen dat zo bij jongetjes ook’. (lacht) Het is een mentaliteit. De technische kant van de behandeling wordt zodanig technisch, dat het menselijke aanvoelen vermindert. We hebben uiteraard een grotere gevoeligheid voor pijn. Persoonlijk vind ik dat men daar rekening mee moet houden.”

“Dat geldt ook wat onze gevoeligheid voor ongemak en onbehagen betreft. Men legt aan de mensen onvoldoende uit wat er tijdens een behandeling of operatie gebeurt. Na mijn hartoperatie was ik geïntubeerd, wat braakneigingen opwekt. Dat wou ik duidelijk maken, maar ik kon spreken noch schrijven op dat moment. Had men me gezegd dat ik me geen zorgen hoefde te maken, omdat de braakneigingen normaal waren en de buisjes toch alles opzuigen, dan was het probleem opgelost. Het is heel eenvoudig om dat uit te leggen. Dat niet doen is heel erg. Soms weten artsen het zelf niet, omdat ze die bepaalde ervaring niet hebben meegemaakt. Het merkwaardige is dat ik die ervaringen heb gehad, ondanks het feit dat men een beetje schrik heeft van mij. (glimlacht) Ik ben immers lid van de raad van bestuur van UZ Gent geweest. Ik mag uiteraard niet veralgemenen. Er zijn artsen die zeer goed informeren, maar een aantal heeft dat nog niet in de vingers.”

Heeft het ook te maken met het feit dat we er in de zorg van uitgaan dat we alles kunnen oplossen? Dat ‘alles’ is wel heel veel om te beheren, laat staan om uit te leggen.

“Het heeft te maken met de aard van de specialisatie. Toen ik aan de universiteit begon, kende ik een professor-chirurg die alles deed. Hij heeft nog de arm van mijn schoonmoeder geopereerd na een ongeval. Maar hij deed ook maag-, en hartoperaties. Hij had als arts een zeer breed overzicht van alle medische mogelijkheden. Vandaag is de specialisatie enorm en wordt er door gespecialiseerde artsen zeer veel kennis opgebouwd. Terwijl vroeger de algemene medische kennis groter was. Ik herinner me een arts die heel wat ervaring in Congo had opgedaan, waar hij in zeer bescheiden omstandigheden moest werken. Wel, die man had een techniek ontwikkeld om zonder bloedverlies te opereren – omdat hij in Congo niet anders kon. Zulke mensen verdwijnen uiteraard door de specialisatiedruk. Die toegenomen specialisatie is niet ideologisch geïnspireerd door een maakbaarheidsideaal. Ze is ontstaan uit de feiten, doordat de medische ontwikkeling nu eenmaal steeds verdergaat. De tweede stent die ik heb gekregen is geplaatst door dokters die niets anders deden dan stents plaatsen. Het is dan ook zeer goed gedaan. (glimlacht)”

“Ook op dit punt vind ik het essentieel dat patiënten op een humane manier informatie krijgen. Je gelooft het niet, maar je hebt mensen die dat echt slecht en brutaal aanpakken. Toen ik lezingen over euthanasie gaf voor artsen stond er op een mooie avond een chirurg recht die plompverloren zei: ‘Wat is dat nu voor een onzin, die euthanasie. Iedereen kan toch gewoon een revolver kopen als hij er een eind aan wil maken?’ Zo’n onzin heb ik dus echt gehoord. Je mag niet veralgemenen, want er zijn artsen die hun informerende taak zeer humaan opvatten. Maar informatie is dus niet brutaliteit. Je moet altijd denken: hoe zal de patiënt het verstaan? Je kan dingen zeggen die volstrekt waar zijn, maar die bij de patiënt verkeerd overkomen. Ik herinner me het geval van een arts, twintig jaar geleden, die tegen een patiënt zei: ‘Ik kan het nu wel zeggen, je hebt een kanker gehad en we hebben die genezen.’ Die patiënt reed naar huis en pleegde zelfmoord, omdat het woord kanker zo angstwekkend was.”

De medische wetenschap is zeer ver gevorderd, en levert vaak ingewikkelde informatie op en moeilijke keuzes. Vergroot dat niet de moeilijkheid om correct te informeren?

“Op dat vlak is er gelukkig een positieve evolutie. Weet je, in jaren zestig, zeventig werd artsen aangeraden om patiënten zoveel mogelijk af te schermen van gevoelige informatie. Door de aanvaarding van euthanasie is het bespreken van de dood veel opener geworden. Je kan meer zeggen aan de mensen dan vroeger. Neem nu de diagnose van een Downsyndroom. De hypothese van een abortus was vroeger gewoon onwettig. Vandaag gebeurt het in het merendeel van de gevallen en zijn het net de mensen die niet voor abortus kiezen die raar worden bekeken. Wat ook weer overdreven is, want mensen moeten hun eigen inzichten volgen. Maar de mentaliteit van patiënten is werkelijk diepgaand veranderd.”

“Zelf praat ik graag over de dood, om de eenvoudige reden dat ik er binnen een jaar of vijf bij ben. (glimlacht) Het doet me niets. Ik ben er niet bang van. Ik wil het wel zolang mogelijk uitstellen, dat is de pointe. Maar in het algemeen is de openheid groter. Artsen zullen er vandaag ook voor kiezen om de waarheid te zeggen, maar liefst op een oordeelkundige manier. Sommige mensen hebben er immers meer last mee dan anderen. Vroeger hadden artsen nood aan een deontologische code, waar ik tegen ben. Je moet weten wat helemaal niet kan en wat zeker moet. En daartussen ligt er een waaier van mogelijkheden, die je aftoetst en hanteert, afhankelijk van geval tot geval. Elk individu reageert anders. Ik heb verschillende mensen gekend die jaren hebben gestreden tegen kanker en die, toen het bericht kwam dat strijden zinloos was geworden, eerder gelijkmoedig voor euthanasie kozen. Zij waren voorbereid. Het verloopt veel meer ontspannen dan vroeger. Een goeie vriendin van me had haar euthanasie vastgelegd en op de geplande avond zag ze dat ik op tv kwam. Ze vroeg aan haar arts om even te wachten tot ze het programma had gezien. (glimlacht) Die soepelheid komt door de feiten. Het is zoals met de introductie van de pil. Die heeft ook een verreikende invloed gehad, op van alles. Zo is het met abortus en euthanasie ook gegaan. Ik heb die mentaliteitsverandering zelf zien gebeuren. Ik gaf elk jaar een college over ethische problemen, in de vorm van een discussie met een katholieke professor of met de aalmoezenier van een ziekenhuis. Vroeger waren de vragen van de studenten vrij conservatief. Ik heb hen in de loop der jaren progressiever zien worden, door de feiten zelf.”

“Dezelfde evolutie heb ik gezien bij de aanvaarding van crematie. Die aanvaarding is veel sneller gegaan dan ik had gedacht. Toen ik jong was, was crematie voor erge goddelozen. Ik heb moeten meemaken dat conservatief-katholieke familieleden van me kozen voor crematie. De feiten zelf doen de geesten rijpen. We moeten er alleen op bedacht zijn dat die feiten ons niet in een verkeerde richting laten gaan. Voor ontsporingen moeten we ons hoeden, zoals de al te technische benadering die de menselijkheid naar de achtergrond duwt.”

Levensbeschouwing speelt geen rol meer?

“Voor de meeste problemen maakt het niet uit of je in een katholiek of niet-katholiek ziekenhuis ligt. Je hebt van allebei goeie en slechte. Nog steeds echter heb ik in sommige katholieke ziekenhuizen een probleem met het levenseinde en het aanvaarden van euthanasie. Het afremmen of niet aanvaarden van euthanasie vind ik een gebrek aan respect voor de medemens. De levensbeschouwelijke strekking van het hospitaal wordt dan als reden ingeroepen, maar een hospitaal is een organisatie en heeft geen ideologie. Een individuele arts kan wel gewetensvragen hebben. Als die arts vindt dat hij euthanasie niet kan doen, moet hij er iemand bij roepen die het wel kan. Maar als hij het wel kan doen, dan heeft de directie daar niets mee te maken. Dat is nog een van de weinige weeffouten.”

De levensbeschouwing in de zorg verdwijnt, of het nu om katholieke of vrijzinnige instellingen betreft. Voor u levert dat geen problemen op?

“Wel, het probleem zou ik eerder in het onderwijs situeren. Er is een tekort aan behoorlijke levensbeschouwelijke opvoeding. Ik vind dat je in onze cultuur een schilderij met een godsdienstige achtergrond moet kunnen duiden. Hoe kan je anders die hele cultuur verstaan? Hetzelfde met literatuur. Men schijnt niet te beseffen hoe rijk die is. (begint spontaan een vers uit het theaterstuk The Merchant of Venice van William Shakespeare te citeren) ‘The quality of mercy is not strain’d.// It droppeth as the gentle rain from heaven// upon the place beneath. It is twice blest.// It blesseth him that gives and him that takes.’ Wat een fantastische tekst. Ik vind dat je niet alleen de Bijbel moet kennen, maar ook dit soort teksten. (glimlacht)”

“Levensbeschouwingen hebben positieve en negatieve kanten gehad. Dat moeten we doorgeven. Het is belangrijk dat men die traditie kent, zoals in het citaat van Shakespeare. Ik moet altijd het verschil tussen katholieken en protestanten uitleggen, alsof ik in Indië zou lesgeven. Men weet werkelijk van toeten noch blazen. Nu kan je zorg uiteraard uitbouwen in een bepaalde sfeer, katholiek, vrijzinnig of islamitisch. Maar de laatste eeuwen is er in het spoor van de Verlichting ook heel wat veranderd in ons denken over mensenrechten en zingeving. Die gemeenschappelijke kennis zou men toch zoveel mogelijk moeten bijbrengen aan aspirant-zorgverleners, in alle zorgopleidingen. Het is ondenkbaar dat men geen les zou geven over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de toepassing daarvan in de zorg. Of neem het beroepsgeheim: dat gaat al mee van in de tijd van Hippocrates. Zij het dat men toen vooral de privacy van de mensen thuis wilde beschermen. Deontologie moet je kaderen in een algemene visie op het respect voor elk individu.”

De feiten zelf doen de geesten rijpen. We moeten er alleen op bedacht zijn dat die feiten ons niet in een verkeerde richting laten gaan. Voor ontsporingen moeten we ons hoeden, zoals de al te technische benadering die de menselijkheid naar de achtergrond duwt.Etienne Vermeersch

Dat respect komt dus niet uit de lucht vallen. Je moet het leren.

“Absoluut. Je moet ook ingaan tegen iets dat traditioneel in het beroep van arts zat: paternalisme. Dat was niet zolang geleden de norm in dat beroep. ‘Wij weten het beter.’ Je moet erop wijzen dat dit niet mag. Hetzelfde met de mentaliteit van verplegenden om oudere mensen te behandelen als kinderen. Het gebeurt misschien met de beste bedoelingen, maar het getuigt ook van een onvoorstelbaar paternalisme. Behandel mensen met respect, ook als ze dement worden.”

U hebt een groot deel van uw leven doorgebracht met het debatteren over wetenschappelijke vooruitgang in de gezondheidszorg. Maakt de medicalisering ons naïef, omdat we misschien denken dat we aan alles wel een mouw kunnen passen? Of leven we, binnen de beperking van ons bestaan, in een comfort dat in de geschiedenis nooit zo groot is geweest?

“Dat laatste is in West-Europa zeker waar. Laat ik mezelf als voorbeeld nemen. Ik slik al ruim dertig jaar medicatie. Had ik dat niet gedaan, dan was de kans heel groot geweest dat ik allang dood was. De familie van mijn vader heeft neiging tot hoge bloeddruk. De oudsten stierven rond de vijftig. De jongsten van de familie, zoals mijn vader, kregen de eerste bloeddrukverlagende middelen. Die mensen hebben twintig jaar langer geleefd dan hun oudere broers en zussen. Het is natuurlijk naïef om te denken dat zo’n medische vooruitgang eeuwig doorgaat. Vroeg of laat verouderen je lichaamscellen toch. Zelfs als het lichaam vijfhonderd jaren oud zou worden, dan zit je nog met je brein en dat is eindig. Je zou niet meer weten wie je vijfhonderd jaar geleden was. (glimlacht) Je kan niet onsterfelijk zijn. Het is echter niet alleen de medische wereld die je gezondheid bepaalt. Gebruik vooral ook je gezond verstand. Een leek, en dan vooral mensen die niet wetenschappelijk geschoold zijn, is bijvoorbeeld niet in staat om aan zelfmedicatie te doen. We beschikken over enorme mogelijkheden, maar het gevaar op misbruik is reëel. Het evenwicht bewaren is een onnoemelijke opgave. Ik ben dus in algemene zin positief, op voorwaarde dat men niet al te optimistisch is en dat men, aan de andere kant, nagaat wat de risico’s zijn.”

En op voorwaarde dat men een dagelijkse dosis Shakespeare krijgt.

“(lacht en begint weer spontaan Shakespeare te citeren, uit het theaterstuk Macbeth dit keer) ‘To-morrow, and to-morrow, and to-morrow,// Creeps in this petty pace from day to day,// To the last syllable of recorded time.’ Prachtig toch En zo gaat dat maar verder. ‘Life's but a walking shadow, a poor player,// That struts and frets his hour upon the stage,// And then is heard no more. It is a tale// Told by an idiot, full of sound and fury,// Signifying nothing.’”

Herman De Dijn en Etienne Vermeersch bekampen elkaar voor het eerst in een interview

Joël De Ceulaer

De komende twintig zaterdagen kunt u in De Morgen kennismaken met de grootste denkers aller tijden. Bij de start van die boekenactie hoort een gesprek met twee van de grootste denkers van Vlaanderen. Etienne Vermeersch (81) en Herman De Dijn (72) houden er graag andere ideeën op na. 'Dat is wat jij niet kunt erkennen, Etienne: de tragiek van het leven.'

"Met de achteruitgang van het geloof is de interesse in filosofie sterk toegenomen", zegt Herman De Dijn. "Dat is wellicht geen toeval. Mensen willen antwoorden, oplossingen, zekerheid. Wat ze vijftig jaar geleden aan de pastoor vroegen, vragen ze vandaag aan de filosoof. Maar de filosoof heeft geen definitieve antwoorden. Dat is niet de bedoeling. Voor mij is filosofie vooral een verfijnd soort plezier. Ik doe het in elk geval zeker niet om de wereld te verbeteren."

"Ik zie dat toch anders", zegt Etienne Vermeersch. "Voor mij is een filosoof iemand die in staat is om een probleem te onderzoeken, en die kan helpen bij het vinden van een oplossing. Daar heb ik mij altijd sterk voor geëngageerd. Vooral door mijn bijdrage aan het euthanasiedebat heb ik toch geprobeerd om de wereld een beetje te verbeteren."

Vrije meningsuiting en medemenselijkheid (over negationisme en euthanasie)

Etienne Vermeersch - Opinie

Ik verdedig geen ‘absolute vrijheid van meningsuiting’: ik sluit me ten volle aan bij de beperkingen die traditioneel in België gangbaar waren. Racistische en negationistische uitspraken vormen echter een heel apart geval. Mein Kampf, zopas opnieuw uitgegeven, bevat zowat het summum van racistische uitspraken. Redelijke mensen vinden het echter beter deze teksten opnieuw bekend te maken, zodat men ze ook terdege kan weerleggen, eerder dan ze ongemoeid verder te laten woekeren. Hetzelfde geldt uiteraard voor negationisme.  Etienne Vermeersch

 

Het is absurd dat ziekenhuizen euthanasie zouden mogen weigeren zonder hun subsidiëring te verliezen

Etienne Vermeersch is gewezen voorzitter van het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Hij antwoordt op het opiniestuk 'Euthanasie: wie stelt zich eigenlijk boven de wet?' van Fernand Keuleneer.

Etienne Vermeersch I 31 december 2015 I De Morgen Opinie

Strikt formeel gezien heeft meester Keuleneer ten dele gelijk, maar niet volledig.

Het is waar dat de wet de ziekenhuizen niet uitdrukkelijk verplicht euthanasie toe te laten, maar het is onjuist dat de wet expliciet het recht geeft euthanasie te weigeren. De wet zegt terzake niets. Tijdens het Kamerdebat kwam er een vraag hierover vanuit CVP-hoek. Het feit dat die gesteld werd bewijst al dat de tekst zelf hierover geen uitsluitsel bood. De interpretatie van Fred Erdman was onjuist, maar heeft ook geen bindende kracht. De discussie over art. 14 werd immers ten gronde gevoerd in de Senaatscommissie (Verslag blz. 1307-1319). 

Banaliseer psychisch lijden niet

Johan Braeckman - An Ravelingien - Maarten Boudry

Er is geen goede reden te bedenken waarom men patiënten die ondraaglijk psychisch lijden minder ernstig moet nemen dan diegenen die zogenaamd "objectief lichamelijk" lijden.

In een open brief uitten tientallen academici en zorgverleners hun bezorgdheid over de wettelijke regeling rond euthanasie voor ondraaglijk psychisch lijden (DM, 8/12). Die bezorgdheid is ongetwijfeld goedbedoeld, maar niettemin misplaatst. De briefschrijvers eisen een "objectieve" aanwijzing van de onomkeerbaarheid van psychisch lijden, zoals een "organisch letsel of weefselschade". Zij verwachten "factoren die onafhankelijk zijn van wat er subjectief inzake de ziekte gevoeld en gedacht wordt". Euthanasie op basis van "louter psychisch lijden" willen ze uit de huidige wetgeving schrappen. Vooral het woordje "louter" is hier zeer betekenisvol. 

Johan Braeckman, An Ravelingien, Maarten Boudry

Over God - Etienne Vermeersch

Boek
Etienne Vermeersch - Over God

Christenen geloven dat God almachtig en liefdadig is. Toch is er lijden en kwaad in de wereld. De god van het christendom is dus almachtig noch oneindig goed.
Met een onontkoombare overtuigingskracht toont Etienne Vermeersch aan dat we het bestaan van de god van het christendom niet alleen om principiële redenen, maar ook op grond van 'zijn Openbaring' zowel op rationele als op ethische gronden niet kunnen aannemen.
Alles wat positief is in de wereld en in de Bijbel kunnen we op een wetenschappelijke, 'naturalistische' wijze verklaren, zonder op het bestaan van een god een beroep te moeten doen. Alles wat negatief is, wordt, als we in de leiding en inspiratie van een goede, wijze en almachtige god geloven, volkomen onbegrijpelijk en absurd.
Etienne Vermeersch toont heel helder aan dat hetzelfde trouwens geldt voor de god van de islam en 'zijn Openbaring' in de Koran.

 

  • ISBN-nummer: 9789460014703 
  • Verschijningsdatum: 5/09/2016 
  • Uitgeverij: Vrijdag, Uitgeverij
  • Afmetingen: 141 mm x 210 mm 
  • Gewicht: 230 g 
  • Type: Boek
  • https://www.bol.com/nl/f/over-god/9200000056513436/