Het racisme, in de oorspronkelijke betekenis van dit woord, kreeg zijn eerste theoretische formulering bij Joseph Arthur de Gobineau (1853). Houston Stewart Chamberlain (1899) werkte die denkbeelden verder uit en door Hitler en zijn nazi-partij werden ze tot in hun meest absurde en onmenselijke consequenties in praktijk gebracht. Men kan deze visie als volgt samenvatten.
(a) De mensheid is samengesteld uit verschillende "rassen". Dat zijn groepen die op basis van biologische afstamminggemeenschappelijke kenmerken zouden hebben die hen onderscheiden van andere groepen.
(b) Die biologische inbreng is zo belangrijk dat de mensen er in hun sociaal en cultureel leven door bepaald worden zodat raskenmerken aanleiding geven tot verschillende types van cultuur.
(c) Het feit dat de diverse maatschappijen in de loop van de geschiedenis uiteenlopende stadia van vooruitgang hebben bereikt op wetenschappelijk, technologisch en cultureel gebied, is volgens deze theorie het gevolg van raskenmerken. Daaruit leidt men af dat er meerderwaardige en minderwaardige rassen bestaan, die tengevolge van biologische overerving positieve of negatieve eigenschappen gemeen hebben.
(d) Vermenging van rassen zou tot een degeneratie van de superieure groepen leiden en om die reden is een multiracialesamenleving verwerpelijk.
Deze stellingen zijn niet alleen om wetenschappelijke redenen onhoudbaar, ze zijn ook vanuit het oogpunt van de ethiek en de rechten van de mens verfoeilijk.
(1) Het onderzoek heeft aangetoond dat er niet eens echte rassen bestaan: er zijn geen welomschreven groepen met een reeks typische biologische kenmerken: sommige genetisch bepaalde eigenschappen, zoals pigmentatie van de huid of kleur van haar en ogen, vertonen een geleidelijke overgang van de ene bevolking naar de andere (in het Noorden van Europa vind je meer blond haar en blauwe ogen dan in het Zuiden, maar er is geen duidelijke grens).
(2) Belangrijker is nog dat die zichtbare verschillen tussen mensen, zoals gelaatskleur, vorm van de neus en de ogen, enz., helemaal niet gebonden zijn aan die factoren die in het maatschappelijk leven belang hebben: intelligentie, persoonlijkheid, intellectuele of artistieke vaardigheden, enz.. Zoals men vroeger dacht dat vrouwen op die gebieden minder aanleg hadden dan mannen, denken racisten dat er ook tussen rassen zulke verschillen bestaan. Die twee opvattingen vinden volgens het onderzoek geen steun in de feiten en zijn dus allebei even onnozel.
(3) Het is onrechtvaardig mensen te discrimineren wegens een biologische afstamming waarvoor ze niet verantwoordelijk zijn en waaraan ze ook niets kunnen veranderen.
(4) Deze denkbeelden hebben, ook toen men de term "racisme" nog niet gebruikte, als argument gediend voor de grofste schendingen van de mensenrechten: slavernij, koloniale uitbuiting, verdrukking en volkerenmoord, met als culminatie de shoah (of "holocaust").
(5) De afkeer van vermenging tussen mensen van diverse 'rassen'; meer bepaald de afkeer van een multiraciale samenleving, is een blijvende bron van wederzijds wantrouwen, minachting en vreemdelingenhaat.
Sinds de gruwelen van Hitlers nationaal-socialisme zijn er nog weinigen die openlijk zullen toegeven dat ze dit racisme in al zijn aspecten aanhangen: niemand zal publiek verklaren dat men joden of zwarten moet uitroeien; en dat sommige rassen "minderwaardig" zijn, wordt nog wel gedacht, maar minder openlijk gezegd. Zolang er echter mensen zijn die de kerngedachte van het racisme aanhangen, kunnen de verderfelijke uitwassen ervan telkens opnieuw naar boven komen. Volgens deze gedachte maakt gemeenschappelijke biologische afstamming ("ras") sommige mensen minder geschikt voor bepaalde types van samenleving of cultuur.
Om niet van nazisme verdacht te worden, zijn er die zich op huichelachtige wijze als volgt uitdrukken: zwarten mogen er zijn, maar ze moeten wel in Afrika blijven. Terloops, ik heb er bezwaar tegen dat men in linkse kringen de term "racisme" soms in de bredere betekenis van xenofobie of vreemdelingenhaat gebruikt. Het ware racisme, dat verwijst naar biologische afstamming, heeft sinds de tweede wereldoorlog immers zo'n dramatische betekenis gekregen dat het belangrijk is het onderscheid te blijven behouden. Dat het optreden van FD niet uitblinkt door "xenofilie" of vreemdelingenliefde, zal wel voor iedereen duidelijk zijn. Hier wil ik echter aantonen dat hij het racisme in zijn biologisch gefundeerde vorm, het typische nazi-racisme dus, aanhangt.
Mijn thesis volgt onweerlegbaar uit het zogenaamde 70-puntenplan: "Immigratie: de oplossingen. 70 voorstellen ter oplossing van het vreemdelingenprobleem", geschreven door FD en uitgegeven met het motto: "Vlaams Blok Eigen Volk Eerst"(1992).
Dit racisme blijkt uit de volgende passussen:
(i) "Als enige politieke partij werpt het VB met dit plan een dam op tegen de gevaarlijke mundialistische en multi-raciale utopieën van de pro-immigratielobby."
(ii) "De integratie- en assimilatiepolitiek gevoerd door de overheid leidt onvermijdelijk naar een multi-raciale en pluriculturele maatschappij."
(iii) "Door de integratie van de niet-Europese vreemdelingen af te wijzen, vermijden we dat Vlaanderen en uiteindelijk heel West-Europa een multi-raciaal en pluricultureel gebied wordt."
(iv) "De mundialistische en multi-raciale opvoeding in de scholen (moet men) afschaffen."
(v) "Via het onderwijs probeert men ook de Vlaamse jeugd de nieuwe multi-raciale en mundialistische waarden aan te praten." (de cursiveringen zijn van mij; de exacte verwijzingen zijn beschikbaar, EV).
Deze uitspraken zijn racistisch in de oorspronkelijke betekenis van het woord; dat blijkt hieruit.
(1) Wie bezwaren heeft tegen een "multi-raciale" maatschappij, drukt hiermee de overtuiging uit dat menselijke kenmerken die alleen het gevolg zijn van genetische overerving, als argument kunnen dienen om iemand als ongewenst te verklaren. Aangezien mensen met verschillende huidpigmentatie of gelaatstrekken zich binnen één maatschappij dezelfde cultuur eigen kunnen maken (zelfde taal, godsdienst, normen, enz.), kunnen deze kenmerken het vredevol samenleven niet in het gedrang brengen. Alleenracisten kunnen die harmonie verstoren; d.w.z. diegenen die geen rekening houden met wat andere mensen denken, voelen of doen, maar alleen met enkele oppervlakkige, "raciale" lichaamskenmerken. Elke bezwaar tegen een multi-raciale maatschappij legt de nadruk op biologische afstamming en is dus in de volle zin van het woord racistisch en daarom op ethische en juridische gronden onduldbaar.
(2) Deze passussen drukken niet zomaar een privé-houding uit van Filip Dewinter en de Vlaams Blok-leiding: zij willen die propageren en het anti-racisme afwijzen; kortom, ze pleiten voor racisme. Opvoeden tegen racisme vinden ze verderfelijk: men moet "gevaarlijke mundialistische en multi-raciale utopieën" bestrijden (i); en "de mundialistische en multi-raciale opvoeding in de scholen afschaffen" (iv).
(3) Om verwarring te vermijden moeten we een onderscheid maken tussen een "multiculturele" en een "multiraciale" maatschappij. Er zijn immers veel gradaties in multiculturaliteit en sommige vormen ervan zouden inderdaad onleefbaar zijn - bv. een maatschappij waarin alle groepen alleen hun eigen taal zouden spreken of tegengestelde morele normen zouden hebben - . De visie van FD op multiculturaliteit hangt echter zo sterk met multiracialiteit samen (herlees de citaten hierboven) dat bij hem xenofobie en racisme als het ware onmerkbaar in elkaar overlopen. We lezen immers: "De integratie- en assimilatiepolitiek gevoerd door de overheid leidt onvermijdelijk naar een multi-raciale en pluriculturele maatschappij."
Nu bestaat "integratie" en nog meer "assimilatie" erin dat de persoon van allochtone afkomst zich op zo'n wijze in de nieuwe cultuur inpast, dat hij die overneemt op alle gebieden die voor het harmonisch samenleven relevant zijn. Wie dan in verband met een maatschappij waarin iedereen geïntegreerd of geassimileerd is, nog in negatieve zin de termen "pluricultureel" of "multicultureel" gebruikt, kan dit alleen door daar ten onrechte een biologische, dus racistische betekenis aan te geven.
Men werpt soms tegen mijn analyse op dat die vooral steunt op het gebruik van de term "multiraciaal" en dat zoiets wel een "slordigheid" van FD zal zijn. Merkwaardige slordigheid die tot vijfmaal toe met nadruk wordt herhaald! Men zegt ook dat in de recente publicaties van FD en van het VB dit woord zorgvuldig werd verwijderd; maar dat bevestigt juist mijn stelling: ze hebben nu ingezien dat deze term onmiskenbaar naar racisme verwijst en de recente tactiek van het VB bestaat er precies in deze zwarte ideologische motivatie te verdoezelen.
Maar zo gemakkelijk lukt dit niet. Toen FD deze tekst schreef, wist hij heel goed wat hij daarmee bedoelde; dat blijkt uit zijn ideologische achtergrond. Hij is de stichter (1980) van het NJSV (Nationalistisch Jongstudentenverbond); een letterwoord dat verdacht lijkt op dat van het NSJV, (Nationaal Socialistisch Jeugdverbond) van tijdens de oorlog. De vlag had de nazi-kleuren, zwart, wit en rood en het blad heette Signaal, zoals de nazi propaganda-revue. "Allemaal toeval", zegt men. Maar in dat "informatieblad van NSV en NJSV" vind ik herhaalde malen als embleem, een zwaard met een lint er rond waarop staat: "Mijn eer is trouw"; vertaling van "Meine Ehre heisst Treue", de leuze van de SS, de stoottroepen van de Nazi's, verantwoordelijk voor de concentratie- en uitroeiingskampen: merkwaardig toeval!
In het eerste nummer van Signaal waarin het NJSV vermeld wordt (1981, 7-8), vind ik even "toevallig" een artikel over de Wiking-divisie, de eerste "Germaanse" divisie van de Waffen SS, hierbij wordt "de moed, de trouw en het idealisme" van deze helden bewierookt, en als illustratie vindt men hun embleem, een schild met hakenkruis (10 op 7 cm!). In het daarop volgend nummer lezen we, naast een stuk over de Oostfronters, een artikel over Göring, de verantwoordelijke voor de eerste massale bombardementen op burgers (Rotterdam, Coventry, Londen), waarin wel wordt erkend dat hij enkele gebreken had (ijdelheid), maar ook: "Wie de persoon van Göring kent heeft een zoveelste bewijs in handen dat het Neurenbergproces geen rechtspraak was, maar een moderne vierschaar.". Ik kan hier uit dit zo leerzame blad en zijn opvolger Branding niet uitvoerig citeren; alleen dit nog: in 1983 vind ik een verbijsterende discussie over de vraag of het nazisme ook slechte kanten had. Een zekere Peter Hendrickx schrijft daar tegen een onverlaat die bij Hitler toch een paar foutjes vond: "Mijns inziens is het toch gevaarlijk om aan de hand van twee voorbeelden het nationaal socialisme te veroordelen". Dat is het soort informatie dat volgens "nationaal voorzitter" FD geschikt was voor zijn NJSV- scholieren van 16 tot 18 jaar! Welnu, het racisme zoals ik het hierboven beschreven heb, maakte een essentieel onderdeel uit van deze "opvoeding". Zo lezen we in Signaal van 1981: "Toen kwam het christendom dat een nieuwe orde en een andere "vrede" bracht. Heil kwam niet langer uit de sibbe, maar uit wezensvreemd bloed uit het vreemde zuiden". Maar nu weet de auteur beter: " De essentie van het volk ligt in het ras, in ons geval het noordras. Het karakter van een volk bepaalt de cultuur en de ontwikkeling van een volk." Deze enkele citaten, uit een ruime voorraad, tonen aan dat FD en zijn kompanen van het NJSV en NSV een zuiver neonaziracisme aanhingen en dat de neerslag daarvan in het 70-puntenplan helemaal niet "toevallig" is.
Men zal opwerpen dat dit "jeugdzonden" waren. Maar vooraleer men iemands jeugdzonden kan vergeven, moet die eerst toegeven dat er zonde was. In 1993 nog schrijft FD in Dietsland-Europa in een artikel over "De soft-ideologie": "De rechten-van-de-mens, ecologisme, antiracisme, mundialisme: allemaal nieuwe en vooral universele waarden die uiteindelijk valse schijnwaarden blijken te zijn.". Toen hij enkele jaren later in een TV-programma beweerde dat de mensenrechten moeten wijken voor de Vlaamse belangen - zoals hij die opvat - was dat dus geen lapsus, evenmin als zijn uitspraak in 1994: "Het anti-racisme is een nieuw wapen in de handen van diegenen die heilig geloven in de multiraciale maatschappij". Bij mijn weten heeft FD nooit publiek erkend dat zijn oorspronkelijke racistische opvattingen onaanvaardbaar waren en dat geeft ons tot op heden het recht te stellen dat de zorgvuldig uitgevlooide teksten die hij en het VB thans naar voren brengen, alleen bewijzen dat we hier te maken hebben met sluwe wolven in schapenvacht.
Dat komt ook tot uiting in het gebruik van "eigen volk eerst". Veel mensen vinden dat die uitdrukking toch iets positiefs inhoudt en aanvaarden niet dat ze daarom als immoreel worden betiteld. Dat is ten dele terecht en precies daarom moet men vooral het misbruik van die leuze door het VB aanklagen. Reeds in het Oud Testament staat er dat we onze "naaste" moeten beminnen en dat betekent letterlijk, "de meest nabije". Als je zoontje en dat van de buurman in het kanaal vallen, heb je het recht eerst je eigen zoontje redden en pas daarna dat van je buurman: in die betekenis is "eigen volk eerst" aanvaardbaar. Overigens wijst het oorspronkelijk Bijbels gebruik van het woord "naaste" in dezelfde richting; maar al heel vroeg werd in het Oud Testament dat begrip "naaste" niet langer tot de "meest nabije" beperkt: het werd naar bredere kringen uitgebreid en had uiteindelijk betrekking op het hele "eigen volk". Het evangelie van Lukas echter, bracht met de parabel van de Barmhartige Samaritaan (Lc 10, 27) een radicale omwenteling in die ethiek. "Een jood viel in de handen van rovers en werd voor dood achtergelaten; een (joodse) priester en daarna een leviet kwamen voorbij en liepen er in een boogje omheen; toen kwam er een Samaritaan (een allochtoon); hij zag hem, kreeg medelijden, verzorgde hem en betaalde zijn verblijf in de herberg." Na deze parabel vraagt Jezus: "Wie van deze drie lijkt de naaste te zijn van de man die slachtoffer werd van de rovers?" (m.a.w.: Wie is zijn "eigen volk"?). Wanneer mensen in Schaarbeek uit een brandend huis gered worden door een Marokkaan, dan beseffen ook zij wie hun naaste, wie hun "eigen volk" is.
Filip Dewinter en het Vlaams Blok zijn in hun racistische sibbe- en bloedtheorie blijven steken: ze beseffen niet dat ze een moraal aanhangen die 2000 jaar achterop hinkt. Het is menselijk en begrijpelijk zich te bekommeren om degenen die ons het meest nabij zijn: familieleden, buren, vrienden, werkmakkers, maar ras of afkomst spelen daarbij geen enkele rol en in een volgroeide ethiek deint die zorg voor de naaste gaandeweg uit naar alle mensen, vooral naar hen die er het meest behoefte aan hebben.
Wie niet inziet dat de "anti-racistische", "mundialistische" houding; de "samaritaanse" naastenliefde, de meest grandioze ethische verworvenheid van onze beschaving is, leeft persoonlijk in diepe morele armoede en heeft maatschappelijk gezien dringend een inburgeringskursus nodig.