Kort vertoog over de god van het christendom - waarom de god van het christendom niet kan bestaan

Etienne Vermeersch

In de meest strikte zin van het woord bestaan er geen absolute zekerheden. We weten allemaal dat een mens in een toestand van krankzinnigheid kan komen waarin hij waandenkbeelden niet van waarheid kan onderscheiden. Zo iemand kun je er op het moment van zijn waan niet van overtuigen dat hij verkeerd zit. Wanneer wat ik nu beleef en schrijf een waandenkbeeld zou zijn, zou ik het zelf niet weten; maar dat geldt voor ieder van ons op ieder moment. Absolute zekerheid kan niemand dus hebben. Het heeft in de praktijk echter weinig zin met deze beperking rekening te houden, want dat zou ons niets vooruit helpen.

​​​​​​​Etienne Vermeersch

Etienne Vermeersch over homeopathie en andere new-agenonsens: 'tevredenheid bewijst niets'

Etienne Vermeersch over homeopathie en andere new-agenonsens: TEVREDENHEID BEWIJST NIETS

24 JANUARI 2004 | Gilbert Roox

De Standaard I Interview

Werkt homeopathie of zit het alleen tussen de oren? En waarom is het dan toch zo populair? Omdat de wetenschap de wereld van zijn tover heeft beroofd? En kan de mensheid wel overleven zonder verhaaltjes die zin en kleur geven aan het bestaan? Een interview met professor Etienne Vermeersch, beroepsscepticus. ,,Straks zullen we ook voetlezen, piskijken en zelfs wijwater moeten terugbetalen.''

HUIS van Oostenrijk, heet zijn straat aan de rand van Wetteren. ,,En ik heb er weleens aan gedacht mijn eigen huis Villa Habsburg te dopen'', zegt professor emeritus Etienne Vermeersch. Zijn werkkamer ziet eruit als een omgevallen boekenmagazijn. Kunst, kerkvaders, euthanasie, Hitler, recht, paranormale verschijnselen: Vermeersch is een omnivoor. Tussen de stapels boeken en mappen blijft er nauwelijks ruimte om te zitten. ,,En dan heb ik nog opgeruimd'', zegt de moraalfilosoof fijntjes.

In mei wordt Vermeersch zeventig, maar hij is nog altijd een bezige bij, alomtegenwoordig in het mediadebat. Het gesprek vandaag gaat over alternatieve geneeskunde en andere new-agenonsens. 
 

Een identiteit voor alle Vlamingen - Etienne Vermeersch

Er is niets mis met dat heimatgevoel, die affiniteit met de mensen en het land waar men geboren en getogen is, en ook in de drang tot identificatie met een groep zit een positieve waarde: de neiging tot samenwerking met andere mensen. Maar de sympathie voor het "eigen volk" gaat nogal eens gepaard met een minachtende of zelfs vijandige houding tegenover "vreemden".

Etienne Vermeersch

 

Aristoteles was al tot de bevinding gekomen dat de mens van nature een sociaal wezen is. Van geboorte tot dood kan hij zich slechts met de hulp van zijn medemensen in stand houden. Maar ook om zichzelf te worden, om een 'identiteit' te vinden, moet hij zich spiegelen aan een groep. Naast die 'identiteitsvorming' bestaat een tweede spontane tendens. In onze jeugd heeft de aangeboren neiging tot exploreren veelal geleid tot een bijzondere band met het terrein van onze eerste zoektochten. Zo'n 'heimatgevoel' betreft de streek, de mensen en de taal van onze kinderjaren. 

DE STANDAARD I OPINIE - ETIENNE VERMEERSCH
11 juli 2003

Over geloof en ongeloof - Etienne Vermeersch en Peter Schmidt

Etienne Vermeersch en Peter Schmidt
Video: TOESPRAAK Peter SchmidT: event "Vermeersch 80" (2 mei 2014 I UFO-Auditorium UGent)

 

gesprek over geloof en ongeloof: Tussen ja en neen

Op 15 oktober organiseert de Universitaire Parochie (KU Leuven) een veelbelovend gesprek over geloof en ongeloof tussen de bekende Gentse emeritus Etienne Vermeersch en de Leuvense theoloog Peter Schmidt. Wij spraken met beiden.


CK: Kan je eigenlijk debatteren over geloof?


Etienne Vermeersch: "Voor mij alleszins wel. Het westers geloof, van Zoroaster over het Judaïsme tot de Islam en het Christendom, bevat een grote hoeveelheid cognitieve elementen, tastbare dingen die je als gelovige voor waar moet aannemen. Sinds de opkomst van de moderne wetenschap is dat cognitieve gedeelte wel teruggeschroefd, maar het is er nog steeds. Daar kan je uitstekend over debatteren, in het bijzonder als het gaat over de kerkelijk voorgeschreven geloofspunten. En die zijn er nog heel wat meer dan sommige moderne theologen lief is. Dat is natuurlijk niet met iedereen mogelijk. Met sommige mensen mondt zo'n gesprek snel uit in een zeer emotionele confrontatie. Vooral bij jongeren tref je dat wel aan: je botst op een muur, en een uitspraak van iemand die zich ongelovig noemt, wordt ervaren als een persoonlijke aanval."

 


Peter Schmidt: "Je moét over geloof spreken. Zolang mensen naar zin en waarheid zoeken, en zolang velen die zin vinden in God, moet er over God gesproken worden. Of de taal daar rijk genoeg voor is, is een andere vraag. Het gaat uiteraard niet om een welles-nietes-debat, en er kan ook niet over alles gesproken worden met strikt rationele middelen. Mijn 'ja' aan God is geen 'wetend ja', zoals ik weet dat twee plus twee vier is. Er komt een moment waarop je een vertrouwenssprong moet wagen, net zoals in een liefdesrelatie. Dat kan je niet expliciteren, maar daarom is het nog niet onbespreekbaar. Alleen is het 'tastend praten', niet 'rationeel weten'."
 

Ik heb voor mezelf een zingeving gemaakt. Het leven heeft intrinsiek geen zin, maar die moet je er wel zelf aan geven. Ik kan daar op heel concrete grensmomenten op terugvallen, ook in het aangezicht van de dood.

Etienne Vermeersch

 

Als je je in diep vertrouwen gedragen weet door een werkelijkheid, ook al is die transcendent, dan valt die fundamentele eenzaamheid inderdaad weg.

Peter Schmidt

 

CK: U noemt zichzelf atheïst, en u gelovig. Wat betekenen die termen voor u, en hoe bent u geworden wat u bent?


Vermeersch: "Een atheïst is diep overtuigd van het niet-bestaan van God. De openbaringsboeken, waarin God aanwezig gesteld wordt, zoals de Bijbel of de Koran, hebben voor mij dezelfde waarde als andere boeken: ze bevatten mooie passages en hoge ethische principes, naast klinkklare onzin en verwerpelijk gedachtengoed. Ik ben religieus opgevoed, ben vijf jaar Jezuïet geweest, en heb twee geloofscrisissen meegemaakt. De eerste, toen ik in het voorlaatste jaar van de humaniora zat, was bijzonder zwaar en ontredderend. De tweede, na mijn uittreden, was eerder geleidelijk. Ik liet mezelf groeien, dacht na zonder te willen forceren, en stelde na verloop van een jaar vast dat ik ongelovig geworden was, heel rustig, heel ongedwongen."


Schmidt: "Niemand gelooft op dezelfde manier. Sommige van mijn atheïstische vrienden verbazen zich over de taaiheid van mijn geloof, terwijl sommige van mijn katholieke vrienden me integendeel wel eens verdenken van ongeloof. Verder evolueert je geloof natuurlijk ook, het is niet statisch. Het is geen 'dingen geloven', maar iets dat groeit tijdens je standing in the world, met een fundamenteel vertrouwen en optimisme. Hoe ik over bepaalde dogmatische elementen denk, heeft daar weinig mee te maken. De Bijbel bevat voor mij geen 'informatie over God'. God is voor mij geen 'ding', geen 'object' van kennis, Hij is, in zekere zin, om het met Eckhart te zeggen, 'niets', Hij beantwoord nooit aan 'iets'. Dat is trouwens de enige manier om geloof en wetenschap met elkaar te laten bestaan. De wetenschap is geen affirmatie of ontkenning van God, terwijl het geloof de wetenschap niet in de weg staat."
 

CK: Kunt u begrip opbrengen voor iemand die gelovig is, en u voor iemand die atheïst is?


Vermeersch: "Uiteraard wel, ook al is een gesprek niet altijd gemakkelijk. Je moet met een eerlijk en deskundig iemand te doen hebben, en dan kan je een vruchtbaar gesprek verwachten. Peter Schmidt is dat, en dus ben ik graag op de uitnodiging voor dit gesprek ingegaan."


Schmidt: "Je kunt een heel verschillende bottom line hebben, maar dat staat begrip voor redenen en overwegingen niet in de weg. Ik vind contacten met ongelovigen in het algemeen trouwens zeer verrijkend. Ik betreur het dat zowel de Kerk als de humanistische organisaties die contacten niet wat meer aanmoedigen. Het feit dat ik het atheïstisch 'neen' niet kan beamen, doet niets af van de waarde van onderlinge contacten."
 

CK: Gelovigen en ongelovigen gaan op een verschillende manier om met de grote vragen en de grote confrontaties van het bestaan. Hoe doet u dat?


Vermeersch: "Ik heb voor mezelf een zingeving gemaakt. Het leven heeft intrinsiek geen zin, maar die moet je er wel zelf aan geven. Ik kan daar op heel concrete grensmomenten op terugvallen, heb ik kunnen vaststellen, ook in het aangezicht van de dood. Ik heb op zo'n moment minder behoefte aan de Bijbel dan aan Spinoza. Dat heeft misschien met mijn karakter te maken. Ik hou er niet van mijn emoties te volgen, maar tracht de zaak eerder intellectueel aan te pakken. Dat maakt wel dat ik mensen met angst of depressie moeilijk kan helpen, omdat je dan natuurlijk niet ver raakt met een intellectuele uiteenzetting. Ik heb lang getwijfeld, maar nu twijfel ik nooit meer over de fundamentele stellingname, namelijk dat de christelijke God niet bestaat. Rond ethische kwesties uit mijn eigen of andermans leven, daarrond heb ik natuurlijk wel vragen en twijfels. Maar die zijn er niet rond de uiteindelijke bestemming: als ik sterf, blijft er van mijn persoon niets over, geen ziel die wacht op de wederopstanding."


Schmidt: "Ik vind niet dat ik als gelovige beter 'gewapend' zou zijn tegen dergelijke breekpunten in het leven. Een atheïstische vriendin vertelde me wel eens dat ze vond dat gelovigen zich op zo'n moment minder eenzaam voelen, en dat zal wel zo zijn. Als je je in diep vertrouwen gedragen weet door een werkelijkheid, ook al is die transcendent, dan valt die fundamentele eenzaamheid inderdaad weg. Ik twijfel nooit aan mijn vertrouwen, maar er zijn natuurlijk wel zaken waar ik als gelovige geen antwoord op weet. Het probleem van het lijden bijvoorbeeld, lijden dat de mens zonder enige schuld en zonder eigen verantwoordelijkheid gewoon aangedaan wordt, daar weet ik ook als gelovige geen weg mee. Het verschil zit hem echter in het feit wat je met zo'n vraag doet. Voor een atheïst is het een bevestiging van zijn 'neen', voor mij is het iets dat mijn 'ja' wel in vraag stelt en me tot actie dwingt, maar dat mijn 'ja' niet wegneemt."

Ludo Meyvis

Wetenschappelijke apriori's tegenover het paranormale*

*Alhoewel er heel weinig kans is dat een diepgaande aantasting van het kerngebied van de wetenschappen zich nog zal voordoen, kan men niet volledig uitsluiten dat we ons op dit punt zouden vergissen. Daarom en ook wegens het feit dat zoveel mensen in het paranormale geloven, lijkt het nuttig dat een aantal onderzoekers ook op het empirische en het experimentele vlak de beweringen over het paranormale blijven controleren.

Prof. Etienne Vermeersch

 

Wetenschappelijke apriori's* tegenover het paranormale

In hetgeen volgt pogen we duidelijk te maken waarom het voor iemand met een rationele, wetenschappelijke instelling moeilijk valt om berichten over waarnemingen betreffende paranormale fenomenen voor waar aan te nemen.

 

Etienne Vermeersch

THE LOURDES EFFECT (English)

The number of fatal accidents to and from Lourdes in France is higher than the 67 so-called miracles, which in 2005 are only recognized by the Vatican.

Etienne Vermeersch

 

THE LOURDES EFFECT 

The skeptical interpretation of The Lourdes Effect concept was first elaborated upon by the Belgian philosopher of science and skeptic Etienne Vermeersch (1934-2019). Vermeersch uses the term in an ironic way to refer - apparently paradoxically - to a non-existent effect, namely the paranormal or miraculous as a supposed supernatural effect for which there is in fact just as much a naturalistic explanation (see also Ockham's razor). There are no clear concepts, verifiable observations and conclusive evidence in stories that suffer from what Vermeersch calls The Lourdes Effect. With the term he points to the problem of verification and falsification of so-called miracles of Lourdes, as well as the tendency of the believer to immunize himself by making vague or ambiguous and thus unverifiable claims before objective researchers: the existing testimonies about alleged miracles are often accompanied by vague observations or unverifiable personal anecdotes that are not based on scientific evidence.

Since the late 1960s, Vermeersch has profiled himself as a skeptic, both in the media and at the universities, where he lectures or debates the subject. He describes this as follows: 'Finally, it is worth noting that one can question strange stories characterized by what I like to call The Lourdes Effect...No one has ever gone to Lourdes without an arm and returned with an arm. The Lourdes Effect is that some 'forces' seem to have a kind of reluctance to manifest themselves in a completely unambiguous way. If the miraculous power of Lourdes really exists, there is no reason to think that it would be more difficult for Mary or for God to mend a severed arm than to heal a (hysterical?) paralysis or blindness. Also the observations and photos of eg. the "Loch Ness Monster", the "Abominable Snowman" (Yeti), and UFOs seem to lose fidelity and sharpness to a similar effect.'

Skeptics also link the concept to the selective critical thinking of some believers, better known as cherry picking : the 'hits' are remembered the 'misses' are ignored. Vermeersch noted, for example, that the number of fatal accidents to and from Lourdes in France is higher than the 67 so-called miracles, which in 2005 are only recognized by the Vatican. The criticism of the (alleged) miracles of Lourdes is probably as old as the pilgrimages themselves, but the critical angle has never been brought forward in such a systematic way as by Vermeersch.

A very early example of what Etienne Vermeersch will later define and elaborate can be found in Le Jardin d'Epicure by the French writer and Nobel laureate Anatole France (1894), albeit not yet under the term Lourdes Effect: All those canes, braces and crutches, and not a single glass eye, wooden leg, or toupee! A critical elaboration of the Lourdes argument can be found in the work 'Soul Searching' (US edition: 'Leaps of Faith') by the renowned psychologist Nicholas Humphrey from 1995. Humphrey calls it the Argument from Unwarranted Design and applies it mainly to the vague claims from parapsychology and Intelligent Design. The world-renowned skeptic and magician James Randi uses the term Lourdes Effect in the wake of and in the same sense as Etienne Vermeersch, as does Belgian columnist Hugo Camps.

HET LOURDES-EFFECT (Nederlands)

Etienne Vermeersch

HET LOURDES-EFFECT

De term Lourdes-effect (in een sceptische context) is bedacht door de Belgische wetenschapsfilosoof en scepticus Etienne Vermeersch. Het Lourdes-effect bestaat hierin dat sommige 'krachten' een soort huiver schijnen te hebben om zich op een volstrekt ondubbelzinnige manier te manifesteren. Wanneer de miraculeuze kracht van Lourdes echt bestaat dan is er geen enkele reden om te denken dat het voor de Heilige Maagd of voor God moeilijker zou zijn een afgerukte arm te herstellen dan een (hysterische?) verlamming of blindheid te genezen. Ook de waarnemingen en foto's van bijvoorbeeld het Monster van Loch Ness, UFO's en de Afschuwelijke Sneeuwman (Yeti) lijken door een vergelijkbaar effect aan betrouwbaarheid en scherpte in te boeten. 

Vermeersch gebruikt deze term om de selectieve, ontransparante en onkritische benadering van miracelen te doorprikken.

Sceptici zoals Vermeersch wijzen er ook op dat het aantal dodelijke ongevallen die zich voordoen op de weg van en naar Lourdes aanzienlijk hoger ligt dan de 67 vermeende wonderen door gebedsgenezing die in 2005 door het Vaticaan erkend werden.

Etienne Vermeersch over vaccineren

Etienne Vermeersch

Dit opiniestuk van Etienne Vermeersch is een reactie op een eerdere discussie tussen journalist Bart Eeckhout en filosoof en theoloog Hans Van Eyghen. Vandaar de verschillende onderwerpen waarop Vermeersch hieronder reageert. U kunt de oorspronkelijke discussie vinden op de website van De Morgen (klik op links infra). 

 

Het niet-vaccineren kan tot gevolg hebben dat de ziekte (endemisch) aanwezig blijft en dus medemensen in gevaar brengt.

Etienne Vermeersch

 

Opinie - De Morgen 3 november 2013 

Etienne Vermeersch

"Inenting tegen ziektes is een kinderrecht", schreef Bart Eeckhout deze week in een standpunt in deze krant. Juist, al bood filosoof Hans Van Eyghen weerwerk in deze kolommen (DM 31/10).

 

Van Eyghen neemt Eeckhout terecht op de korrel wanneer die het heeft over "de onzin dat de mens naar het beeld van God geschapen is". De passus hierover in het boek Genesis werd reeds door Philo van Alexandrië (tijdgenoot van Jezus) geïnterpreteerd als het feit dat de mens gekenmerkt is door de rede. Met lichte variaties werd hij hierin gevolgd door Clemens van Alexandrië (+213), Origenes (+254), en, meer uitgebreid, door Basilius en Gregorius van Nyssa (3de eeuw).

De hele kerkelijke traditie is hen hierin gevolgd. Dit als kenmerk van de mens beschouwen, was zeker geen 'onzin'. Philo zelf was hiertoe geïnspireerd door de Stoïcijnse traditie, bv. Panaetius en Posidonius (3de-2de eeuw v.C.), die de grondslag legde van de ideeën over de menselijke waardigheid. Cicero (+ 43 v.C.) werkte die uit en in de renaissance speelden ze een doorslaggevende rol, die ook nu nog nawerkt (bv. De hominis dignitate van Pico della Mirandola, 1486).

Deze gegevens tonen echter ook aan dat Van Eyghen ten onrechte denkt dat de verwijzing naar mensenrechten in essentie een christelijke bijdrage is. De gelijkwaardigheid van alle mensen werd reeds in Egypte beklemtoond in 2000 v.C., waar de oppergod zegt: "Ik maakte de vier winden opdat iedere mens hiervan kan ademen zoals zijn naaste. Ik maakte de grote overstroming (van de Nijl, EV) opdat de arme man daarop rechten zou hebben zoals de rijke. Ik bracht de vier goden tot leven vanuit mijn zweet, maar de mensen uit de tranen van mijn oog."

'Ik heb niemand doen wenen'
Welke ethische plichten daaruit voortvloeien vinden we onder andere in het Egyptische Dodenboek (ca 1500 v.C.). "Ik heb de hongerigen gespijzigd, de dorstigen gelaafd; ik heb geen seks gehad met een knaapje; ik heb niemand doen lijden, ik heb niemand doen wenen...".

In de kerk zingt men nu "Niemand leeft voor zichzelf...", maar Seneca (+65) zei al: "alteri vivas oportet, si vis tibi vivere" (je moet voor een ander leven, als je voor jezelf wilt leven). Je hebt dus geen 'christelijk geloofspunt' nodig om het over rechten en waardigheid van de mens te hebben.

Verketterd
Van Eyghen gaat eveneens uit de bocht daar waar hij niet beseft dat het probleem van de vaccinatie in essentie betrekking heeft op de rechten van het kind. Volwassenen hebben in onze visie inderdaad het recht om een vaccin en zelfs een bloedtransfusie te weigeren. Vanuit een morele visie die terecht meer en meer ingang vindt, staat het hen niet vrij een minderjarige, zelfs al is het hun eigen kind, beschermende of levensreddende middelen te ontzeggen. Dat geldt zowel voor vaccinatie als voor bloedtransfusies.

Wie een maatregel die een brede consensus van de medische wereld als zeer belangrijk voorstelt, weigert te aanvaarden, mag inderdaad 'verketterd' worden. Dat is des te meer het geval daar het niet-vaccineren tot gevolg kan hebben dat de ziekte (endemisch) aanwezig blijft en dus medemensen in gevaar brengt.

 

Addendum: standpunt Vermeersch over vaccinatie

De volksgezondheid is een te groot goed om het aan het volk zelf over te laten. Denk aan wat er ten tijde van de algemene vaccinatie tegen kinderverlamming in Nederland gebeurd is. Uit naam van de godsdienstvrijheid stond de overheid een uitzondering toe voor religieuze minderheden. De Staphorst-mensen en zo. Gevolg: terwijl de kwaal in België helemaal uitgeroeid was, werden in Nederland nog altijd kinderen met kinderverlamming geboren. Ook vandaag hoor je sommige homeopaten tegen vaccinatie pleiten. Het zou onze afweer ondermijnen. Dat zijn gevaarlijke ideeën. Zonder vaccinatie blijven ziekten endemisch en kunnen ze elk moment weer de kop opsteken.