Etienne Vermeersch materialist? U liegt! - student UGent

Zullen computers de mens verslaan? Zijn emoties in se materie? Etienne Vermeersch herbeluistert college van 30 november 1993 - Auditorium E voor ca. 700 studenten, UGent. Daarin krijgt Prof Vermeersch een schriftelijke vraag van een student. Over materialisme, emoties, verliefdheid en Cyrano de Bergerac.

 

De verwezenlijkingen van Etienne Vermeersch: Johan Braeckman in De Afspraak

Etienne Vermeersch (Ed. Johan Braeckman & Dirk Verhofstadt)

Met het overlijden van Etienne Vermeersch (1934-2019) is een zeer grote bibliotheek aan kennis en wijsheid teloorgegaan. Als vertrouwelingen hadden Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt vooraf de toestemming van Prof. Vermeersch en zijn vrouw Josiane gekregen om na zijn dood te snuisteren tot in de oudste files van zijn computer.

Etienne Vermeersch: De Zevende Dag (unieke beelden)

Johan Braeckman en co.

Etienne VERMEERSCH: De Zevende Dag 

Met dank aan VRT NWS voor het vrijgeven van deze exclusieve beelden voor de officiële websites van Prof Etienne Vermeersch. Bronvermelding: Beelden VRT NWS © - De Zevende Dag, 2019.

 

Johan Braeckman - Official Page #EtienneVermeersch #dezevendedag De Zevende Dag

In Memoriam: Prof. em. Etienne Vermeersch

Prof. Freddy Mortier
Etienne Vermeersch in Lichtpunt II Interview door Hugo Camps - programma Tijdgenoten, 2012.

 

In Memoriam: Prof. em. Etienne Vermeersch

Prof. Freddy Mortier, ethicus

 

Met Etienne Vermeersch verliest Vlaanderen één van zijn grote intellectuele vrijzinnigen, van het kaliber van Jaap Kruithof, Leo Apostel en Hugo Claus. Hij had als classicus en filosoof een enorme eruditie, als oprecht liefhebber van de harde wetenschappen een ontstellende natuurkennis, en was eigenlijk geïnteresseerd in of curieus naar alles, of het nu over wielrennen en Adorni ging of over de dynamiek van barsten in albasten vazen. In een gesprek met Etienne ging het, speels en zonder pretentie, allerlei ingenieuze kanten op tot hij zijn ironische stempel kon plaatsen: “Weet gij dat niet?”.

 

Zonder Vermeersch zou België er waarschijnlijk anders uit zien vandaag. Hij was een heel belangrijke stem in de totstandkoming van de abortus- en euthanasiewetten. Belangrijk is ook dat hij één van de eersten was om de milieuproblematiek op de agenda te plaatsen. Zijn “De ogen van de panda” zou in het Engelse taalgebied beslist een klassieker in de milieufilosofie geworden zijn.   

Freddy Mortier

Vlaanderen verliest belangrijke stem in het nationaal debat met Etienne Vermeersch (1934-2019)

Leonie Breebaart I Trouw - Nederland

Sceptisch, moedig, welbespraakt: met filosoof Etienne Vermeersch verliest Vlaanderen een belangrijke stem in het nationaal debat. 

Vorige week vrijdag, zo werd donderdag bekendgemaakt, overleed de 84-jarige de filosoof in Gent, de stad waar hij van 1967 tot 1997 als hoogleraar filosofie werkte. Hoewel Vermeersch, zoon van een Brugse spoorwegarbeider, bekend werd als atheïst, studeerde hij Klassieke Filologie bij de Jezuïeten. 

Euthanasie: Etienne Vermeersch reageert

Etienne Vermeersch

Euthanasie: Etienne Vermeersch reageert

Knack I 22 november 2017

Het is pijnlijk te moeten ervaren dat mensen zich gekrenkt voelen door een uitspraak die helemaal niet voor hen bedoeld is. Ik heb dit meegemaakt in verband met de NIPT-test en het Downsyndroom. Nu is de heer Patrick Garré gekwetst (‘Het laatste woord’, Knack
nr. 46). Uit de context van mijn betoog blijkt nochtans duidelijk dat ik personen bedoelde die zich, veelal vanaf het begin van het euthanasiedebat, herhaaldelijk als tegenstander hebben geuit in de media – of toch wat euthanasie voor niet-terminale patiënten betreft. Wanneer zij zich nu opnieuw uitspreken in verband met psychisch lijden komt dat weinig overtuigend over omdat zij er sowieso vijandig tegenover staan. Je kunt natuurlijk niet uitsluiten dat zij sindsdien geconfronteerd werden met ernstig psychisch lijden, maar blijkbaar weegt dat niet op tegen hun dogmatische houding. Ik respecteer uiteraard hun lijden, maar het lijkt me dat zij daardoor geen ernstige bijdrage kunnen leveren om af te wegen wat wel en wat niet gewenst is op dat vlak. Dat is wat ik wilde zeggen. Misschien wat kort door de bocht, maar grondig nuanceren is in een interview meestal niet mogelijk.

Sinds wanneer heeft de Kerk eerbied voor het leven?

Etienne Vermeersch

De Dijn vindt dat het de Kerk is die garant staat voor de absolute waarde van elk mensenleven. Komt hij van de planeet Mars? - Etienne Vermeersch

Natuurlijk moeten we mensen, met welke handicap ook, maximaal helpen

Etienne Vermeersch

Filosoof Etienne Vermeersch is uitzonderlijk hard voor zijn collega Ignaas Devisch: 'Ik streef naar genetische correctie, niet naar genetische optimalisatie. Hier werd manifest gelogen.'

De discussie in 'De Afspraak' over de NIP-test en het Downsyndroom had betrekking op een samenvatting van een telefonisch interview met mij over het thema in De Morgen (3/6).

Pleidooi voor vrije keuze.

Etienne Vermeersch

De column ‘Hopen op uitsterven?’ (DS, 6 juni) van Ignaas Devisch (ID) , die schijnbaar over mijn visie op NIPT en op Downsyndroom gaat, week zover van mijn echte opvattingen af, dat ik het eerst hopeloos vond erop te reageren. In De Afspraak (6 juni) bleek echter dat zijn betoog niet het gevolg was van een onvermogen om correct een tekst te lezen, maar om bewuste kwade trouw. Immers, toen ik tekstueel het foutieve van zijn lectuur aantoonde, bleef hij toch in zijn richting doordrammen.

Ik geef maar een paar voorbeelden. Hij schreef driemaal dat mijn ‘enig uitgangspunt’ is: een ‘plicht tot genetische optimalisatie’ om ‘alle’ imperfecties uit de wereld te helpen. In mijn tekst stond echter tweemaal dat ik het alleen heb over ‘zware handicaps’, die algemeen erkend worden als ‘sterk nadelig voor het individu’. Ik voegde er nadrukkelijk aan toe dat ik niet ‘het nastreven van een volmaakt kind’ bedoelde. Verder vond ik dat inzake de keuze voor abortus na een diagnose van Down “de mentaliteit zal evolueren”; ID schreef me in het debat tweemaal de uitdrukking “moet evalueren” toe, om te bewijzen dat ik de vrijheid wil aantasten. Hoe kan iemand die zonder verpinken tegen de evidente waarheid ingaat, zich nog ethicus noemen?

Pleidooi tegen rootisme

Etienne Vermeersch

Door de recente gebeurtenissen in verband met het Turkse referendum komt een betoog dat ik sinds 2002 houd tegen rootisme opnieuw in de actualiteit.

Ik beschouw het meer en meer als een belangrijke opgave voor de komende jaren dat we mensen van ‘allochtone’ afkomst ervan overtuigen dat het rootisme, zowel om pragmatische als om ethische redenen een verkeerde houding is. Etienne Vermeersch

De vrijheid van meningsuiting heeft haar rechten

Etienne Vermeersch

We moeten terughoudend zijn als we de vrijheid van meningsuiting willen aanpakken, vindt Etienne Vermeersch. Om meer dan één reden.

De Standaard - Opinie — De inzichten over het belang van vrijheid van meningsuiting zijn in Europa vooral ontstaan ten gevolge van de Dertigjarige Oorlog, in de zeventiende eeuw. Talloze mensen hadden toen het leven verloren in gevechten die in essentie betrekking hadden op de vraag wat de juiste vorm van christendom was: de protestantse of de katholieke. Pierre Bayle stelde vast dat er aan beide zijden intelligente en deugdzame mensen waren, die toch van mening verschilden over die centrale vraag. Blijkbaar was het antwoord daarop niet evident. Het principe dat alleen de waarheid rechten heeft en de leugen niet, was in deze context niet vol te houden. Er was immers geen absolute neutrale instantie die kon beslissen wat de waarheid was. Door vrijheid van meningsuiting kunnen alle opinies aan bod komen en alleen dat maakt het mogelijk dat uiteindelijk de waarheid komt bovendrijven.

Uitgaande van dit basisargument, komt men tot de wezenlijke vraag of die vrijheid ook grenzen kent. Vanuit een moreel uitgangspunt ligt het voor de hand dat we het goede nastreven en het kwade afwijzen. In verband met een maatschappij-ordening gaan we echter niet zover dat alles wat immoreel is, ook wettelijk verboden wordt. Ontrouw in vriendschappen, leugen, vernederende opmerkingen... verdienen onze afkeuring maar worden niet door de strafwet beteugeld.

Volgens de Koran is God barmhartig (dus ook voor dieren)

VERDOOFD SLACHTEN HOEFT HELEMAAL NIET PROBLEMATISCH TE ZIJN

Onlangs besliste de Raad van State dat een verbod op onverdoofd slachten in strijd is met de godsdienstvrijheid. Maar dat zo’n verbod een moslim in gewetensnood brengt, is compleet onwaar, schrijft Etienne Vermeersch. Dat staat zo in de Koran, en wel meermaals.

Door in te stemmen met een humanere wetgeving inzake slachten, zou de Moslimexecutieve aan iedereen kunnen duidelijk maken hoe centraal de barmhartigheid van God in zijn geloof staat.

 

In de Bijbel noch in de Koran is de huidige wijze van slachten voorgeschreven. Verdoofd slachten kón ook niet verboden worden: de huidige techniek bestond niet eens

Etienne Vermeersch

Wie op Google ‘If this is kosher…(long)’ intikt, krijgt een Youtube-filmpje te zien van een goede 11 minuten. Het is gemaakt door de joods-Amerikaanse schrijver Jonathan Safran Foer en zijn betoog wordt ondersteund door zowel orthodoxe als conservatieve rabbijnen. Het is moeilijk om tot het einde te blijven kijken, maar wie een stem wil hebben in het debat over onverdoofd slachten, moet dat zeker doen.

Het beeldmateriaal is opgenomen in koosjere slachthuizen, vooral bij Agriprocessors, het grootste koosjere slachthuis van de wereld. Safran Foer zegt dat de afgrijselijke beelden die je te zien krijgt, geen uitzondering vormen. Integendeel, nadat de hals van de koe is opengesneden ‘volgens de regels van de kunst’, blijft het dier in 20 procent van de gevallen bewust, soms meerdere minuten. Het is allicht mogelijk deze vorm van slachten iets efficiënter en minder gruwelijk te maken, maar alleen verdoofd slachten schakelt deze ontsporingen en dus ten minste deze vorm van dierenlijden met zekerheid uit.

Slavernij

Ik weet niet of de leden van de Raad van State die een algemene verplichting van verdoofd slachten strijdig vinden met de mensenrechten (DS 30 juni), deze video gezien hebben. Beseffen zij dat 20 procent van de miljoenen onverdoofde slachtingen wereldwijd zoveel zinloos dierenlijden inhoudt, dat al wie daar enige verantwoordelijkheid voor draagt, onder de grond zou moeten zinken van schaamte?

Tegenover dit lijden leggen zij de godsdienstvrijheid in de balans. Maar in de Bijbel noch in de Koran is de huidige wijze van slachten voorgeschreven. Overigens kon verdoofd slachten daar onmogelijk verboden worden, omdat de huidige techniek niet eens bestond. De actuele details van ritueel slachten zijn in de loop der tijden gepreciseerd in de Talmoed en de Sharia, maar die kunnen aangepast worden aan het algemene ethische aanvoelen van onze tijd. Dat is bijvoorbeeld gebeurd met de voorschriften inzake slavernij: noch door joden noch door moslims (behalve IS) worden die momenteel nog toegepast. Ook inzake slachting gebeurt dat: vlees van dieren die onder verdoving geslacht zijn, wordt vanuit Nieuw-Zeeland naar moslimlanden uitgevoerd.

In verband met de Koran moeten we op het volgende wijzen. Van de acht passussen waarin de regels voor halal voedsel besproken worden, zijn er vijf waarin uitdrukkelijk staat dat wie ertoe genoopt wordt die te overtreden, zich geen zorgen hoeft te maken. Viermaal wordt er bij vermeld: ‘God is vergevend en barmhartig’. Het is dus volkomen onjuist dat een verbod op onverdoofd slachten een echt gelovige moslim in gewetensnood kan brengen. Het verwondert mij dan ook dat de Moslimexecutieve deze gelegenheid niet aangrijpt om, door hun instemming met een humane wetgeving, aan iedereen duidelijk te maken dat Gods barmhartigheid een centraal geloofspunt van de islam is: iedere soera (behalve de 9de) begint immers met de woorden: ‘In naam van God de barmhartige, de erbarmende’. Waarom zou die barmhartigheid zich niet tot het dierenwelzijn uitstrekken?

 

Als men het immense dierenleed in de balans legt tegenover een praktijk die in geen enkele Openbaring is voorgeschreven, lijkt het me irrationeel te weigeren kennis te nemen van alle relevante gegevens. Het zou het Vlaams Parlement sieren deze uitspraak van de Raad van State met de mantel van Noach te bedekken.

Etienne Vermeersch

 

Besnijdenis

Nu weet ik wel dat het in de Raad van State, en ook bij andere juristen, gangbaar is te stellen dat men zich niet in theologische discussies mag mengen. Dat hoeft ook niet, maar bewuste onwetendheid verheerlijken, is iets helemaal anders. Er zijn voorschriften in de islam die manifest strijdig zijn met onze normen, zoals die over het gezag van de man over zijn echtgenote, en andere waarbij dat minder evident is, zoals die over de hand niet drukken van iemand van het andere geslacht. Als de overheid daarin regelend optreedt, dan is het zinvol dat men het relatief belang van onze norm afweegt tegenover het belang van een regel binnen een bepaalde godsdienst. Hoewel er bijvoorbeeld ernstige bezwaren zijn tegen besnijdenis van minderjarigen, is het beter dat niet onmiddellijk te verbieden, omdat dit – voor jongens – heel centraal is binnen de godsdienst. Voor de besnijdenis van meisjes geldt aan beide zijden het tegenovergestelde. Als men het immense dierenleed in de balans legt tegenover een praktijk die in geen enkele Openbaring is voorgeschreven, lijkt het me irrationeel te weigeren kennis te nemen van alle relevante gegevens. Het zou het Vlaams Parlement sieren deze uitspraak van de Raad van State met de mantel van Noach te bedekken.

"Etienne Vermeersch krijgt LEIFtime Achievement Award voor inzet voor euthanasiewetgeving"

LEIFtime Achievement Award

Filosoof Etienne Vermeersch kreeg maandagavond in Gooik de derde 'LEIFtime Achievement Award' uitgereikt, voor zijn jarenlange inzet voor euthanasiewetgeving. Dat meldt Wim Distelmans, voorzitter van het LevensEinde InformatieForum (LEIF). Distelmans brengt in herinnering dat Vermeersch de eerste was die erop wees dat mensen een zelfgekozen levenseinde moesten kunnen hebben. "Dat was al in 1971, op de toenmalige BRT", aldus Distelmans. Als voorzitter van het raadgevend comité voor bio-ethiek stelde Vermeersch ook als eerste een definitie op van euthanasie.

— De raad van bestuur van LEIF, met daarin onder meer Jef Vermassen, Rik Torfs en Christine Van Broeckhoven, looft Vermeersch voor zijn inzet bij het opstellen van de euthanasiewet. "Als voorzitter van het raadgevend comité voor bio-ethiek definieerde hij euthanasie", legt Distelmans uit. "Vooraleer je een wet kunt hebben, heb je natuurlijk een definitie nodig. Hij zat daarvoor op een serene manier aan tafel met voor- en tegenstanders. Binnen dat raadgevend comité stelde hij ook vier modaliteiten op voor de wetgever: de situatie van toen behouden, euthanasie uit het strafrecht halen, of het in het strafrecht laten met ofwel een controle vooraf of achteraf. De wetgever koos voor die laatste." De award werd uitgereikt tijdens een diner waar gekookt werd door vijf topkoks. De opbrengst van het diner, bijgewoond door meer dan 250 mensen, gaat integraal naar LEIF. "Vorig jaar haalden we 32.000 euro op", zegt Distelmans. "En we hopen dit jaar minstens evenveel op te halen. LEIF moet het immers hebben van giften, en krijgt geen structurele subsidie." Distelmans is ook tevreden vast te stellen dat elke democratische partij iemand naar het diner stuurt. "Dat duidt er toch op dat de politiek dit een belangrijk event vindt." Vorig jaar ging de LEIFtime Achievement Award naar drie oud-politici die zich ingezet hebben voor de ontwikkeling van palliatieve zorg: Frank Vandenbroucke, Magda Aelvoet en Vic Anciaux. (Belga)

Etienne Vermeersch over ethiek en zorg

Auteur: Harold Polis
Etienne Vermeersch door Jan Locus

De manier waarop we over grote ethische vragen spreken en denken is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Een van de wegbereiders van die veranderingen is zonder meer ethicus Etienne Vermeersch. Hoe kijkt hij naar de ontwikkelingen in de zorg? 

Jarenlang woedde er, ook in ons land, een intens debat over ethische hete hangijzers, zoals abortus en euthanasie. De debatten hadden een grote maatschappelijke en juridische dimensie, maar groeiden ook uit tot emotioneel geladen symbooldossiers. Zeker bij de aanvaarding van euthanasie speelde Etienne Vermeersch (1934), emeritus-hoogleraar en ere-vicerector aan de Universiteit Gent, een belangrijke rol, als professioneel ethicus en als publiek intellectueel.

Uiteindelijk stemden onze volksvertegenwoordigers een euthanasiewetgeving die een bredere invulling geeft aan de persoonlijke zelfbeschikking dan in tal van andere Europese lidstaten het geval is. Die maatschappelijke verschuiving is nauw verbonden geweest met de secularisering en de niet-aflatende ontwikkeling van de wetenschap, twee fenomenen die het denken en de loopbaan van Etienne Vermeersch fundamenteel hebben beïnvloed. Na het stopzetten van zijn jezuïetenopleiding werd hij militant atheïst. Vermeersch is een materialist die actief ingaat tegen allerlei vormen van bijgeloof en obscurantisme. Hij specialiseerde zich in wetenschapsfilosofie en de filosofische gevolgen van technologische ontwikkelingen, zoals cybernetica. In de loop der jaren groeide hij ook uit tot een veelgevraagd debater, een hoedanigheid die de boeken die hij heeft geschreven onterecht wat overschaduwt.

In De ogen van Panda. Een milieufilosofisch essay probeerde hij bijvoorbeeld eind jaren tachtig de essentie van de ecologische uitdagingen te vatten. De milieu-ethiek die hij in het boek heeft ontwikkeld, blijft tot vandaag overeind. Vermeersch ziet de oplossing vooral in een drastische beperking van het geboorteoverschot. Even belangrijk is de ecologische basishouding die Vermeersch ontwikkelt. In zijn visie heeft de mens in de loop der eeuwen de morele cirkel steeds vergroot. We vinden het belangrijk om zoveel mogelijk gelijke rechten te laten gelden, ook wat zorg betreft. Vermeersch pleit ervoor om die aandacht uit te breiden naar dieren en toekomende generaties, vooraleer de aarde onleefbaar wordt. Met dezelfde nuchterheid kijkt hij naar de manier waarop we vandaag welzijn en zorg organiseren.

De zorgvraag blijft toenemen. Professionele zorgwerkers staan onder druk. Zijn we het slachtoffer van ons succes?

Etienne Vermeersch: “Zeker in ziekenhuizen is die druk enorm voor verplegenden. Ze kunnen niet meer los en vrij de tijd nemen met een patiënt die het moeilijk heeft. Ze staan werkelijk onder druk. Het moet allemaal snel gaan. Het heeft uiteraard een financiële kant. Als je met directeurs erover praat, zullen die je zeggen dat het water hen aan de lippen staat. De feitelijke mogelijkheden van verzorgenden zijn inderdaad beperkt geworden. Ik heb minder ervaring met die kwestie in andere sectoren van de zorg.”

De technische kant van de behandeling wordt zodanig technisch, dat het menselijke aanvoelen vermindert. We hebben uiteraard een grotere gevoeligheid voor pijn. Persoonlijk vind ik dat men daar rekening mee moet houden.Etienne Vermeersch

Misschien is het ook zo dat men in de zorg de indruk heeft dat men de greep op het geheel verliest, omdat zorg bijvoorbeeld ook een heel technische aangelegenheid is geworden?

“Dat heeft wellicht ook iets te maken met het onderwijs. Mijn schoonmoeder was verpleegster en een aantal andere vrouwelijke familieleden ook. Als ik aan haar terugdenk, weet ik dat er een mentaliteitsverschil was. Of zij nu een uur langer bezig was met een patiënt, als dat nodig bleek, dan was dat voor haar geen probleem. Terwijl verpleegsters vandaag wellicht meer op een correcte navolging van hun uurrooster staan. Ze hebben dan niet de indruk dat ze een bijkomende inspanning moeten leveren in bepaalde zorgsituaties. Voor de introductie van antibiotica waren verpleegsters enorm getraind om volledig steriel te werken. Dat was meer dan een dogma, het was een levenshouding. Omdat we antibiotica hebben, is die mentaliteit verzwakt, wat natuurlijk niet goed is omdat antibiotica in toenemende mate resistent worden. Die ijzeren discipline van vroeger – die niet ideaal was, maar voordelen bood – is verminderd. Het feit dat verplegen vandaag een ‘normale’ job is, doet iets af van de mogelijkheid om zich totaal te engageren. Zoals je naar kantoor gaat, ga je naar het ziekenhuis, om een job uit te oefenen. Ik denk dat we aan die mentaliteit zouden kunnen werken. En dat we verplegen toch meer zouden kunnen beschouwen als een roeping, een opgave die meer voldoening biedt als je beseft dat je werkelijk iets betekent voor de patiënt. Het is niet louter de afhandeling van een routine.”

“Ik heb er persoonlijke ervaringen mee. Ik had ooit prostaatproblemen en onderging een pijnlijke behandeling. Ik zei aan de vrouwelijke arts dat de behandeling pijn deed, een lichte verdoving had geholpen. Haar antwoord was tekenend: ‘We doen dat zo bij jongetjes ook’. (lacht) Het is een mentaliteit. De technische kant van de behandeling wordt zodanig technisch, dat het menselijke aanvoelen vermindert. We hebben uiteraard een grotere gevoeligheid voor pijn. Persoonlijk vind ik dat men daar rekening mee moet houden.”

“Dat geldt ook wat onze gevoeligheid voor ongemak en onbehagen betreft. Men legt aan de mensen onvoldoende uit wat er tijdens een behandeling of operatie gebeurt. Na mijn hartoperatie was ik geïntubeerd, wat braakneigingen opwekt. Dat wou ik duidelijk maken, maar ik kon spreken noch schrijven op dat moment. Had men me gezegd dat ik me geen zorgen hoefde te maken, omdat de braakneigingen normaal waren en de buisjes toch alles opzuigen, dan was het probleem opgelost. Het is heel eenvoudig om dat uit te leggen. Dat niet doen is heel erg. Soms weten artsen het zelf niet, omdat ze die bepaalde ervaring niet hebben meegemaakt. Het merkwaardige is dat ik die ervaringen heb gehad, ondanks het feit dat men een beetje schrik heeft van mij. (glimlacht) Ik ben immers lid van de raad van bestuur van UZ Gent geweest. Ik mag uiteraard niet veralgemenen. Er zijn artsen die zeer goed informeren, maar een aantal heeft dat nog niet in de vingers.”

Heeft het ook te maken met het feit dat we er in de zorg van uitgaan dat we alles kunnen oplossen? Dat ‘alles’ is wel heel veel om te beheren, laat staan om uit te leggen.

“Het heeft te maken met de aard van de specialisatie. Toen ik aan de universiteit begon, kende ik een professor-chirurg die alles deed. Hij heeft nog de arm van mijn schoonmoeder geopereerd na een ongeval. Maar hij deed ook maag-, en hartoperaties. Hij had als arts een zeer breed overzicht van alle medische mogelijkheden. Vandaag is de specialisatie enorm en wordt er door gespecialiseerde artsen zeer veel kennis opgebouwd. Terwijl vroeger de algemene medische kennis groter was. Ik herinner me een arts die heel wat ervaring in Congo had opgedaan, waar hij in zeer bescheiden omstandigheden moest werken. Wel, die man had een techniek ontwikkeld om zonder bloedverlies te opereren – omdat hij in Congo niet anders kon. Zulke mensen verdwijnen uiteraard door de specialisatiedruk. Die toegenomen specialisatie is niet ideologisch geïnspireerd door een maakbaarheidsideaal. Ze is ontstaan uit de feiten, doordat de medische ontwikkeling nu eenmaal steeds verdergaat. De tweede stent die ik heb gekregen is geplaatst door dokters die niets anders deden dan stents plaatsen. Het is dan ook zeer goed gedaan. (glimlacht)”

“Ook op dit punt vind ik het essentieel dat patiënten op een humane manier informatie krijgen. Je gelooft het niet, maar je hebt mensen die dat echt slecht en brutaal aanpakken. Toen ik lezingen over euthanasie gaf voor artsen stond er op een mooie avond een chirurg recht die plompverloren zei: ‘Wat is dat nu voor een onzin, die euthanasie. Iedereen kan toch gewoon een revolver kopen als hij er een eind aan wil maken?’ Zo’n onzin heb ik dus echt gehoord. Je mag niet veralgemenen, want er zijn artsen die hun informerende taak zeer humaan opvatten. Maar informatie is dus niet brutaliteit. Je moet altijd denken: hoe zal de patiënt het verstaan? Je kan dingen zeggen die volstrekt waar zijn, maar die bij de patiënt verkeerd overkomen. Ik herinner me het geval van een arts, twintig jaar geleden, die tegen een patiënt zei: ‘Ik kan het nu wel zeggen, je hebt een kanker gehad en we hebben die genezen.’ Die patiënt reed naar huis en pleegde zelfmoord, omdat het woord kanker zo angstwekkend was.”

De medische wetenschap is zeer ver gevorderd, en levert vaak ingewikkelde informatie op en moeilijke keuzes. Vergroot dat niet de moeilijkheid om correct te informeren?

“Op dat vlak is er gelukkig een positieve evolutie. Weet je, in jaren zestig, zeventig werd artsen aangeraden om patiënten zoveel mogelijk af te schermen van gevoelige informatie. Door de aanvaarding van euthanasie is het bespreken van de dood veel opener geworden. Je kan meer zeggen aan de mensen dan vroeger. Neem nu de diagnose van een Downsyndroom. De hypothese van een abortus was vroeger gewoon onwettig. Vandaag gebeurt het in het merendeel van de gevallen en zijn het net de mensen die niet voor abortus kiezen die raar worden bekeken. Wat ook weer overdreven is, want mensen moeten hun eigen inzichten volgen. Maar de mentaliteit van patiënten is werkelijk diepgaand veranderd.”

“Zelf praat ik graag over de dood, om de eenvoudige reden dat ik er binnen een jaar of vijf bij ben. (glimlacht) Het doet me niets. Ik ben er niet bang van. Ik wil het wel zolang mogelijk uitstellen, dat is de pointe. Maar in het algemeen is de openheid groter. Artsen zullen er vandaag ook voor kiezen om de waarheid te zeggen, maar liefst op een oordeelkundige manier. Sommige mensen hebben er immers meer last mee dan anderen. Vroeger hadden artsen nood aan een deontologische code, waar ik tegen ben. Je moet weten wat helemaal niet kan en wat zeker moet. En daartussen ligt er een waaier van mogelijkheden, die je aftoetst en hanteert, afhankelijk van geval tot geval. Elk individu reageert anders. Ik heb verschillende mensen gekend die jaren hebben gestreden tegen kanker en die, toen het bericht kwam dat strijden zinloos was geworden, eerder gelijkmoedig voor euthanasie kozen. Zij waren voorbereid. Het verloopt veel meer ontspannen dan vroeger. Een goeie vriendin van me had haar euthanasie vastgelegd en op de geplande avond zag ze dat ik op tv kwam. Ze vroeg aan haar arts om even te wachten tot ze het programma had gezien. (glimlacht) Die soepelheid komt door de feiten. Het is zoals met de introductie van de pil. Die heeft ook een verreikende invloed gehad, op van alles. Zo is het met abortus en euthanasie ook gegaan. Ik heb die mentaliteitsverandering zelf zien gebeuren. Ik gaf elk jaar een college over ethische problemen, in de vorm van een discussie met een katholieke professor of met de aalmoezenier van een ziekenhuis. Vroeger waren de vragen van de studenten vrij conservatief. Ik heb hen in de loop der jaren progressiever zien worden, door de feiten zelf.”

“Dezelfde evolutie heb ik gezien bij de aanvaarding van crematie. Die aanvaarding is veel sneller gegaan dan ik had gedacht. Toen ik jong was, was crematie voor erge goddelozen. Ik heb moeten meemaken dat conservatief-katholieke familieleden van me kozen voor crematie. De feiten zelf doen de geesten rijpen. We moeten er alleen op bedacht zijn dat die feiten ons niet in een verkeerde richting laten gaan. Voor ontsporingen moeten we ons hoeden, zoals de al te technische benadering die de menselijkheid naar de achtergrond duwt.”

Levensbeschouwing speelt geen rol meer?

“Voor de meeste problemen maakt het niet uit of je in een katholiek of niet-katholiek ziekenhuis ligt. Je hebt van allebei goeie en slechte. Nog steeds echter heb ik in sommige katholieke ziekenhuizen een probleem met het levenseinde en het aanvaarden van euthanasie. Het afremmen of niet aanvaarden van euthanasie vind ik een gebrek aan respect voor de medemens. De levensbeschouwelijke strekking van het hospitaal wordt dan als reden ingeroepen, maar een hospitaal is een organisatie en heeft geen ideologie. Een individuele arts kan wel gewetensvragen hebben. Als die arts vindt dat hij euthanasie niet kan doen, moet hij er iemand bij roepen die het wel kan. Maar als hij het wel kan doen, dan heeft de directie daar niets mee te maken. Dat is nog een van de weinige weeffouten.”

De levensbeschouwing in de zorg verdwijnt, of het nu om katholieke of vrijzinnige instellingen betreft. Voor u levert dat geen problemen op?

“Wel, het probleem zou ik eerder in het onderwijs situeren. Er is een tekort aan behoorlijke levensbeschouwelijke opvoeding. Ik vind dat je in onze cultuur een schilderij met een godsdienstige achtergrond moet kunnen duiden. Hoe kan je anders die hele cultuur verstaan? Hetzelfde met literatuur. Men schijnt niet te beseffen hoe rijk die is. (begint spontaan een vers uit het theaterstuk The Merchant of Venice van William Shakespeare te citeren) ‘The quality of mercy is not strain’d.// It droppeth as the gentle rain from heaven// upon the place beneath. It is twice blest.// It blesseth him that gives and him that takes.’ Wat een fantastische tekst. Ik vind dat je niet alleen de Bijbel moet kennen, maar ook dit soort teksten. (glimlacht)”

“Levensbeschouwingen hebben positieve en negatieve kanten gehad. Dat moeten we doorgeven. Het is belangrijk dat men die traditie kent, zoals in het citaat van Shakespeare. Ik moet altijd het verschil tussen katholieken en protestanten uitleggen, alsof ik in Indië zou lesgeven. Men weet werkelijk van toeten noch blazen. Nu kan je zorg uiteraard uitbouwen in een bepaalde sfeer, katholiek, vrijzinnig of islamitisch. Maar de laatste eeuwen is er in het spoor van de Verlichting ook heel wat veranderd in ons denken over mensenrechten en zingeving. Die gemeenschappelijke kennis zou men toch zoveel mogelijk moeten bijbrengen aan aspirant-zorgverleners, in alle zorgopleidingen. Het is ondenkbaar dat men geen les zou geven over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de toepassing daarvan in de zorg. Of neem het beroepsgeheim: dat gaat al mee van in de tijd van Hippocrates. Zij het dat men toen vooral de privacy van de mensen thuis wilde beschermen. Deontologie moet je kaderen in een algemene visie op het respect voor elk individu.”

De feiten zelf doen de geesten rijpen. We moeten er alleen op bedacht zijn dat die feiten ons niet in een verkeerde richting laten gaan. Voor ontsporingen moeten we ons hoeden, zoals de al te technische benadering die de menselijkheid naar de achtergrond duwt.Etienne Vermeersch

Dat respect komt dus niet uit de lucht vallen. Je moet het leren.

“Absoluut. Je moet ook ingaan tegen iets dat traditioneel in het beroep van arts zat: paternalisme. Dat was niet zolang geleden de norm in dat beroep. ‘Wij weten het beter.’ Je moet erop wijzen dat dit niet mag. Hetzelfde met de mentaliteit van verplegenden om oudere mensen te behandelen als kinderen. Het gebeurt misschien met de beste bedoelingen, maar het getuigt ook van een onvoorstelbaar paternalisme. Behandel mensen met respect, ook als ze dement worden.”

U hebt een groot deel van uw leven doorgebracht met het debatteren over wetenschappelijke vooruitgang in de gezondheidszorg. Maakt de medicalisering ons naïef, omdat we misschien denken dat we aan alles wel een mouw kunnen passen? Of leven we, binnen de beperking van ons bestaan, in een comfort dat in de geschiedenis nooit zo groot is geweest?

“Dat laatste is in West-Europa zeker waar. Laat ik mezelf als voorbeeld nemen. Ik slik al ruim dertig jaar medicatie. Had ik dat niet gedaan, dan was de kans heel groot geweest dat ik allang dood was. De familie van mijn vader heeft neiging tot hoge bloeddruk. De oudsten stierven rond de vijftig. De jongsten van de familie, zoals mijn vader, kregen de eerste bloeddrukverlagende middelen. Die mensen hebben twintig jaar langer geleefd dan hun oudere broers en zussen. Het is natuurlijk naïef om te denken dat zo’n medische vooruitgang eeuwig doorgaat. Vroeg of laat verouderen je lichaamscellen toch. Zelfs als het lichaam vijfhonderd jaren oud zou worden, dan zit je nog met je brein en dat is eindig. Je zou niet meer weten wie je vijfhonderd jaar geleden was. (glimlacht) Je kan niet onsterfelijk zijn. Het is echter niet alleen de medische wereld die je gezondheid bepaalt. Gebruik vooral ook je gezond verstand. Een leek, en dan vooral mensen die niet wetenschappelijk geschoold zijn, is bijvoorbeeld niet in staat om aan zelfmedicatie te doen. We beschikken over enorme mogelijkheden, maar het gevaar op misbruik is reëel. Het evenwicht bewaren is een onnoemelijke opgave. Ik ben dus in algemene zin positief, op voorwaarde dat men niet al te optimistisch is en dat men, aan de andere kant, nagaat wat de risico’s zijn.”

En op voorwaarde dat men een dagelijkse dosis Shakespeare krijgt.

“(lacht en begint weer spontaan Shakespeare te citeren, uit het theaterstuk Macbeth dit keer) ‘To-morrow, and to-morrow, and to-morrow,// Creeps in this petty pace from day to day,// To the last syllable of recorded time.’ Prachtig toch En zo gaat dat maar verder. ‘Life's but a walking shadow, a poor player,// That struts and frets his hour upon the stage,// And then is heard no more. It is a tale// Told by an idiot, full of sound and fury,// Signifying nothing.’”

Herman De Dijn en Etienne Vermeersch bekampen elkaar voor het eerst in een interview

Joël De Ceulaer

De komende twintig zaterdagen kunt u in De Morgen kennismaken met de grootste denkers aller tijden. Bij de start van die boekenactie hoort een gesprek met twee van de grootste denkers van Vlaanderen. Etienne Vermeersch (81) en Herman De Dijn (72) houden er graag andere ideeën op na. 'Dat is wat jij niet kunt erkennen, Etienne: de tragiek van het leven.'

"Met de achteruitgang van het geloof is de interesse in filosofie sterk toegenomen", zegt Herman De Dijn. "Dat is wellicht geen toeval. Mensen willen antwoorden, oplossingen, zekerheid. Wat ze vijftig jaar geleden aan de pastoor vroegen, vragen ze vandaag aan de filosoof. Maar de filosoof heeft geen definitieve antwoorden. Dat is niet de bedoeling. Voor mij is filosofie vooral een verfijnd soort plezier. Ik doe het in elk geval zeker niet om de wereld te verbeteren."

"Ik zie dat toch anders", zegt Etienne Vermeersch. "Voor mij is een filosoof iemand die in staat is om een probleem te onderzoeken, en die kan helpen bij het vinden van een oplossing. Daar heb ik mij altijd sterk voor geëngageerd. Vooral door mijn bijdrage aan het euthanasiedebat heb ik toch geprobeerd om de wereld een beetje te verbeteren."