De verwezenlijkingen van Etienne Vermeersch: Johan Braeckman in De Afspraak

Etienne Vermeersch (Ed. Johan Braeckman & Dirk Verhofstadt)
Nagelaten Geschriften - Etienne Vermeersch (postuum)

Met het overlijden van Etienne Vermeersch (1934-2019) is een zeer grote bibliotheek aan kennis en wijsheid teloorgegaan. Als vertrouwelingen hadden Johan Braeckman en Dirk Verhofstadt vooraf de toestemming van Prof. Vermeersch en zijn vrouw Josiane gekregen om na zijn dood te snuisteren tot in de oudste files van zijn computer. Er werd ook minutieus gezocht in zijn gigantisch archief naar nieuwe teksten, of naar artikels die in de jaren '60 en '70 gepubliceerd werden in inmiddels vergane tijdschriften. Prof. Johan Braeckman vertelt in De Afspraak over de (belangrijkste) intellectuele, ethische, bioethische en andere verwezenlijkingen van Prof. Etienne Vermeersch. Tevens stelt Johan Braeckman postuum het laatste boek van Etienne Vermeersch voor: 'NAGELATEN GESCHRIFTEN'. Braeckman was destijds assistent van Vermeersch, bij wie hij ook doctoreerde. Door de jaren heen groeide er tussen hen een sterke vriendschapsband. Prof. Etienne Vermeersch was decennialang de meest invloedrijke intellectueel van Vlaanderen (en België als het om nationale ethische kwesties ging, die vaak pas na tientallen jaren debat in wetgeving werden omgezet). Hij overleed op 18 januari 2019. NAGELATEN GESCHRIFTEN bevat essays, lezingen, artikels, opiniestukken, en interviewsnover de meest uiteenlopende onderwerpen die nog steeds actueel zijn, onder meer :

  • In wijsheid is veel verdriet
  • Vrijheid als filosofisch en maatschappelijk vraagstuk
  • En de mens schept de natuur
  • Het licht van de rede
  • Televisie en moraal
  • De nieuwe politieke cultuur
  • Wat poëzie voor mij betekent
  • De dood en euthanasie
  • Ethische grenzen aan de gezondheidszorg
  • Over de multiculturele samenleving
  • De Belgische euthanasiewet
  • Adorno en de Verlichting
  • De Mattheuspassie
  • Over skepticisme
  • Ecofilosofie: een nieuwe manier van denken?
  • Informatie en Filosofie
  • De islam en de hoofddoek in België
  • Depressies en zo: ik heb daar geen tijd voor

 

Braeckman en Verhofstadt brengen met dit boek een eerbetoon aan de intellectuele erfenis van de belangrijkste Belgische wetenschapsfilosoof, ethicus en maatschappelijk debater van de laatste dertig jaar.

In Memoriam: Prof. emeritus Etienne Vermeersch

Freddy Mortier

Zonder Vermeersch zou België er waarschijnlijk anders uit zien vandaag. Hij was een heel belangrijke stem in de totstandkoming van de abortus- en euthanasiewetten. Belangrijk is ook dat hij één van de eersten was om de milieuproblematiek op de agenda te plaatsen. Zijn “De ogen van de panda” zou in het Engelse taalgebied beslist een klassieker in de milieufilosofie geworden zijn.  Prof. Freddy Mortier

Met Etienne Vermeersch verliest Vlaanderen één van zijn grote intellectuele vrijzinnigen, van het kaliber van Jaap Kruithof, Leo Apostel en Hugo Claus. Hij had als classicus en filosoof een enorme eruditie, als oprecht liefhebber van de harde wetenschappen een ontstellende natuurkennis, en was eigenlijk geïnteresseerd in of curieus naar alles, of het nu over wielrennen en Adorni ging of over de dynamiek van barsten in albasten vazen. In een gesprek met Etienne ging het, speels en zonder pretentie, allerlei ingenieuze kanten op tot hij zijn ironische stempel kon plaatsen: “Weet gij dat niet?”. Geen prof die dat nog zou durven doen vandaag, op straffe van het verwijt van elitarisme, maar hij kwam er stijlvol mee weg, hoewel ik sommige mensen ook wel geïrriteerd heb gezien na zo’n socratisch gesprek. Zonder Vermeersch zou België er waarschijnlijk anders uit zien vandaag. Hij was een heel belangrijke stem in de totstandkoming van de abortus- en euthanasiewetten. Hij geloofde zo sterk in de kracht van argumenten dat zijn geloof daarin alleen al menigeen moet hebben overtuigd. Etienne had de kracht van zijn overtuiging en was een Verlichtingsfiguur.

(klik en lees verder)

Het morele statuut van het embryo (bis) - Van hellend vlak naar goede balans

Het morele statuut van het embryo (bis) Van hellend vlak naar goede balans

Respect voor alle stadia van een mensenleven, Etienne Vermeersch vindt dat een belangrijk en dwingend gegeven. Alleen is het nooit absoluut: de invulling ervan hangt samen met hoe een samenleving evolueert, ook in haar denken over ethische kwesties.

Etienne Vermeersch I De Standaard - Opinie, 22 april 2014

— De Vlaamse rectoren nemen gezamenlijk de verdediging op van het wetenschappelijk onderzoek inzake embryo's en verzetten zich tegen het burgerinitiatief One of us, dat de Europese Commissie oproept dit onderzoek te verhinderen (DS 10 april). Collega Herman De Dijn (DS 19 april) geeft toe dat de rectoren terecht verwijzen naar de vooruitgang op medisch gebied die deze experimenten tot stand kunnen brengen. Hij vindt echter dat ze aan de kern van de zaak voorbijgaan: 'Als het menselijk embryo, ook al is het slechts potentieel menselijk leven, dezelfde waardigheid heeft als een mens, en als menselijke waardigheid niet toelaat dat welke mens dan ook tot louter middel gereduceerd mag worden, dan zijn de argumenten van de rectoren naast de kwestie.' Hij lijkt zelfs te suggereren dat de rectoren zich laten leiden 'door naïviteit ten aanzien van de mogelijke al dan niet bedoelde neveneffecten van de vooruitgang'.

Ik kan hem op dat vlak geruststellen. De problematiek van het statuut van het embryo in verband met experimenten is maandenlang het voorwerp van een diepgaande discussie geweest binnen het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Het verslag hiervan staat in het 'Advies' van 16 september 2002 (Zie De Adviezen van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek 2000-2004). Ikzelf heb in mijn laatste boek, Provençaalse gesprekken, een analyse voorgelegd van het statuut van het embryo, waarin ik al de thema's die De Dijn naar voren brengt, bespreek. Hij houdt met dit alles geen rekening en evenmin met de discussies op het internationale vlak. Hij beperkt zich tot retorische vragen 'moet niet, naar analogie van het ongeboren leven ook aan embryo's een speciale waardigheid toegekend worden?', hypothetische formuleringen 'Als...als...' of dogmatische uitspraken: 'En dat alleen mensen die bekwaam zijn tot (bepaalde vormen) van bewustzijn menselijke waardigheid bezitten, is gewoon onjuist.' Een antwoord op die vragen of een fundering van die uitspraken legt hij niet voor. Hij heeft gelijk als hij betoogt dat de speciale waardigheid die aan mensen toekomt, niet door wetenschap aangetoond of ontkend kan worden. Hij maakt echter niet duidelijk waar we dan wel uitsluitsel kunnen vinden over de reikwijdte van deze waardigheid en de fundering ervan.

Van de Oudheid tot nu

Normen en waarden staan niet in de sterren geschreven. Ze bestaan ook niet op zichzelf. Waarden worden dooreen en uiteindelijk door de mensengemeenschap toegekend en de normen die eruit voortvloeien, uiten zich in al dan niet expliciete morele voorschriften of juridische regels, die binnen maatschappijen tot stand komen.

Het statuut van de slavernij, bijvoorbeeld, is in wezen niets anders dan het reduceren van medemensen tot louter middel. Toch hebben noch de voornaamste denkers van de Oudheid (met uitzondering van Philo van Alexandrië), noch het Oude of het Nieuwe Testament, noch de christelijke Kerkvaders en theologen tot de 16de eeuw, ingezien dat dit een verregaande aantasting was van de menselijke waardigheid. Ook bij de theologen van de islam is die bedenking nooit opgekomen. De verklaring is dat binnen de maatschappijen waarin ze leefden, het besef van de omvang die deze waardigheid kan krijgen, nog niet tot stand gekomen was.

In verband met het statuut van het embryo stel je een vergelijkbare evolutie vast. Uit de ethische en juridische teksten van het Oude Nabije Oosten blijkt dat de ongeboren vrucht als eenobject werd beschouwd (de waarde was ongeveer die van een ploeg). Dit geldt ook voor het Oud Testament (Ex. 21, 22-23 is de enige passus uit de hele Bijbel die voor het statuut van embryo en foetus expliciet relevant is).

In zeer veel culturen hing de opname in de mensengemeenschap af van een beslissing van de ouders, of van de vader alleen (zoals het geval was in Rome). Bij Aristoteles komt de vraag naar voren wanneer het embryo 'vorm' krijgt, 'bezield' wordt (na 40 dagen voor een jongen, na 90 dagen voor een meisje). Deze opvatting leidt dan in het christendom, via die formulering van Ex. 21, 22-23 tot het onderscheid tussen een 'gevormde foetus' (foetus formatus), na 40 of 90 dagen en een 'ongevormde' (foetus informis) daarvoor. Doorheen de bijna unanieme christelijke traditie werd alleen de abortus van een foetus formatus als moord beschouwd. De foetus informis was dus geen mens. Pas in 1869 schafte de Kerk dat onderscheid af.

Stoffelijke resten en hoe ermee om te gaan

Dat normen en waarden hun oorsprong en grondslag vinden in een maatschappelijke meerderheid of consensus, blijkt ook uit de recente ontwikkelingen inzake abortus, in-vitrofertilisatie of pre-implantatiediagnostiek. Het nadenken daarover door ethici en andere betrokkenen heeft langzamerhand geleid tot het besef dat de vragen in dit verband niet op te lossen zijn vanuit de alles-of-nietspositie die collega De Dijn soms suggereert. Je hebt niet ofwel de volledige menselijke waardigheid, ofwel helemaal niets. De eerbied tegenover het stoffelijk overschot van mensen, waarover De Dijn zinnige dingen zegt, toont hetzelfde aan. Hoewel een lijk geen mens meer is, heeft het toch nog deel aan de menselijke waardigheid, maar niet op een absolute wijze. We aanvaarden ingrepen op een lijk bij een autopsie om juridische redenen, bij anatomie-onderwijs (via voorafgaande goedkeuring) en voor transplantaties (via impliciete goedkeuring).

Bij onderzoek van het embryo en de foetus kan je vaststellen dat er tussen vroegere en latere stadia verschillen zijn inzake de waarschijnlijkheid dat er uiteindelijk een mens geboren wordt, inzake de structuurgelijkheid tussen, bijvoorbeeld, een vroeg embryo en een late foetus en inzake de afhankelijkheid van een specifieke omgeving: een foetus van 30 weken kan buiten de baarmoeder tot een kind uitgroeien, een embryo van 8 weken niet. In het eerder vermelde artikel toon ik aan hoe je, op basis van die gegevens, tot een ethische appreciatie betreffende het statuut kan komen. Hiervan uitgaande kan je dan de relatieve mate van beschermwaardigheid van embryo en foetus afwegen tegen het belang van de bedoelde experimenten voor het algemeen menselijk welzijn. Meer en meer mensen nemen nu aan dat bepaalde experimenten op het pre-embryo, na een dergelijke afweging toelaatbaar en zelfs gewenst zijn.

Het is niet helemaal fair te suggereren dat onze onderzoekers, en de rectoren die hen ondersteunen, geen rekening zouden houden met de genuanceerde betogen die over deze thematiek bij ons en elders werden gehouden.

Respect voor alle stadia die naar het leven van een mens leiden, en ook voor de stadia na dat leven, moet zeker een belangrijke waarde binnen de mensengemeenschap blijven; maar dat respect is geen monolithisch blok. We moeten het telkens weer in de balans leggen met het respect voor andere maatschappelijk relevante waarden.

professor Etienne Vermeersch,

ethicus

Legalisering euthanasie bij dementie - Prof. Etienne Vermeersch (bio-ethicus)

Legalisering euthanasie bij dementie - Prof. Etienne Vermeersch (bio-ethicus)

Over euthanasie bij minderjarigen en bij dementie. Is palliatieve sedatie een vorm van trage euthanasie? Over kerk en weerstand, en Hugo Claus. Wat Prof. Etienne Vermeersch nog wilde realiseren, inperken en legaliseren inzake het levenseinde.

De gevolgen van Wetenschap-Technologie-Kapitalisme... Prof. Etienne Vermeersch

15 februari 2012 – Prof. em. dr. Etienne Vermeersch beschrijft in op een zeer boeiende, begrijpbare en gedreven manier de geschiedenis van de wetenschap, zoals het ontstaan en de ontwikkeling van de wiskunde, de astronomie, de statica, hydrostatica, optica... De opkomst van nieuwe technologie (ca. 1300 ontstaan brillen en het kanon), de metallurgie, de mijnbouw... De opkomst van de moderne fysica en het opkomende kapitalisme. Gaandeweg analyseert Vermeersch de gevolgen van de interne dynamiek tussen Wetenschap-Technologie-Kapitalisme (WTK), welke hij koppelt aan het catastrofale probleem van de mondiale overbevolking en de nood aan onderwijs voor vrouwen wereldwijd.


 

Etienne Vermeersch: het overbevolkingsprobleem

Etienne Vermeersch

Etienne Vermeersch: het overbevolkingsprobleem 

Prof. Etienne Vermeersch in gesprek met Dirk Verhofstadt. Dinsdag 22 maart 2011, opgenomen in het legendarische Aud. E (UGent), waar Vermeersch 30 jaar lang de cursus 'Historisch overzicht van de wijsbegeerte' gaf aan tienduizenden studenten.

Producent opname: Tom Schoepen, © 2011. Regie: Benny Vandendriessche.

Etienne Vermeersch: 'negatieve' en 'positieve eugenetica'. Risico's en absurde situaties.

Rome en moderne ethische vraagstukken. Prof. Etienne Vermeersch over 'negatieve' en 'positieve eugenetica'. Risico's en absurde situaties. Voordracht op dinsdag 22 maart 2011 met moderator Dirk Verhofstadt. Opgenomen in het legendarische Auditorium E, waar Vermeersch 35 jaar lang de cursus 'Historisch overzicht van de wijsbegeerte' gaf aan tienduizenden studenten.

Regie: Benny Vandendriessche. Producent opname: Tom Schoepen, © 2011.

Meer vrouwelijke wetenschapsters verdienen een standbeeld

Etienne Vermeersch
Wikimedia Commons - Marie Curie

Er bestaat geen aimabeler intellectueel dan Etienne Vermeersch. En geen grotere aanhanger van het feminisme. Voor Wax blikt de Vlaamse denker terug op zijn woelige studentenjaren en op het feministisch reveil dat hem persoonlijk transformeerde.

'Ik vind het ergerlijk dat veel hedendaagse feministes nauwelijks iets weten over de strijd van de wetenschapsters uit het verleden.'

Kunnen we dan nu ons verstand gebruiken? (klimaat)

Etienne Vermeersch

Kunnen we dan nu ons verstand gebruiken? (klimaat)

Mislukt of niet, de klimaattop in Kopenhagen heeft volgens Etienne Vermeersch één verdienste: eindelijk is aan heel de wereld betrokkenheid gevraagd om een wereldwijd milieuprobleem aan te pakken. Maar we hebben nog een hele weg af te leggen als we onze planeet nog echt willen redden.Dit alles leidt ooit tot  de ineenstorting van het totale ecosysteem van de aarde.

Terwijl ik dit schrijf verkeren we nog in het ongewisse over een eventueel resultaat van de klimaatconferentie in Kopenhagen. Bijna zeker moeten we geen bindende afspraken verwachten over de uitstoot van broeikasgassen. Toch kan een mislukt Kopenhagen op een aantal terreinen een keerpunt betekenen: sommige trends moeten we voortzetten; op andere punten moeten we bijschaven. Positief is dat men voor de eerste maal een akkoord nastreeft waarbij van iedereen een reële betrokkenheid bij het klimaatprobleem wordt verwacht.

Binnen het Kyoto-protocol hadden de ontwikkelingslanden geen eigen verplichtingen; wel konden de industrielanden er investeringen doen die de uitstoot beperkten. Kyoto is mislukt, maar Kopenhagen ging, althans qua inzet, een stap verder.

Van nu af aan zullen bij vergelijkbare conferenties, alle landen een stem in het kapittel hebben. Dat kan een louter symbolische vooruitgang lijken, maar dat symbool houdt in dat, althans in principe, alle regeringen akkoord gaan dat de milieuproblematiek iedereen aanbelangt.

Afvalbakken

Er was een lange weg nodig om daartoe te komen. Rachel Carson wees in 1962 (Silent Spring) op de wereldwijde gevolgen van het gebruik van DDT. Er kwam een tweede schok met het rapport van de Club van Rome in 1972 dat de draagkracht van de aarde onderzocht op het gebied van productie en consumptie; met als besluit dat er 'grenzen aan de groei' zijn. De petroleumcrisis van 1973 liet het bredere publiek aan den lijve de eindigheid van veel energiebronnen ondervinden. Op het officiële politieke niveau van de Verenigde Naties beklemtoonde het Rapport: 'Our Common Future' (1987) de planetaire omvang dit eindigheidsprobleem en de noodzaak van 'duurzame ontwikkeling' overal. Intussen had de eerste World Climate Conference (1979) de aandacht gevestigd op het broeikaseffect. De oprichting van het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) in 1988 verleende aan dit specifieke thema een bijzondere dynamiek. De opeenvolgende rapporten van het IPPC beklemtoonden zowel de wereldwijde impact van 'climate change' , als de urgentie er iets aan te doen. Beide aspecten drongen nagenoeg overal tot de politieke leiders door, zodat daadwerkelijk handelen onvermijdelijk bleek.

Dit - relatief - succes had, paradoxaal genoeg, een keerzijde. Het ecologisch denken en handelen kreeg een enorme stimulans, maar tevens ontstond de neiging om het te herleiden tot het broeikaseffect. Zoals ik in mijn boek De Ogen van de Panda (1988) heb betoogd, is het milieuprobleem de ontsporing van een wereldsysteem dat ik het WTK-bestel noem en dat, onder de stuwkracht van de interactie van Wetenschap, Technologie en Kapitalistische economie, tot een ononderbroken expansie leidt. Hierbij worden de hulpbronnen: energievoorraden, vruchtbare bodem, zoetwater, grondstoffen, die allemaal een eindig karakter hebben, steeds sneller opgebruikt. Dit bestel produceert op een toenemende wijze afval, dat we in afvalbakken achterlaten. Maar al die afvalbakken zijn eindig: lucht, bodem, grondwater, oppervlaktewater en uiteindelijk de zeeën. Onvermijdelijk moeten die dus eens het niveau van onomkeerbare schade bereiken. Het broeikaseffect is daar één aspect van, maar op lange termijn wordt dit pollutieprobleem universeel. Uiteindelijk leidt dit alles tot de uitroeiing van dieren en planten: afnemen van de biodiversiteit en ooit tot de ineenstorting van het totale ecosysteem van de aarde. Zo'n algemene karakterisering kan een breder inzicht bieden in de zin van het ecologisch handelen: zelfs als de klimaatsceptici (die de rol van de broeikasgassen overtrokken vinden) gelijk zouden hebben, verandert dat niets aan de vaststelling dat de fossiele brandstoffen die we nu gebruiken, eens uitgeput zullen zijn en dat binnenkort de tropische regenwouden zullen verdwijnen. Het reduceren van het probleem tot de klimaatverandering, kan ons vooral ook de grondslagen van de milieuproblematiek en de brede waaier van noodzakelijke oplossingen uit het oog doen verliezen.

Bevolkingsexplosie

De ontwikkeling van het WTK-bestel sinds circa 1750 in het Westen, maar wereldwijd sinds 1950, heeft vooreerst de voorwaarden geschapen voor een ongehoorde explosie van de wereldbevolking, maar heeft ook geleid tot een explosie van totaal nieuwe consumptiegoederen en een mentaliteitswijziging die de behoefte aan die goederen onophoudelijk stimuleert. De expansie van productiemiddelen en consumptiebehoeften vertoont een dynamiek die in de rijke landen al moeilijk in te tomen valt. Wanneer de armen, minstens op ethische gronden, op een enigszins vergelijkbaar niveau moeten komen, bijvoorbeeld minimaal vijf maal hun ecologische voetafdruk (per persoon) van nu, dan betekent dat voor een wereldbevolking van ongeveer negen miljard in 2050, een onvoorstelbare toename van consumptie en productie en dus ook van alle milieuproblemen in het spoor ervan. De gedachte dat ons 'ruimteschip aarde' dit, alleen door verbetering van de technieken aankan, getuigt van een verregaande irrationaliteit. In 1988 formuleerde ik het 'ethisch-ecologisch probleem' als volgt: 'Ons wereldsysteem zal de ecologische ineenstorting slechts kunnen uitstellen in de mate waarin aan het gelijkwaardigheidsbeginsel (tegenover de armen) afbreuk wordt gedaan.'

Dat het stopzetten van de bevolkingsexplosie, inclusief bij ons (veel grotere voetafdruk) een onontkoombare factor is van een oplossing, als (als!) die nog haalbaar is, zou voor iedereen een evidentie moeten zijn. Toch slagen alle internationale milieuconferenties er tot nu toe in dit basisprobleem volkomen te verdonkeremanen. Kan de mislukking van Kopenhagen eindelijk de redelijkheid ten goede komen?

Over wetenschap, politiek en onwetendheid

Etienne Vermeersch

 'Eén van de bepalingen in het wetsontwerp-Colla is een aanval op het wezenlijkste dat ons nog van de Verlichting rest'.

Begin november publiceerden negentien wetenschappers en wijsgeren een kritiek op het wetsontwerp inzake de alternatieve geneeswijzen van minister van Volksgezondheid Marcel Colla. Op 19 november werd dit stuk in De Morgen aangevallen door Serge Gutwirth (G) en Koen Raes (R). Dit artikel kan ik niet zomaar laten voorbijgaan. Meerdere mensen van de "negentien" ken ik persoonlijk en ik weet goed dat hun wetenschap hen nooit belet heeft zich in het maatschappelijk gebeuren te engageren. Dat men zulke mensen meent te moeten herinneren aan Hiroshima en "dokter" Mengele, gaat mij te ver. Verder heeft men het over positivistische zelfgenoegzaamheid en over het aanmatigende beeld van de wetenschap, daar waar de "negentien" duidelijk stellen: "Wetenschap is een proces van vallen en opstaan, waarbij dwalingen en misleidingen uiteraard voorkomen. Geen enkele instelling of groep van geleerden heeft daarbij de waarheid in pacht". Wie enige notie heeft van wetenschapsgeschiedenis beseft dat wetenschappers individueel of in groepsverband door allerlei factoren worden beïnvloed, maar ook dat een groeiende consensus van specialisten op lange termijn het belangrijkste criterium van betrouwbaarheid is dat deze wereld kent. De simplificerende uitspraken van G en R kunnen daar niets aan veranderen; maar over al die zaken gaat het hier niet.