Er bestaat geen aimabeler intellectueel dan Etienne Vermeersch. En geen grotere aanhanger van het feminisme. Voor Wax blikt de Vlaamse denker terug op zijn woelige studentenjaren en op het feministisch reveil dat hem persoonlijk transformeerde.
'Ik vind het ergerlijk dat veel hedendaagse feministes nauwelijks iets weten over de strijd van de wetenschapsters uit het verleden.'
Etienne Vermeersch vertelt waarom u het boek "De welwillenden" moet lezen. 'Het greep me naar de keel'.
Toen ik enkele jaren geleden, om even te bekomen na mijn eerste infarct, besloot eindelijk Célines Voyage au bout de la nuit te lezen, meende ik op het vlak van cynische literatuur het nec plus ultra gevonden te hebben. Maar Jonathan Littell heeft in Les bienveillantes nog enkele registers meer dan Céline. Desondanks, of misschien juist daarom, greep het boek me naar de keel. Bijna dwangmatig las ik door tot de 'welwillende' wraakgodinnen in de laatste zin opdoemen.
Het is de hoogste tijd dat tijdens deze regeerperiode gewerkt wordt aan een uitbreiding van euthanasie bij dementie.
Etienne Vermeersch, 2008
We hadden het kunnen verwachten, maar toch worden we het niet gewoon. Sinds meer dan dertig jaar herhalen de voorstanders van de euthanasiewetgeving dat zij geen uitspraken doen over andere mensen, dat zij het niet over de menselijke waardigheid in het algemeen hebben, en natuurlijk, dat zij niemand, maar dan ook niemand iets willen opdringen. Wij vragen alleen dat ieder mens die geconfronteerd wordt met lijden en aftakeling - met wat hij/zij voor zichzelf als lijden en aftakeling beschouwt - daaraan op waardige wijze een einde zou mogen maken.
Etienne Vermeersch - De Standaard I Opinie - 22 / 3 / 2008
Wellicht gaan zij die aan anderen eeuwenlang een eenheidsdenken over leven en dood hebben opgelegd, ervan uit dat iedereen die voor zichzelf - en alleen voor zichzelf - een andere visie ontwikkelt, die meteen ook aan anderen wil opdringen.
Etienne Vermeersch, 2008
Meer dan anderhalf jaar geleden heb ik met Hugo Claus over zijn mogelijke euthanasie gesproken. Had hij het daarbij over het feit dat hij 'zijn familie niet meer tot last wou zijn, de ziekteverzekering niet wou opzadelen met medische en verzorgingskosten', zoals broeder Stockman schrijft?
Neen.
Vond hij dat andere dementen zijn voorbeeld moesten volgen?
Neen.
Hij had het heel gewoon over het feit dat hij, Hugo, die jarenlange aftakeling niet wou meemaken. Hij had altijd een zelfbeeld gehad van de creatieve persoon die zijn lot in eigen handen nam, voor wie 'Ni Dieu, Ni Maître' (Geen God, Geen Meester, red.)geen slogan, maar een levenshouding was. Daarbij kwam geen afkeuring over de levenskeuze van bijvoorbeeld Gerard Reve over zijn lippen. Wel wou hij voor zichzelf een andere keuze maken.
Vanwaar komt toch die blijkbaar maniakale gedachte dat iemand die voor zichzelf een wijze van leven en sterven kiest, zonder anderen een strobreed in de weg te leggen, daarbij die anderen als 'eng, dom en kwezelachtig' (Stockman) zou beschouwen?
Wellicht gaan zij die aan anderen eeuwenlang een eenheidsdenken over leven en dood hebben opgelegd, ervan uit dat iedereen die voor zichzelf - en alleen voor zichzelf - een andere visie ontwikkelt, die meteen ook aan anderen wil opdringen. Dogmatici denken blijkbaar dat iedereen die een afwijkende mening heeft, ook zelf een dogmaticus wil zijn.
De werkelijkheid is echter van een heel andere orde. In Frankrijk is zopas weer gebleken hoe gruwelijk een samenleving kan zijn die een vreselijk lijdende vrouw weigert te helpen en haar in eenzaamheid een pijnlijke dood laat sterven. Christelijke naastenliefde heet dat.
En ook in België gaan na Hugo's dood de mensen zich niet tot euthanasie verplicht voelen. Wel integendeel, nog altijd is het in sommige katholieke ziekenhuizen zo - en ik kan recente voorbeelden geven - dat aan patiënten die mateloos lijden een waardig sterven wordt ontzegd. Dat 'broeder van liefde' Stockman maar beter zijn gezag laat gelden om daar orde op zaken te stellen.
Hoewel ons land door zijn wetgeving wereldwijd vanuit ethisch oogpunt op een eenzame hoogte staat, is het bevrijdend karakter ervan nog niet voor alle zinloos lijdenden toegankelijk. Weliswaar stijgt het aantal humane artsen, maar een harteloze ethiek is nog bij veel geneesheren en hospitaaldirecties blijven hangen. Hoewel dat niet zijn eerste bedoeling was, zal de euthanasie van Hugo Claus wellicht op termijn tot een nieuwe doorbraak leiden.
Voor Hugo Claus was 'Ni Dieu, Ni Maître' geen slogan, maar een levenshouding.
Etienne Vermeersch, 2008
Binnen de huidige wetgeving kan euthanasie alleen worden toegestaan zolang de betrokkene wilsbekwaam is, dat wil zeggen in volle bewustzijn en met kennis van zaken zijn aanvraag kan formuleren. Een levensbeëindiging bij een niet-wilsbekwame persoon, op basis van een 'voorafgaande wilsbeschikking' is alleen mogelijk als die persoon onbewust is, dit wil zeggen in coma. Verregaande vormen van mentale verwarring of van dementie komen hiervoor niet in aanmerking. Nochtans had een van de groepen in het Raadgevend Comité, die het advies inzake levensbeëindiging hebben voorbereid, aangedrongen op een oplossing voor wilsonbekwamen in het algemeen; met name dus ook voor de zwaar dementen.
Het is de hoogste tijd dat tijdens deze regeerperiode gewerkt wordt aan een uitbreiding van de euthanasiewet ten behoeve van deze groep en ook van de minderjarigen. Het pijnlijke in het geval van Hugo Claus is immers dat hij nog een tijd in een min of meer aanvaardbare situatie had kunnen leven (met ups en downs), maar op een bepaald ogenblik zou zijn situatie zo ver gevorderd zijn dat door de diepe dementie een euthanasieaanvraag onmogelijk geworden zou zijn.
Er is uiteraard nog wat denkwerk nodig om de criteria voor zo'n wetsuitbreiding uit te werken, maar juist daarom is het nodig er nu aan te beginnen. Het wordt in deze omstandigheden eentonig en zelfs pijnlijk - maar het blijkt toch nodig het nog eens te herhalen - dat hierbij niemand, maar dan ook niemand, onder druk zal worden gezet om een euthanasie te bekomen, of zelfs aan te vragen: alles blijft gebaseerd op de vrije wilsbeschikking van een persoon op een ogenblik dat hij over al zijn geestelijke vermogens beschikte.
Dogmatici denken blijkbaar dat iedereen die een afwijkende mening heeft, ook zelf een dogmaticus wil zijn.
Het eerste jaar dat ik samen met deze briljante student heb meegemaakt, was een van de belangrijkste van mijn leven en we hebben er beiden een levensbeschouwelijke ommekeer meegemaakt.
Etienne Vermeersch
Prof Etienne Vermeersch' toespraak tijdens de uitvaart van zijn goede vriend Prof Hugo Van den Enden:
Bij de uitvaart van Simone, de betreurde vrouw van Hugo, had hij mij gevraagd een tekst voor te lezen die hijzelf geschreven had; ik heb daar een paar details aan toegevoegd zonder hem ontrouw te zijn, en hij apprecieerde dat. Voor hetgeen ik vandaag moet zeggen om hem te gedenken, sta ik er alleen voor, maar ik meen dat het mijn opgave is hier getuigenis af te leggen van wie hij geweest is. Om hem trouw te blijven zal ik ook hem zoveel mogelijk zelf aan het woord laten.
Hugo Van den Enden is geboren in Antwerpen op 27 juni 1938. Hij volgde de humaniora (Grieks-Latijnse) bij de Jezuïeten in het Xaveriuscollege (Borgerhout) en studeerde daarna Germaanse filologie en Wijsbegeerte aan de Gentse Universiteit. Zijn eerste leermeester was professor Uyttersprot, die hij erg waardeerde - en die waardering was wederzijds. Daarna was de confrontatie met de professoren Apostel en Kruithof voor zijn verdere ontwikkeling beslissend.
Als tiener en als jonge student, ging zijn belangstelling overwegend uit naar de literatuur, vooral de Duitse, en naar de muziek van Wagner. Zowel het muzikale als het muziektheoretische werk van die componist kende hij reeds in de humaniora door en door. Hij was al vroeg ongelovig geworden en zijn wereldbeschouwing als eerstejaarsstudent was sterk door Goethe bepaald en, onder de hedendaagse essayisten, door de gebroeders Jünger, vooral Friedrich Georg, over wie hij een voortreffelijke licentieverhandeling zou schrijven.
Het is niet onbelangrijk daarop te wijzen omdat zijn latere ontwikkeling naar een eerder neo-positivistische visie op wetenschap en wijsbegeerte helemaal niet geduid kan worden als een gebrek aan vertrouwdheid met de artistieke en 'geesteswetenschappelijke' tradities. Wel integendeel.
Ik heb Hugo leren kennen in het academiejaar 59-60; we volgden toen de eerste kandidatuur Wijsbegeerte, maar ikzelf voltooide daarnaast ook mijn licentie Klassieke Filologie, en hij voltooide tegelijk zijn eerste licentie Germaanse Filologie.
Het eerste jaar dat ik samen met deze briljante student heb meegemaakt, was een van de belangrijkste van mijn leven en we hebben er beiden een levensbeschouwelijke ommekeer meegemaakt.
We hadden toen bij Leo Apostel en Jaap Kruithof seminaries over kennisleer, antropologie en ethiek. Die twee jonge professoren stimuleerden ons om bijna wekelijks ‘papers’ te schrijven waarin wij een standpunt moesten formuleren over de meest uiteenlopende onderwerpen. Ik probeerde de problemen te benaderen vanuit een toen nog gelovige achtergrond; maar dat lukte niet en hij poogde het vanuit zijn Goethiaanse Weltanschauung.
Hij deed dat met een verbluffend talent, maar ook hij kwam tot de bevinding dat een strenge argumentatie op deze wijze niet mogelijk was. En zo groeiden wij in een vinnige maar vriendschappelijke confrontatie meer en meer naar elkaar toe via een analytische en neopositivistisch getinte wijze van denken. Tegen het einde van dat jaar hadden wij onze eigen wijsgerige persoonlijkheid ontwikkeld - ik was intussen ook ongelovig geworden - maar tevens hadden we een terrein gevonden waarop we elkaar voor de rest van ons leven konden stimuleren en waarderen. Ik ben daar nog altijd heel dankbaar voor.
Na zijn licentie Germaanse werd hij voor enige tijd leraar: hij moest immers vrouw en kinderen onderhouden en er was nog geen assistentenplaats vrij. Toch bleef hij zich als filosoof ontwikkelen en hij interesseerde zich voor de ethisch-politieke kwesties die toen aan de orde waren. Kruithof en Van Ussel, die de discussies over jeugdseksualiteit en contraceptie gelanceerd hadden, vonden in hem een actieve bondgenoot, maar al snel verplaatste hij het debat naar een terrein waar ze hem slechts schoorvoetend konden volgen.
Zijn eerste, blijvende, verdienste voor de ethische ontvoogding in ons land, was immers zijn inzet voor de abortuswet. In talloze lezingen en artikels over dit onderwerp maakte hij brandhout van de argumenten van de tegenstanders en dat leidde in 1971 tot het boek “Abortus, pro en contra”, dat ook in Nederland veel succes kende.
Etienne Vermeersch
Zijn eerste, blijvende, verdienste voor de ethische ontvoogding in ons land, was immers zijn inzet voor de abortuswet. In talloze lezingen en artikels over dit onderwerp maakte hij brandhout van de argumenten van de tegenstanders en dat leidde in 1971 tot het boek “Abortus, pro en contra” (Wereldvenster), dat ook in Nederland veel succes kende.
Maar lang voor de abortuswetgeving in België uiteindelijk tot stand kwam (1990), had Hugo zich reeds volop in een nieuwe strijd geëngageerd. In 1983 werd de “Vereniging voor het Recht op Waardig Sterven” gesticht, waarvan hij jarenlang de actieve ondervoorzitter zou zijn. Ook hierover gaf hij talloze lezingen en publiceerde hij artikels, in binnen- en buitenland. Zo ontstond in 1995 “Ons levenseinde humaniseren. Over waardig sterven en euthanasie” (VUB Press). De Belgische euthanasiewet trad in werking op 23 september 2002 en als reactie daarop bracht hij een herziene uitgave van dit boek in 2004.
Zowel de abortuswet als de euthanasiewet beantwoordden niet volledig aan het ideaal dat Hugo voor ogen had. Toch blijft het een feit dat hij de vreugde beleefd heeft de twee belangrijkste doelstellingen op het ethisch-politieke vlak waarvoor hij jarenlang heeft gestreden, in een grote mate te zien realiseren. In beide gevallen, zowel wat betreft de euthanasie- als de abortuswet, mocht hij zonder aarzelen het woord van Goethe (1792) op zichzelf toepassen: “wir sind dabei gewesen”.
In 1983 werd de “Vereniging voor het Recht op Waardig Sterven” gesticht, waarvan hij jarenlang de actieve ondervoorzitter zou zijn. Ook hierover gaf hij talloze lezingen en publiceerde hij artikels, in binnen- en buitenland. Zo ontstond in 1995 “Ons levenseinde humaniseren. Over waardig sterven en euthanasie” (VUB Press)
Etienne Vermeersch
Maar niet alleen op het vlak van de actie heeft hij zijn verdiensten gehad. Naar aanleiding van zijn emeritaat hadden we in 2003 de gelegenheid een aantal van zijn publicaties te bundelen: “Op het scherp van de rede. 40 jaar kritisch denken.” (Garant). Naast de teksten voor een breder publiek vindt men hier enkele strikt wetenschappelijke bijdragen tot de ethiek en de wijsbegeerte, die getuigen van de scherpte van zijn analytisch denken.
Naast zijn magistrale tekst over de vrije wil hoef ik slechts één ander voorbeeld te noemen: zijn analyse van de wetenschapskritiek van de Frankfurter Schule is niet alleen voor deze stroming relevant: een groot deel van het ‘postmodernistisch’ denken kan men met vergelijkbare argumenten ontkrachten;
En ten slotte is er zijn activiteit als professor. Honderden studenten hebben hem meegemaakt als een briljante lesgever en door zijn bijdrage tot de vorming van de leraars Moraal moet, indirect, zijn invloed op talloze jongeren aanzienlijk zijn geweest. Vooraleer ik hemzelf nog een paar keer aan het woord laat, wens ik een belangrijk aspect van zijn levensvisie, zijn onwrikbare vrijzinnige overtuiging via een ander citaat illustreren, zij het dan een citaat uit de Bijbel.
Kort is ons leven en vol verdriet
er is geen remedie als de mens doodgaat
en het is nooit vertoond
dat iemand uit de onderwereld terugkwam
Wij zijn immers maar toevallig ontstaan
en later zullen wij zijn
als waren wij er nooit geweest,
want damp is de adem van onze neus
en het denken is een vonk die springt
bij het kloppen van ons hart.
Is die uitgedoofd,
dan vergaat het lichaam tot as
en de geest vervliegt als ijle lucht.
Onze naam wordt op de duur vergeten
en niemand denkt nog aan wat wij gedaan hebben.
Ons leven gaat voorbij
als de laatste sporen van een wolk,
het lost zich op als een nevel,
die verdreven wordt door de stralen van de zon
en bezwijkt voor haar gloed
Een vluchtige schaduw zijn onze dagen
en ons einde is onherroepelijk,
want het is bezegeld en niemand keert terug.
Vooruit dan, laten wij genieten
van het goede dat we hebben
en meteen van het geschapene profiteren,
nu wij nog jong genoeg zijn.
Laten we ons te goed doen
aan kostelijke wijn en aan parfums
en laat geen lentebloesem ons ontgaan.
Laten wij ons bekransen
met rozenknoppen voordat ze verwelken.
Geen feestwei mag verstoken blijven
van ons plezier.
Overal willen wij tekenen achterlaten
van onze vrolijkheid
want dat is ons deel en dat is ons lot.
Wijsheid van Salomo hoofdstuk 2, vers 1 tot 9
Naast deze diepe overtuiging van de eindigheid van ons persoonlijk bestaan, de afwezigheid van een transcendente god en het besef dat we zelf van ons leven iets moois moeten maken, was er ook een drang om als mens en als filosoof iets te betekenen voor de medemens en de maatschappij.
Ik citeer hem:
“Ik denk dat wij wijsbegeerte wilden bedrijven niet in een ivoren toren, niet puur academisch, met abstracte spelletjes, maar dat wij steeds de wijsgerige reflectie wilden vertalen naar actuele relevante maatschappelijke vraagstukken. Een tweede aspect is dat wij kritische, en uiteraard ook vrijzinnige, rationalisten zijn. Dat wij, in ons onderwijs en publicaties, een voorbeeld willen geven aan onze studenten en aan ons publiek, van hoe men door gebruik te maken van de rede, en uitsluitend van de rede, aan kritische analyse van vraagstukken kan doen. En dat zit helemaal haaks op de evolutie die ik zeer betreur en die nu eigen is aan deze universiteit, dat men mensen pousseert om enkel nog specialistische artikels in internationale vaktijdschriften te publiceren… Dat leidt ertoe dat we specialisten krijgen en geen intellectuelen. Een intellectueel is voor mij iemand die op kritisch rationele basis, maatschappelijk relevante en actuele vraagstukken benadert en die een rol te vervullen heeft van maatschappelijke dienstverlening.”
Ik weet dat dit voor sommigen hard kan klinken maar ik weet ook dat hij het zou geapprecieerd hebben dat ik hem hier die laatste kans geef om die inzichten te verwoorden.
En ik wil nog een stap verder gaan. Zij die het van meer nabij hebben meegemaakt, weten dat de wijze waarop hij naar zijn dood gegaan is, niet strookte met datgene waarvoor hij zo lang gestreden heeft. Daarom dit laatste citaat van hem, zo toepasselijk op zijn eigen sterven.
Velen onder ons weten het. Tengevolge van zware gezondheids-problemen en later, het verlies van Simone, had hij de laatste jaren heel wat van zijn veerkracht en dynamiek verloren, maar wat hij daarvoor realiseerde heeft ertoe bijgedragen het lijden en de wanhoop van veel mensen te verzachten en deze verdienste is een “ktèma eis aiei” een “verworvenheid voor altijd”.
Zonder aanmatigend te willen zijn hoop ik nog eens in zijn naam te kunnen spreken bij het bedanken van een aantal mensen.
Een dankwoord voor de mensen van de Vereniging voor het Recht op Waardig Sterven bij wie hij zich zo goed thuis voelde en die hem gesteund hebben in een belangrijke zingeving voor zijn leven.
Hij zou zeker ook willen dat ik die enkele mensen van de vakgroep en daar rond bedank die hem tot het einde hun genegenheid hebben betuigd.
En natuurlijk zou zijn laatste dankwoord naar zijn kinderen en kleinkinderen gaan die zoveel warmte in zijn leven gebracht hebben.
En, Herwig, heel in het bijzonder bedankt.
Hij wou een filosoof zijn met een streng wetenschappelijke aanpak, die de benaderingswijze van het neopositivisme heel nabij was; maar de vervreemding van een denken dat vooral op zichzelf gericht is heeft hem nooit bekoord. Zoals ‘de kleine Johannes’ wou hij “den killen nachtwind tegemoet (gaan), den zwaren weg naar de groote, duistere stad, waar de menschheid was en haar weedom.” (Van Eeden).
Zo zag hij zijn opgave als filosoof; maar -ik merkte het reeds op - zijn ethiek was niet eenzijdig gericht: als mens wou hij ook met volle teugen van het leven genieten. Een volmaakt evenwicht tussen deze twee strevingen tot stand brengen is allicht voor niemand weggelegd. Maar hij heeft wel zijn best gedaan.
Dank je, Hugo, je hebt je rust verdiend.
Über allen Gipfeln
Ist Ruh.
In allen Wipfeln
Spürest du
Kaum einen Hauch;
Die Vögelein schweigen im Walde!
Warte nur, balde
Ruhest du auch.
CNN – 03-02-2006 – Flemish newspapers on Friday printed a series of cartoons of the Prophet Mohammad, including those published in a Danish newspaper that have sparked outrage across the Muslim world. Islamic tradition bars any depiction of the prophet, to prevent idolatry. "Right for Satire," said a front-page headline in Het Nieuwsblad. An editorial in the newspaper called the outcry over the cartoons an attack on freedom of expression.
Another Dutch-language newspaper, Het Volk, printed drawings of the prophet by leading Flemish cartoonists and quoted renowned Belgian philosopher Etienne Vermeersch as saying that Belgian papers should publish such caricatures every week "so that Muslims could get used to the idea."
Broadsheet De Standaard reprinted the 12 cartoons from the Danish daily Jyllands-Posten, saying basic values of democracy were at stake. The reaction in the country's French-Language papers was more muted, with La Libre asking "Can Muhammad be depicted?" in a front-page headline accompanied by a silhouette of the prophet. Belgium, divided into Dutch-speaking Flanders and French-speaking Wallonia, is home to a large Muslim community.
(Bolt by the Official Etienne Vermeersch Website)
-------------
De Gentse filosoof ontving diverse verontwaardigde mails uit de hele wereld, nadat hij geciteerd is op CNN. De internationale nieuwszender meldde dit weekend dat De Standaard de omstreden cartoons publiceerde. De zender citeerde ook Etienne Vermeersch uit Het Volk, waar hij zei dat "Belgische kranten elke week zulke cartoons zouden moeten publiceren zodat moslims aan het idee gewoon geraken".
"Dat was een boutade, terloops en humoristisch opgemerkt", zei Vermeersch daar gisteren over. "Ze werd naar voren gehaald en dus een beetje uit haar verband gerukt. Ik wilde vooral aangeven dat de christenen ook aan dergelijke cartoons gewoon raakten in de loop der jaren. En dat dit proces in de islam blijkbaar nog niet op gang is gekomen."
Vermeersch kreeg prompt een tiental heel negatieve reacties per mail, uit heel de wereld. "Ik val al dertig jaar de christelijke kerk aan met heel harde standpunten, maar de commentaar die dat uitlokte, was dat men zou bidden voor mijn bekering."
Ook andere godsdiensten reageren volgens Vermeersch lang niet zo gewelddadig. "Vergelijk het met Afghanistan toen er beelden van Boeddha werden verwoest. Nergens hebben we een agressieve reactie of een betoging van boeddhisten gezien. Terwijl enkele flauwe cartoons in een krant aanleiding zijn voor massaal geweld onder moslims. Er is dus blijkbaar een probleem met de islam: alles waarover men kwaad kan zijn - een recht dat iedereen heeft en dat ik niet betwist - kan ook geweldreacties uitlokken. Dat gaat te ver. Je kunt zeggen dat je het niet met deze cartoons eens bent, maar daar moet het ook stoppen. Er is dringend onderzoek nodig naar het waarom van die gewelddadige reacties."
Vermeersch betreurt het standpunt dat de moslimexecutieve heeft ingenomen. "Ze zouden duidelijk kunnen maken dat het gaat om journalisten die de islam te weinig kennen en die wat overdrijven. En dat er in ons land ook over het christendom cartoons worden gepubliceerd. Ze lijken niet te beseffen dat sommigen door hun standpunt extreem kunnen reageren. De Executieve mag de cartoons uiteraard wel ongepast vinden, maar ze zou het belang ervan moeten reduceren tot wat het maar is."
Om ethische redenen blijft het ook vandaag onaanvaardbaar om voor het Vlaams Blok te stemmen. Er zijn wel verklaringen waarom zoveel Vlamingen dat toch deden, stelt Etienne Vermeersch. Er moet, bij voorkeur met een tripartite, sneller en beter werk worden gemaakt van het migrantenbeleid. De Franstaligen moeten redelijke Vlaamse eisen aanvaarden om het land niet in gevaar te brengen. De regering mag slechts maatregelen opleggen na voldoende bewustmaking en overreding.
Etienne Vermeersch over homeopathie en andere new-agenonsens: TEVREDENHEID BEWIJST NIETS
24 JANUARI 2004 | Gilbert Roox
De Standaard I Interview
Werkt homeopathie of zit het alleen tussen de oren? En waarom is het dan toch zo populair? Omdat de wetenschap de wereld van zijn tover heeft beroofd? En kan de mensheid wel overleven zonder verhaaltjes die zin en kleur geven aan het bestaan? Een interview met professor Etienne Vermeersch, beroepsscepticus. ,,Straks zullen we ook voetlezen, piskijken en zelfs wijwater moeten terugbetalen.''
HUIS van Oostenrijk, heet zijn straat aan de rand van Wetteren. ,,En ik heb er weleens aan gedacht mijn eigen huis Villa Habsburg te dopen'', zegt professor emeritus Etienne Vermeersch. Zijn werkkamer ziet eruit als een omgevallen boekenmagazijn. Kunst, kerkvaders, euthanasie, Hitler, recht, paranormale verschijnselen: Vermeersch is een omnivoor. Tussen de stapels boeken en mappen blijft er nauwelijks ruimte om te zitten. ,,En dan heb ik nog opgeruimd'', zegt de moraalfilosoof fijntjes.
In mei wordt Vermeersch zeventig, maar hij is nog altijd een bezige bij, alomtegenwoordig in het mediadebat. Het gesprek vandaag gaat over alternatieve geneeskunde en andere new-agenonsens.
Er is niets mis met dat heimatgevoel, die affiniteit met de mensen en het land waar men geboren en getogen is, en ook in de drang tot identificatie met een groep zit een positieve waarde: de neiging tot samenwerking met andere mensen. Maar de sympathie voor het "eigen volk" gaat nogal eens gepaard met een minachtende of zelfs vijandige houding tegenover "vreemden".
Etienne Vermeersch
Aristoteles was al tot de bevinding gekomen dat de mens van nature een sociaal wezen is. Van geboorte tot dood kan hij zich slechts met de hulp van zijn medemensen in stand houden. Maar ook om zichzelf te worden, om een 'identiteit' te vinden, moet hij zich spiegelen aan een groep. Naast die 'identiteitsvorming' bestaat een tweede spontane tendens. In onze jeugd heeft de aangeboren neiging tot exploreren veelal geleid tot een bijzondere band met het terrein van onze eerste zoektochten. Zo'n 'heimatgevoel' betreft de streek, de mensen en de taal van onze kinderjaren.