Over het morele belang van 25 jaar Gentse Feestendebatten (toespraak van Etienne Vermeersch)

Artikel
Etienne Vermeersch

Etienne Vermeersch: 'Cultuur van oneliners neemt via twitter steeds meer absurde vormen aan'

Over het morele belang van 25 jaar Gentse Feestendebatten

Toespraak van Etienne Vermeersch - 28 juli 2014

'Zoals blijkt uit zijn begeleidende tekst bij "25 jaar Gentse Feestendebatten", had Eric Goeman vanaf het begin de bedoeling duidelijk te maken dat het een illusie was te denken dat het einde van de ideologische discussies nabij was. Hij verzette zich met al zijn energie tegen de opvatting dat men definitief kon overgaan naar een sfeer van 'business as usual'. Er was toen veel doorzicht en moed voor nodig om te durven ingaan tegen een brede stroming die het maatschappelijk debat stilaan overbodig vond. Velen koesterden zich in de volgende overtuiging: als alle zogenaamde deskundigen in het bestuur van bedrijven, banken en zelfs politieke partijen, gewoon het boekje volgen, dan zal alles wel gesmeerd lopen. De contestatiebewegingen van de jaren '60 '70 begon men als een vorm van late puberteitscrisis te beschouwen en de ineenstorting van het Marxistisch-Leninistisch communisme suggereerde dat ook op het internationale vlak de evolutie naar een uniek economisch model voor de deur stond.

'Etienne Vermeersch, een juweel van een mens, hij heeft mijn leven veranderd, Vlaanderen mag zijn handen kussen' Prof. Balu

ELKE LAHOUSSE

Onder begeleiding van promotor Etienne Vermeersch – “een juweel van een mens, hij heeft mijn leven veranderd, Vlaanderen mag zijn handen kussen met zo’n figuur” – schrijft Balu zijn doctoraatsstudie.

Balagangadhara (prof Balu, UGent), geboren als een brahmaan, de hoogste kaste in India, is het middelste kind in een gezin van vijf. Hij voelt zich meteen aangetrokken tot de christelijke groep en haar vrijwilligerswerk in de slums van India, ook al is hij zelf niet gelovig. “Ik had al een diploma als fysicus op zak en was bezig aan verdere studies in boekhouden”, zegt hij. “Daarna wou ik deelnemen aan het examen van de Indian Administrative Service. Dat zou me een job als topambtenaar en een luxeleven hebben opgeleverd. Ik borg die plannen op en besloot iets doen voor de samenleving. Ik ging in de krottenwijken werken.”

Is Etienne Vermeersch een bescheiden filosoof?

Artikel
Paul Gordyn

Etienne Vermeersch, geboren in 1934, is een Vlaams filosoof.

In zijn doctoraatsverhandeling schreef hij, aanleunend bij het neopositivisme en de cybernetica, een “Epistemologische inleiding tot een wetenschap van de mens”, waarin hij zijn “vormentheorie” uitwerkte.

Hij werd hoogleraar aan de Universiteit van Gent in 1967.
Hij hield zich bezig met bio-ethische vraagstukken en was één van de belangrijkste wegbereiders van de legalisering van abortus en euthanasie in België.

Het morele statuut van het embryo (bis) - Van hellend vlak naar goede balans

De Vlaamse rectoren nemen gezamenlijk de verdediging op van het wetenschappelijk onderzoek inzake embryo's en verzetten zich tegen het burgerinitiatief One of us, dat de Europese Commissie oproept dit onderzoek te verhinderen (DS 10 april).

Etienne Vermeersch

 

Het morele statuut van het embryo: Van hellend vlak naar goede balans

Respect voor alle stadia van een mensenleven, Etienne Vermeersch vindt dat een belangrijk en dwingend gegeven. Alleen is het nooit absoluut: de invulling ervan hangt samen met hoe een samenleving evolueert, ook in haar denken over ethische kwesties.

Etienne Vermeersch I De Standaard - Opinie, 22 april 2014

 

De Vlaamse rectoren nemen gezamenlijk de verdediging op van het wetenschappelijk onderzoek inzake embryo's en verzetten zich tegen het burgerinitiatief One of us, dat de Europese Commissie oproept dit onderzoek te verhinderen (DS 10 april). Collega Herman De Dijn (DS 19 april) geeft toe dat de rectoren terecht verwijzen naar de vooruitgang op medisch gebied die deze experimenten tot stand kunnen brengen.

Hij vindt echter dat ze aan de kern van de zaak voorbijgaan: 'Als het menselijk embryo, ook al is het slechts potentieel menselijk leven, dezelfde waardigheid heeft als een mens, en als menselijke waardigheid niet toelaat dat welke mens dan ook tot louter middel gereduceerd mag worden, dan zijn de argumenten van de rectoren naast de kwestie.' Hij lijkt zelfs te suggereren dat de rectoren zich laten leiden 'door naïviteit ten aanzien van de mogelijke al dan niet bedoelde neveneffecten van de vooruitgang'.

Ik kan hem op dat vlak geruststellen. De problematiek van het statuut van het embryo in verband met experimenten is maandenlang het voorwerp van een diepgaande discussie geweest binnen het Raadgevend Comité voor Bio-ethiek. Het verslag hiervan staat in het 'Advies' van 16 september 2002 (Zie De Adviezen van het Belgisch Raadgevend Comité voor Bio-ethiek 2000-2004).

 

Uit de ethische en juridische teksten van het Oude Nabije Oosten blijkt dat de ongeboren vrucht als een object werd beschouwd (de waarde was ongeveer die van een ploeg). Dit geldt ook voor het Oud Testament (Ex. 21, 22-23 is de enige passus uit de hele Bijbel die voor het statuut van embryo en foetus expliciet relevant is).

Etienne Vermeersch

 

Ikzelf heb in mijn laatste boek, Provençaalse gesprekken (Een 'gradualistisch' ethisch statuut voor embryo en foetus. pp. 89-98, 2013; heruitgave: 2020), een analyse voorgelegd van het statuut van het embryo, waarin ik al de thema's die De Dijn naar voren brengt, bespreek. Hij houdt met dit alles geen rekening en evenmin met de discussies op het internationale vlak. Hij beperkt zich tot retorische vragen 'moet niet, naar analogie van het ongeboren leven ook aan embryo's een speciale waardigheid toegekend worden?', hypothetische formuleringen 'Als...als...' of dogmatische uitspraken: 'En dat alleen mensen die bekwaam zijn tot (bepaalde vormen) van bewustzijn menselijke waardigheid bezitten, is gewoon onjuist.' Een antwoord op die vragen of een fundering van die uitspraken legt hij niet voor. Hij heeft gelijk als hij betoogt dat de speciale waardigheid die aan mensen toekomt, niet door wetenschap aangetoond of ontkend kan worden. Hij maakt echter niet duidelijk waar we dan wel uitsluitsel kunnen vinden over de reikwijdte van deze waardigheid en de fundering ervan.

Van de Oudheid tot nu

Normen en waarden staan niet in de sterren geschreven. Ze bestaan ook niet op zichzelf. Waarden worden dooreen en uiteindelijk door de mensengemeenschap toegekend en de normen die eruit voortvloeien, uiten zich in al dan niet expliciete morele voorschriften of juridische regels, die binnen maatschappijen tot stand komen.

Het statuut van de slavernij, bijvoorbeeld, is in wezen niets anders dan het reduceren van medemensen tot louter middel. Toch hebben noch de voornaamste denkers van de Oudheid (met uitzondering van Philo van Alexandrië), noch het Oude of het Nieuwe Testament, noch de christelijke Kerkvaders en theologen tot de 16de eeuw, ingezien dat dit een verregaande aantasting was van de menselijke waardigheid. Ook bij de theologen van de islam is die bedenking nooit opgekomen. De verklaring is dat binnen de maatschappijen waarin ze leefden, het besef van de omvang die deze waardigheid kan krijgen, nog niet tot stand gekomen was.

In verband met het statuut van het embryo stel je een vergelijkbare evolutie vast. Uit de ethische en juridische teksten van het Oude Nabije Oosten blijkt dat de ongeboren vrucht als een object werd beschouwd (de waarde was ongeveer die van een ploeg). Dit geldt ook voor het Oud Testament (Ex. 21, 22-23 is de enige passus uit de hele Bijbel die voor het statuut van embryo en foetus expliciet relevant is).

In zeer veel culturen hing de opname in de mensengemeenschap af van een beslissing van de ouders, of van de vader alleen (zoals het geval was in Rome). Bij Aristoteles komt de vraag naar voren wanneer het embryo 'vorm' krijgt, 'bezield' wordt (na 40 dagen voor een jongen, na 90 dagen voor een meisje). Deze opvatting leidt dan in het christendom, via die formulering van Ex. 21, 22-23 tot het onderscheid tussen een 'gevormde foetus' (foetus formatus), na 40 of 90 dagen en een 'ongevormde' (foetus informis) daarvoor. Doorheen de bijna unanieme christelijke traditie werd alleen de abortus van een foetus formatus als moord beschouwd. De foetus informis was dus geen mens. Pas in 1869 schafte de Kerk dat onderscheid af.

 

Bij onderzoek van het embryo en de foetus kan je vaststellen dat er tussen vroegere en latere stadia verschillen zijn inzake de waarschijnlijkheid dat er uiteindelijk een mens geboren wordt, inzake de structuurgelijkheid tussen, bijvoorbeeld, een vroeg embryo en een late foetus en inzake de afhankelijkheid van een specifieke omgeving: een foetus van 30 weken kan buiten de baarmoeder tot een kind uitgroeien, een embryo van 8 weken niet.

Etienne Vermeersch

 

Stoffelijke resten en hoe ermee om te gaan

Dat normen en waarden hun oorsprong en grondslag vinden in een maatschappelijke meerderheid of consensus, blijkt ook uit de recente ontwikkelingen inzake abortus, in-vitrofertilisatie of pre-implantatiediagnostiek. Het nadenken daarover door ethici en andere betrokkenen heeft langzamerhand geleid tot het besef dat de vragen in dit verband niet op te lossen zijn vanuit de alles-of-nietspositie die collega De Dijn soms suggereert. Je hebt niet ofwel de volledige menselijke waardigheid, ofwel helemaal niets. De eerbied tegenover het stoffelijk overschot van mensen, waarover De Dijn zinnige dingen zegt, toont hetzelfde aan. Hoewel een lijk geen mens meer is, heeft het toch nog deel aan de menselijke waardigheid, maar niet op een absolute wijze. We aanvaarden ingrepen op een lijk bij een autopsie om juridische redenen, bij anatomie-onderwijs (via voorafgaande goedkeuring) en voor transplantaties (via impliciete goedkeuring).

Bij onderzoek van het embryo en de foetus kan je vaststellen dat er tussen vroegere en latere stadia verschillen zijn inzake de waarschijnlijkheid dat er uiteindelijk een mens geboren wordt, inzake de structuurgelijkheid tussen, bijvoorbeeld, een vroeg embryo en een late foetus en inzake de afhankelijkheid van een specifieke omgeving: een foetus van 30 weken kan buiten de baarmoeder tot een kind uitgroeien, een embryo van 8 weken niet. In het eerder vermelde artikel toon ik aan hoe je, op basis van die gegevens, tot een ethische appreciatie betreffende het statuut kan komen. Hiervan uitgaande kan je dan de relatieve mate van beschermwaardigheid van embryo en foetus afwegen tegen het belang van de bedoelde experimenten voor het algemeen menselijk welzijn. Meer en meer mensen nemen nu aan dat bepaalde experimenten op het pre-embryo, na een dergelijke afweging toelaatbaar en zelfs gewenst zijn.

Het is niet helemaal fair te suggereren dat onze onderzoekers, en de rectoren die hen ondersteunen, geen rekening zouden houden met de genuanceerde betogen die over deze thematiek bij ons en elders werden gehouden.

Respect voor alle stadia die naar het leven van een mens leiden, en ook voor de stadia na dat leven, moet zeker een belangrijke waarde binnen de mensengemeenschap blijven; maar dat respect is geen monolithisch blok. We moeten het telkens weer in de balans leggen met het respect voor andere maatschappelijk relevante waarden.

 

Professor Etienne Vermeersch,

Bio-ethicus

Wat is godsdienst? (over wetenschap, religie, feiten en waarden)

OVER WETENSCHAP EN RELIGIE

Waar Rik Torfs schreef dat wetenschap wel over godsdienst kan spreken, maar haar niet kan vatten, is Etienne Vermeersch niet helemaal akkoord. Want wat een religie als waarheid neerzet, valt wel degelijk te toetsen. Maar dan moet je een onderscheid maken tussen feiten en waarden.

Etienne Vermeersch - Opiniestuk I De Standaard, 27 maart 2014

Brief van de dag - Reactie Etienne Vermeersch op Willem Lemmens

Brief van de dag - Reactie Etienne Vermeersch op Willem Lemmens

Collega Willem Lemmens (verder WL) is een beminnelijk man waarmee ik al prettig heb samengewerkt. Het valt dus moeilijk de degens met hem te kruisen. Maar soms gaan waarden en waarheid boven persoonlijke waardering. Volgens hem neem ik "een loopje met de waarheid" (DM 15/3). Hij geeft daar geen enkel voorbeeld van.

Het waardig levenseinde in gevaar - stop de hetze tegen de nieuwe euthanasiewet

professor Etienne Vermeersch - Oproep

Stop de hetze tegen de nieuwe euthanasiewet en banaliseer het psychische lijden niet. Steun ons samen met 4723 anderen : http://eerbied.be

De algemene aanvallen op onze euthanasiewetgeving naar aanleiding van de nieuwe wet, worden nu aangevuld met een hetze tegen Wim Distelmans (De Morgen, 22 februari 2014).

We stellen vast dat deze klacht bij de Orde van geneesheren vooral gebaseerd is op het feit dat betrokken familielid niet op de hoogte zou zijn geweest van de nakende euthanasie, wat echter door hemzelf tegengesproken werd in de krant (De Morgen, 5 januari 2013). Het is een dwingende noodzaak aan het publiek duidelijk te maken dat een belangrijke maatschappelijke en ethische vooruitgang die door een groot deel van de bevolking wordt gesteund, door zulke initiatieven hier verdacht gemaakt wordt.

Legalisering euthanasie bij dementie - Prof. Etienne Vermeersch (bio-ethicus)

Legalisering euthanasie bij dementie - Prof. Etienne Vermeersch (bio-ethicus)

Over euthanasie bij minderjarigen en bij dementie. Is palliatieve sedatie een vorm van trage euthanasie? Over kerk en weerstand, en Hugo Claus. Wat Prof. Etienne Vermeersch nog wilde realiseren, inperken en legaliseren inzake het levenseinde.

Etienne Vermeersch over vaccineren

Etienne Vermeersch

Dit opiniestuk van Etienne Vermeersch is een reactie op een eerdere discussie tussen journalist Bart Eeckhout en filosoof en theoloog Hans Van Eyghen. Vandaar de verschillende onderwerpen waarop Vermeersch hieronder reageert. U kunt de oorspronkelijke discussie vinden op de website van De Morgen (klik op links infra). 

 

Het niet-vaccineren kan tot gevolg hebben dat de ziekte (endemisch) aanwezig blijft en dus medemensen in gevaar brengt.

Etienne Vermeersch

 

Opinie - De Morgen 3 november 2013 

Etienne Vermeersch

"Inenting tegen ziektes is een kinderrecht", schreef Bart Eeckhout deze week in een standpunt in deze krant. Juist, al bood filosoof Hans Van Eyghen weerwerk in deze kolommen (DM 31/10).

 

Van Eyghen neemt Eeckhout terecht op de korrel wanneer die het heeft over "de onzin dat de mens naar het beeld van God geschapen is". De passus hierover in het boek Genesis werd reeds door Philo van Alexandrië (tijdgenoot van Jezus) geïnterpreteerd als het feit dat de mens gekenmerkt is door de rede. Met lichte variaties werd hij hierin gevolgd door Clemens van Alexandrië (+213), Origenes (+254), en, meer uitgebreid, door Basilius en Gregorius van Nyssa (3de eeuw).

De hele kerkelijke traditie is hen hierin gevolgd. Dit als kenmerk van de mens beschouwen, was zeker geen 'onzin'. Philo zelf was hiertoe geïnspireerd door de Stoïcijnse traditie, bv. Panaetius en Posidonius (3de-2de eeuw v.C.), die de grondslag legde van de ideeën over de menselijke waardigheid. Cicero (+ 43 v.C.) werkte die uit en in de renaissance speelden ze een doorslaggevende rol, die ook nu nog nawerkt (bv. De hominis dignitate van Pico della Mirandola, 1486).

Deze gegevens tonen echter ook aan dat Van Eyghen ten onrechte denkt dat de verwijzing naar mensenrechten in essentie een christelijke bijdrage is. De gelijkwaardigheid van alle mensen werd reeds in Egypte beklemtoond in 2000 v.C., waar de oppergod zegt: "Ik maakte de vier winden opdat iedere mens hiervan kan ademen zoals zijn naaste. Ik maakte de grote overstroming (van de Nijl, EV) opdat de arme man daarop rechten zou hebben zoals de rijke. Ik bracht de vier goden tot leven vanuit mijn zweet, maar de mensen uit de tranen van mijn oog."

'Ik heb niemand doen wenen'
Welke ethische plichten daaruit voortvloeien vinden we onder andere in het Egyptische Dodenboek (ca 1500 v.C.). "Ik heb de hongerigen gespijzigd, de dorstigen gelaafd; ik heb geen seks gehad met een knaapje; ik heb niemand doen lijden, ik heb niemand doen wenen...".

In de kerk zingt men nu "Niemand leeft voor zichzelf...", maar Seneca (+65) zei al: "alteri vivas oportet, si vis tibi vivere" (je moet voor een ander leven, als je voor jezelf wilt leven). Je hebt dus geen 'christelijk geloofspunt' nodig om het over rechten en waardigheid van de mens te hebben.

Verketterd
Van Eyghen gaat eveneens uit de bocht daar waar hij niet beseft dat het probleem van de vaccinatie in essentie betrekking heeft op de rechten van het kind. Volwassenen hebben in onze visie inderdaad het recht om een vaccin en zelfs een bloedtransfusie te weigeren. Vanuit een morele visie die terecht meer en meer ingang vindt, staat het hen niet vrij een minderjarige, zelfs al is het hun eigen kind, beschermende of levensreddende middelen te ontzeggen. Dat geldt zowel voor vaccinatie als voor bloedtransfusies.

Wie een maatregel die een brede consensus van de medische wereld als zeer belangrijk voorstelt, weigert te aanvaarden, mag inderdaad 'verketterd' worden. Dat is des te meer het geval daar het niet-vaccineren tot gevolg kan hebben dat de ziekte (endemisch) aanwezig blijft en dus medemensen in gevaar brengt.

 

Addendum: standpunt Vermeersch over vaccinatie

De volksgezondheid is een te groot goed om het aan het volk zelf over te laten. Denk aan wat er ten tijde van de algemene vaccinatie tegen kinderverlamming in Nederland gebeurd is. Uit naam van de godsdienstvrijheid stond de overheid een uitzondering toe voor religieuze minderheden. De Staphorst-mensen en zo. Gevolg: terwijl de kwaal in België helemaal uitgeroeid was, werden in Nederland nog altijd kinderen met kinderverlamming geboren. Ook vandaag hoor je sommige homeopaten tegen vaccinatie pleiten. Het zou onze afweer ondermijnen. Dat zijn gevaarlijke ideeën. Zonder vaccinatie blijven ziekten endemisch en kunnen ze elk moment weer de kop opsteken.

Pleidooi voor de opkomstplicht - Etienne Vermeersch

Prof. Etienne Vermeersch
Wat is eigenlijk het argument tegen de opkomstplicht? De vrijheid? Maar niemand is vrij van verplichtingen tegenover de maatschappij.
Etienne Vermeersch 
 

De democratieën waaraan wij de voorkeur geven zijn niet gebaseerd op directe uitingen van de ‘volkswil’, maar worden gekenmerkt: (a) door hun representatiekarakter : men kiest voor een beperkte periode ‘vertegenwoordigers’, die dan zelf wetten goedkeuren; (b) door hun constitutioneel karakter: het gehele politieke leven verloopt binnen een kader van principes dat men slechts via een bijzondere meerderheid kan wijzigen.

Daarbij is het de bedoeling dat de ‘volkswil’ zo goed mogelijk in tot uiting komt, en daarmee bedoelt men: (1) dat alle volwassen staatsburgers aan die verkiezingen kunnen deelnemen en (2) dat zij hun stem volkomen vrij kunnen uitbrengen. 

Een elementaire voorwaarde voor een volledige vrijheid in het stemgedrag, is dat deze stemming geheim is. Er is niet veel diepzinnig denkwerk nodig om in te zien dat alleen een verplichte stemming echt geheim is. Hiermee bedoel ik dat iedereen zich naar het stemhokje moet begeven. Immers, zodra men weet dat iemand niet is gaan stemmen, weet men automatisch ook voor wie hij niet gestemd heeft, en dat doet afbreuk aan het geheim.

Men zou kunnen zeggen dat dit aspect van het geheim niet relevant is, maar dat is strijdig met de historische feiten. Gedurende vele decennia werden de zwarten in de zuidelijke staten van de VS onder druk gezet (door KKK en anderen) om niet te gaan stemmen, met het gevolg dat de zwarte stemmen nauwelijks konden doorwegen op het eindresultaat. Kortom, zolang er enige vorm van intimidatie inzake het stemgedrag mogelijk is, bestaat er geen reële vrijheid van alle burgers. 

 

Men kan bij ‘vrije opkomst’ niet uitsluiten dat in bepaalde bevolkingsgroepen de mannen hun vrouwen bijvoorbeeld onder druk zetten om niet te gaan stemmen.

- Etienne Vermeersch

 

Men antwoordt hierop dat dit gebrek aan vrijheid bij ons geen belang meer heeft, omdat echte intimidatie op dit gebied niet meer bestaat. Maar (1°) dat is irrelevant, het gaat immers om zulke belangrijke principes, dat ze ‘universaliseerbaar’ moeten zijn; (2°) dat wordt des te meer duidelijk als men beseft dat ontwikkelingslanden hun model van democratie van de westerse landen afkijken, terwijl bij hen wel degelijk nog diverse vormen van zulke intimidatie kunnen bestaan; (3°) ten slotte is dat argument ook bij ons feitelijk onjuist: men kan bij ‘vrije opkomst’ niet uitsluiten dat in bepaalde bevolkingsgroepen de mannen hun vrouwen bijvoorbeeld onder druk zetten om niet te gaan stemmen.

Kortom, alleen een algemene opkomstplicht garandeert volledig geheime verkiezingen; en alleen dit geheim garandeert een volledig vrije keuze. 

Een tweede, minder dwingend, maar toch belangrijk argument voor de opkomstplicht is dat dit een duidelijk signaal betekent voor de burgers dat zij in een maatschappij niet alleen rechten hebben, maar ook plichten en dat het hun plicht is zich te bekommeren om het welzijn van het gemenebest. Partijen die ijveren tegen de opkomstplicht geven een verkeerd signaal; het signaal dat mensen het recht hebben zich er niet om te bekommeren.

 

Zolang er enige vorm van intimidatie inzake het stemgedrag mogelijk is, bestaat er geen reële vrijheid van alle burgers. 

Etienne Vermeersch 

 

Wat is eigenlijk het argument tegen de opkomstplicht? De vrijheid? Maar niemand is vrij van verplichtingen tegenover de maatschappij. Dat sommige mensen er niets van af weten? Maar wie zegt dat degenen die wel gaan stemmen er meer van afweten? Omdat ze beter geïndoctrineerd zijn?

Met onze opkomstplicht begint België stilaan alleen te staan. Dat is te betreuren. Niet voor ons, maar voor die andere landen.

Prof. Etienne Vermeersch

Gesluierde beginselen - "Opheffen hoofddoekenverbod strijdig met ware socialisme"

Etienne Vermeersch

Dat de SP.A in haar nieuwe beginselverklaring het hoofddoekenverbod begraaft, gaat er bij Etienne Vermeersch niet in. En al zeker niet dat die ommezwaai alleen ondersteund wordt met holle slogans.

Wat men ook, na alles wat in de twintigste eeuw gebeurd is, over het marxisme moge denken, men kan er niet om heen dat het Charter van Quaregnon, de beginselverklaring van de Belgische Werkliedenpartij (1894), een indrukwekkend document was.

Rik Torfs

Etienne Vermeersch

Rik Torfs

Nu Rik Torfs mij tot prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer heeft aangesteld, moet ik hem al op de vingers tikken (Een zwarte paus zou geen Obama-effect hebben, Knack nr. 11). Er is een theologische consensus dat de dogmaverklaring over de Onbevlekte Ontvangenis door Pius IX (1854) onder de pauselijke onfeilbaarheid valt.

Zo zijn er dus minstens twee. Torfs denkt blijkbaar dat een dogma begint met de verkondiging ervan; zo'n verklaring zegt echter dat het voorwerp ervan een geopenbaarde waarheid is en dus sinds het einde van het Nieuw Testament aanwezig is; zij het niet expliciet.

Etienne Vermeersch

Geanimeerde uitzending met Etienne Vermeersch en Nikolaas Sintobin sj (Reyers Laat)

Geanimeerde uitzending met Etienne Vermeersch en Nikolaas Sintobin sj (Reyers Laat)

 

Etienne Vermeersch: "Ik, conservatief? Wel, wel"

Etienne Vermeersch

"Wil columnist Fikry El Azzouzi argumenten op tafel leggen?", schrijft Etienne Vermeersch, professor-emeritus aan de Universiteit Gent, vandaag als antwoord op de column van Fikry El Azzouzi, die gisteren in de krant verscheen.

 

Beste Fikry El Azzouzi,
U bent er inderdaad in geslaagd mij een tekst van u te doen lezen. Vermoedelijk voor de laatste maal. U schrijft immers de ene onwaarheid na de andere: